Hubert van Humbeeck

Frankrijk en Nederland zeiden ‘nee’, maar wie is nu de grootste verliezer?

Als een Amerikaan het zegt. ‘Regeringen moeten er rekening mee houden dat de globalisering van de economie de mensen kwetsbaarder maakt.’ David Ignatius, de voormalige hoofdredacteur van de International Herald Tribune, was vorige week in Brussel. Hij schrijft nu gewaardeerde columns voor The Washington Post. Ignatius had met zijn uitspraak vooral zijn eigen regering voor ogen. Maar wat voor Washington opgaat, geldt in nog grotere mate voor Parijs of Berlijn, waar burgers het niet gewend zijn om zwak in de wereld te staan. Daar zorgde het tot voor kort zo geprezen Rijnlandmodel voor.

Vorige week bleek dat het de Europese kiezers niet is ontgaan dat hun politieke leiders niet zijn opgestaan om dat model in de storm op de wereldmarkt te stutten. Tegelijk werd van hen verwacht dat ze een project zouden steunen waarover die politieke leiders het zelf bijlange niet eens zijn. Sinds de Europese verkiezingen van vorig jaar en het aantreden van Jose Manuel Barroso als voorzitter van de Europese Commissie viert een triomfantelijk ultraliberalisme hoogtij. Op de Bolkestein-richtlijn over de vrijmaking van de dienstensector, bijvoorbeeld, valt in theorie weinig af te dingen. Maar in de praktijk hield de metafoor van de ‘Poolse loodgieter’ de bange Franse burger op een verkeerd moment het beeld voor van een Unie die zich niet om zijn welvaart bekommert.

Er wordt op die manier op de rug van de bevolking een ideologische strijd gevoerd die niemand kan winnen. Het politieke Europa tegenover het louter economische. Het weekblad The Economist, traditioneel een spreekbuis van het kamp dat meer markt wil, juicht om het Franse en het Nederlandse ‘nee’. Maar tegelijk verdedigt het blad de snelle uitbreiding van vorig jaar én de onderhandelingen met Turkije, terwijl de Fransen en de Nederlanders zich een week geleden precies tegen die uitbreiding en tegen Turkije hebben uitgesproken.

De crisis komt op een moment dat landen overal in de wereld proberen om samen een beetje zoals de Europese Unie te worden. Zelfs de Zwitsers willen graag meer meedoen, en die hebben de hand toch altijd op hun portefeuille. Het klinkt daarom verbijsterend dat er in Nederland stemmen opgaan om meer op zichzelf terug te plooien. Als er aan de grens weer tolmuren oprijzen, zal snel blijken waar Europa goed voor was. Maar om dat aan de mensen uit te leggen, is een minimum aan geloofwaardigheid nodig. En die heeft premier Jan Peter Balkenende niet meer.

Hubert van Humbeeck

Op de rug van de bevolking wordt een ideologische strijd gevoerd die niemand kan winnen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content