Hubert van Humbeeck

De boodschap klonk hard uit de mond van Louis Michel. Terwijl de eerste minister ons land in Tokio en Osaka aan de Japanners probeerde te slijten, permitteerde de minister van Buitenlandse Zaken zich in Brussel enkele opmerkingen over de prestaties van de coalitie totnogtoe. Die kwamen, samengevat, hierop neer: Verhofstadt-I verdoet zijn tijd met beuzelarijen. De minister van Buitenlandse Zaken is tegelijk ook vice-premier en hij was de formateur van de regering waarvan Guy Verhofstadt premier werd. Louis Michel is geen lichtgewicht.

Het boegbeeld van de PRL verwoordde daarmee een mening waarmee hij niet alleen staat. Paars-groen legde de lat voor zichzelf om te beginnen behoorlijk hoog en heeft het nu moeilijk om de verwachtingen in te lossen. Het heeft heel wat voeten in de aarde om België om te bouwen tot een modelstaat. De ambtstermijn is nog niet halfweg, maar zo gaat dat nu eenmaal: straks eist het Europese voorzitterschap alle aandacht op en daarna denkt iedereen alweer aan de volgende verkiezingen. Er blijft de coalitie minder tijd dan het lijkt om iets te laten zien.

Dat zorgt blijkbaar vooral op de rechterflank van de meerderheid voor een toenemende zenuwachtigheid, die soms omslaat in ergernis – zoals uit de uitspraken van Michel mag blijken. Er wordt gemopperd dat er te veel tijd wordt uitgetrokken voor gepalaver over ‘groene’ thema’s, zoals lawaaihinder boven Zaventem of het gebruik van cannabis, terwijl het grote hervormingswerk ondertussen maar niet vooruit raakt. Dat is niet noodzakelijk de schuld van de groenen, zoals de PRL het graag voorstelt. Het kan ook best dat de partijen van de meerderheid het gewoon onvoldoende met elkaar eens zijn om op een aantal terreinen snel op te schieten.

Terwijl Louis Michel er zich over beklaagde dat de regering tijd verliest met bijkomstigheden, deelde hij terloops wat oorvegen uit aan een groot deel van de Italiaanse oppositie. De manier waarop de minister van Buitenlandse Zaken volhardt in zijn ethische opstelling tegenover elke uiting van extreem-rechts, in binnen- en buitenland, is lovenswaardig en diplomatiek in ieder geval ongewoon. Hij zou zich alleen misschien een beetje meer moeten bezinnen over de wijze waarop hij zijn standpunt vertolkt. Als niemand hem nog ernstig neemt, wordt z’n houding op de internationale scène uiteindelijk contraproductief. Terug op het nest leek de eerste minister in ieder geval niet ingenomen met het commentaar van zijn vice-premier – noch in verband met het palmares van de regering, noch met betrekking tot de politieke situatie in zijn geliefde Italië. Als er deze zomer maar niets misloopt met zijn prille olijfgaard.

Het verhaal van Michel over de coalitie gaat ook niet helemaal op. De manier waarop Steve Stevaert vorige week aandacht vroeg voor de verkeersveiligheid was, bijvoorbeeld, geen beuzelarij. Stevaert is vanzelfsprekend minister in de Vlaamse regering, maar dat was niet te merken aan de voorstellen die hij formuleerde en waarmee hij dartel over de grasperkjes van zijn federale collega’s Isabelle Durant en Marc Verwilghen danste. Verkeer noch Justitie waren thuis voor commentaar.

Het blijft toch vreemd. Als Mieke Vogels bij haar Ecolo-vriendin Isabelle Durant gaat buurten en daarover een communiqueetje verspreidt, wordt ze net niet uit de regering gezet. Stevaert komt tussenbeide in de ruzie tussen Marleen Vanderpoorten en de onderwijsbonden, hij doet uitspraken over verkeersveiligheid en justitie en iedereen luistert met belangstelling naar wat hij te zeggen heeft. Stevaert kan dat afdwingen, hij kan zo’n interventie acceptabel maken. Het Bond Zonder Naam-gehalte van wat hij vertelt, is soms groot (‘ Ik werk aan het bruto nationaal geluk‘ of ‘ bekommernis is een Vlaamse bevoegdheid‘), maar hij bereikt wel de burger die bezorgd is om wat er in zijn directe leefomgeving gebeurt. Dat is tegelijk het probleem van een partij als Agalev op dit moment: dat ze iemand als Stevaert toelaat om zich onderwerpen toe te eigenen die eigenlijk groen zouden moeten zijn. Gewoon omdat die er goed op let om de hoofdzaken van de bijzaken te blijven onderscheiden.

Zijn aaibaarheidsfactor is hoog, maar Stevaert kan ook stekels opzetten. Zijn ideeën om de verkeersveiligheid te verbeteren, zijn behoorlijk tot zeer dwingend. Dat kan ook niet meer anders in de strijd tegen de grootste individualist van deze tijd – de automobilist. Maar eigenlijk was zijn optreden toch vooral een schot voor de boeg van de bevoegde federale excellenties. Want op dat punt had Louis Michel wel gelijk: in belangrijke kwesties praat de regering wel veel, maar doet ze te weinig. Verkeersveiligheid is er daar een van.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content