Stel u voor dat u de maatschappij helemaal opnieuw mag organiseren. Hoe doet u dat zo rechtvaardig mogelijk? Aflevering 3 van onze filosofische zomerserie.

Er moet iets eigenaardigs gebeurd zijn. Hebt u een fataal ongeval gehad en is dit het hiernamaals? Is dit een kwade droom? Of bent u ontvoerd door buitenaardse wezens en verblijft u nu, vermomd als een alien, op hun planeet?

In dat laatste geval heeft men blijkbaar iets in uw drankje gedaan, want u voelt zich een beetje vaag. Alsof u nog wel een mens bent, maar dan hol vanbinnen. Alsof men u heeft leeggezogen. U bent er nog wel, u kunt helder nadenken, maar u weet niet meer hoe u heet, waar u vandaan komt, hoe oud u bent, wat u doet voor de kost. Zelfs als iemand u zou vragen naar uw geslacht, huidskleur of ideologische overtuiging, zou u niet kunnen antwoorden.

En u bent niet de enige met dit probleem. U zit, samen met een honderdtal andere, ook létterlijk zeer vage figuren, aan een grote ronde tafel. U ziet wel dat het mensen zijn, maar daar houdt het op. Zijn het mannen of vrouwen? Zijn ze zwart, geel of blank? Jong of oud? Niets van dat alles, zo lijkt het wel. Ook zij weten niet meer wie of wat ze zijn.

Als u naar boven kijkt, stelt u nog iets merkwaardigs vast. Er hangt een enorme sluier boven de tafel waar u met z’n allen aan zit, een soort reusachtig muskietennet dat u afschermt van de rest van de wereld. Het lijkt alsof hier dadelijk een geheime vergadering gaat plaatsvinden, een samenzwering die over het lot van de wereld zal beslissen.

En dat is ook zo. U bevindt zich achter de sluier der onwetendheid. Als u de tafel verlaat en de sluier opzijtrekt, zult u weer wél weten wie en wat u precies bent. Maar hier aan tafel, onder de sluier, vertoeft u in een situatie van onwetendheid aangaande uw eigenschappen.

Daar is een goede reden voor. Er wordt van u namelijk verwacht dat u de basisstructuur van de hele maatschappij opnieuw ontwerpt. Niet zomaar in het wilde weg, maar zo rechtvaardig mogelijk. U zit hier als vrije en gelijke burgers om de best mogelijke blauwdruk voor een rechtvaardige maatschappij uit te tekenen.

Vandaar die sluier. Zo begint u met een schone lei, zonder vooroordelen. Anders zouden mannen in de verleiding kunnen komen om vrouwonvriendelijke principes in te voeren, zouden rijken in de verleiding kunnen komen om geen belastingen meer te betalen, zouden gelovigen in de verleiding kunnen komen om atheïsten te discrimineren enzovoort – iedereen zou vanuit zijn of haar eigen positie nadenken. En dat willen we niet. We willen pure, optimale rechtvaardigheid, zonder compromissen.

Oké, hoe beginnen we eraan? Iedereen zal ermee akkoord gaan dat de maatschappij die we voor ogen hebben elk individu in de gelegenheid zal moeten stellen om zijn levensdoel te verwezenlijken, wat dat levensdoel ook moge zijn. Iedereen zal dus over zoveel mogelijk vrijheid moeten beschikken om een weg naar keuze te bewandelen – voor zover hij of zij anderen niets in de weg legt, uiteraard. Iemand wiens levensdoel erin bestaat om alle mannen achter slot en grendel te stoppen, zullen we moeten tegenhouden. Het risico bestaat namelijk dat u een man bént – dat weet u niet, achter deze sluier.

Zo weet u ook niet of u in God gelooft. U kunt een jood zijn, een christen, een moslim of een atheïst. Misschien bent u een blanke man die niet van religie houdt. Misschien bent u een moslima die een hoofddoek draagt. Of moet dragen. Na enig overleg bereikt u een akkoord: zoveel mogelijk vrijheid is wenselijk, voor zover de vrijheid van de ene de vrijheid van de andere niet in het gedrang brengt.

Wat doet u met gelijkheid? Met geld, bijvoorbeeld? Ook wat dat betreft hebt u geen idee in welke situatie u zich bevindt. Het is mogelijk dat u een fortuin hebt geërfd. Maar voor hetzelfde geld hebt u het niet zo goed getroffen qua afkomst en moet u elke euro zelf verdienen. Misschien, ook dat is mogelijk, bent u helemaal niet zo goed in geld verdienen, omdat u gehandicapt bent, of chronisch ziek. Het kan zijn dat u bijzonder intelligent bent en goed kunt studeren. Maar het kan evengoed zijn dat u niet zo intelligent bent en geen hogere studie aankunt. Dat u straatveger wordt, of mijnwerker, of helemaal geen job vindt.

Oké, hoe pakt u dat aan? Moet iedereen dan maar evenveel verdienen straks? Nee, dat lijkt u niet per se rechtvaardig. Plus: het idee dat je eventueel meer kunt verdienen dan je buurman is op zich wel motiverend. Maar u spreekt tegelijk ook af dat de zwaksten in de samenleving de best mogelijke uitkering moeten krijgen – vergeet niet: het zou kunnen dat u straks een van die zwaksten bent. Ziehier uw besluit: ongelijkheid is toegestaan, maar een maatregel die de ongelijkheid doet toenemen, is alleen verantwoord als de minsten er beter van worden.

Zo. De basisarchitectuur van de samenleving is klaar. U hebt twee cruciale principes helder en duidelijk geformuleerd. Waarvoor dank. U mag beschikken.

In 1971 publiceerde de Amerikaanse filosoof John Rawls (1921-2002) A Theory of Justice, met voorsprong het invloedrijkste boek uit de politieke filosofie van na de Tweede Wereldoorlog. Voormalig SP.A-minister Frank Vandenbroucke, die zijn doctoraal proefschrift maakte over Rawls, schreef ooit het volgende: ‘Zoals sociaaldemocraten op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw kleur moesten bekennen en een positie kiezen tegenover het theoretische werk van Karl Marx, zo moeten sociaaldemocraten in het begin van de eenentwintigste eeuw kleur bekennen en een positie kiezen tegenover John Rawls.’

Rawls vond dat rechtvaardigheid zoiets is als waarheid: een waarde die zonder compromissen moet worden nagestreefd. Het criterium om te beoordelen of een principe rechtvaardig is, zit volgens hem besloten in de procedure waarmee dat principe werd gevonden. Als de procedure fair is, dan zijn de resultaten van die procedure rechtvaardig.

Vandaar zijn gedachte-experiment met de sluier der onwetendheid. Als dat de procedure is die we volgen – allemaal vrije en gelijke individuen, die onbevooroordeeld en rationeel onderhandelen -, dan zijn de resultaten van die onderhandeling rechtvaardige principes.

De twee principes die volgens Rawls een rechtvaardige maatschappij schragen, hebben te maken met de verdeling van wat hij noemt primaire sociale goederen – vrijheid, macht, inkomen enzovoort. Principe (1) luidt: iedereen heeft zoveel mogelijk vrijheid, met dien verstande dat de vrijheid van anderen daardoor niet in gevaar mag komen. Principe (2) luidt: ongelijkheid is toegestaan, maar alleen in zoverre de zwakste groepen er beter van worden. Concreet: een situatie waarin de armste 15 euro en de rijkste 100 euro verdient, is beter dan een situatie waarin de armste 10 euro en de rijkste 50 euro verdient. Op voorwaarde ook, dat alle functies en posities openstaan voor iedereen.

Rawls, op wie zowel liberalen als sociaaldemocraten zich kunnen baseren, zet zich in A Theory of Justice nadrukkelijk af tegen het zogenaamde utilitarisme. Voor een utilitarist is het belangrijkste de totale som aan geluk in een maatschappij. Een maatschappij waarin de totale hoeveelheid aan geluk wordt gemaximaliseerd, is een rechtvaardige maatschappij. Een van de centrale problemen daarmee is de vraag of je het welzijn van een kleine groep mag opofferen om het welzijn van een grote groep te verbeteren. Op de keper beschouwd moet dat voor een utilitarist kunnen. Rawls kon zich daarmee als kantiaan niet verzoenen. Ieder mens is een doel op zich, geen middel om een doel te bereiken.

Rawls ging er, terecht, van uit dat talent geen verdienste is. Wie veel talent heeft, heeft geluk. Wie geen talent heeft, heeft pech. Een theorie van rechtvaardigheid moet de consequenties van die pech en dat geluk een beetje bijsturen, middels een systeem van herverdeling. In dat verband: Rawls protesteerde toen de Amerikaanse regering in de jaren zestig de beste studenten wilde vrijstellen van militaire dienstplicht in Vietnam. Dat vond hij onrechtvaardig.

Een van de grootste critici van A Theory of Justice was Robert Nozick, een oud-collega van Rawls in Harvard, die in 1974 Anarchy, State and Utopia publiceerde. Nozick was een filosofische superlibertair, die elke vorm van herverdeling verwierp. Ook Nozick lanceerde een beroemd gedachte-experiment. Maar dat is voor volgende week.

Volgende week in aflevering 4

De ervaringsmachine van nozick

DOOR JOëL DE CEULAER / ILLUSTRATIE KIM DUCHATEAU

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content