In 2011 doen de para’s op de Citadel van Diest het licht uit. Minister van Defensie Pieter De Crem wil 1 Para, het moederbataljon van de Belgische vechtjassen, opdoeken en opsplitsen volgens taalrol. De verhuizing betekent het einde voor Diest als garnizoenstad, al hebben sommige para’s nog hoop: ‘Alleen dwazen veranderen nooit van mening, en de minister is allesbehalve een dwaas.’

Pegasus rouwt in Diest. Zwarte vlaggen wapperen boven het standbeeld op de rotonde die toegang verschaft tot het stadscentrum. De keuze voor het gevleugelde paard in deze ambassadeursfunctie is niet toevallig. Pegasus is het symbool van de paracommando’s aan wie deze Brabantse stad haar reputatie dankt. Het sombere vlagvertoon begon eind oktober, als reactie op het hervormingsplan van minister van Defensie Pieter De Crem. Volgens dat plan, luisterend naar de pompeuze titel Voltooiing van de Transformatie, wordt het tweetalige bataljon 1 Para uit Diest opgedoekt en volgens taalrol opgesplitst. De Vlamingen verhuizen naar 3 Para in Tielen, de Franstaligen naar 2 Commando in Flawinnes. Beide eenheden zullen deel uitmaken van de lichte brigade, die met de mediane brigade de nieuwe tweeledige structuur van de landcomponent moet vormen.

Uiterlijk in juni 2011 gaat het licht uit in het kwartier Luitenant Limbosch op de Citadel van Diest, waar het oudste parabataljon van België sinds 1953 een vaste stek heeft. Het belooft een geladen moment te worden, want de militaire betekenis van deze site gaat veel verder terug. De Citadel, een vijfhoekige vestiging die letterlijk in een heuvel in de rand van de stad ligt ingegraven, is haast even oud als het Belgische leger. Het bolwerk, strategisch gelegen op de as Antwerpen-Maastricht, werd tussen 1848 en 1856 gebouwd om een Hollandse invasie tegen te houden. De architecten lieten zich inspireren door de Franse fortenbouwer Vauban. Hun Citadel moest het sluitstuk vormen van de vesten die de urbanisatie van Diest hebben bepaald. Tot het einde van de 19e eeuw was het verboden buiten de vesten stenen gebouwen op te trekken, kwestie van belegeraars geen schuilplaats te geven. Het verbod verklaart waarom de binnenstad tot vandaag haar 18e-eeuwse karakter heeft behouden, maar ook waarom Diest abnormaal klein is gebleven. De stad werd letterlijk gewurgd door een verdedigingsgordel die pas begin vorige eeuw werd doorbroken. De vesten werden geslecht, de grachten rond de Citadel gedempt, zonder dat het bolwerk ooit zijn defensieve meerwaarde kon bewijzen. De inval van de Bataven is er immers nooit gekomen, en ook tijdens de twee wereldoorlogen werd er geen schot gelost. De militairen zijn echter gebleven op hun versterkte heuvel. Als straks de laatste para de deur dichttrekt, verliest Diest na meer dan 150 jaar zijn status van garnizoensstad.

Rode en groene mutsen

Maar moet het zover komen? 1 Para was ruim vertegenwoordigd toen op 15 november duizenden militairen en sympathisanten in Brussel tegen het plan-De Crem betoogden. Niet dat de manifestatie op de minister veel indruk maakte. De Crem liet in de Kamercommissie Defensie nog maar eens weten zijn plan van a tot z te zullen uitvoeren. Burgemeester Jan Laurys (CD&V) was niet op de betoging, maar hij verklaart zich namens de voltallige gemeenteraad solidair met 1 Para. De zwarte vlaggen werden trouwens door gemeentearbeiders gehesen, en wie de website van de stad bezoekt, kan doorklikken naar een steunpetitie. ‘Het ziet er niet goed uit’, beseft Laurys. ‘Ik heb de minister meermaals informeel gecontacteerd. Ook in die gesprekken liet hij er geen twijfel over bestaan. Het hervormingsplan, zo argumenteerde hij, is een kaartenhuis. Alles hangt met alles samen, trek er één kaart van tussen, en de hele constructie stort ineen. Op de generale staf kreeg ik hetzelfde te horen. Nu er voor het eerst een coherent plan op tafel ligt, komen we er niet meer op terug.’

Het vertrek van de para’s is in Diest ingeslagen als een bom. Toch kan het bezwaarlijk verrassend worden genoemd, want de Citadel stond al vijftien jaar op de lijst met te sluiten kazernes. ‘In 2001 hebben we er al eens dicht bij gestaan’, zegt Laurys. ‘Omdat we toen de dans zijn ontsprongen, leefde de hoop dat het ook dit keer wel zou overwaaien. Diest heeft twee grote nadelen. Een groot stuk van de Citadel is als monument erkend. Daar hangt een prijskaartje aan vast. Volgens de generale staf kost openhouden minstens 20 miljoen euro aan renovatiekosten. Ook het tweetalige karakter heeft ons parten gespeeld. Als er toch een bataljon moest verdwijnen, dan was het opsplitsen van 1 Para volgens taalrol een gemakkelijke oplossing.’ Speculeren over de toekomst van de gigantische site wil de burgemeester niet doen. ‘Niet vooruitlopen zolang er een sprankel hoop is dat de para’s blijven’, houdt hij de boot af. Maar Laurys haast zich wel om de geruchten over een gesloten asielcentrum de kop in te drukken. ‘Er wordt inderdaad gesproken over het ombouwen van kazernes tot asielcentra of zelfs gevangenissen, maar de naam van Diest is daarbij nog nooit gevallen.’ Hoe dan ook, voor Diest is de naderende sluiting een zware slag. ‘We zijn de peterstad van 1 Para’, zegt Laurys. ‘De rode en groene mutsen horen bij het straatbeeld. In mijn jonge jaren waren er cafés die op de para’s teerden. Er werd vaak gevochten, dat hoorde erbij. Sinds de afschaffing van de dienstplicht zijn ze minder zichtbaar geworden, maar de overdracht van het korpsbevel vindt nog altijd op de Grote Markt plaats. Er zijn ook de sociaaleconomische gevolgen. Heel wat beroepsmilitairen wonen in Diest. Het valt te bezien hoeveel er daarvan zullen verhuizen.’

Belgische SAS

Graag hadden we de temperatuur in kwartier Limbosch gemeten, maar dat is buiten de persdienst van het leger gerekend. Het blijft onduidelijk of het order van de generale staf dan wel van het kabinet komt, feit is dat 1 Para niet met Knack mag praten. Sterker nog, we mogen de kazerne niet betreden. Gelukkig leven we in een land van achterpoortjes en creatieve geesten. Op de Citadel ligt ook het Pegasus Museum, helemaal gewijd aan de roemrijke geschiedenis van 1 Para. ‘We zijn een onafhankelijke vzw’, zegt voorzitter Roger Aerts, luitenant-kolonel buiten dienst. ‘Strikt genomen maakt dit geen deel uit van het kwartier en dus geldt het spreekverbod hier niet.’ Het museum puilt uit. Wapentuig, stafkaarten, uniformen, foto’s en souvenirs van evacuatieoperaties en vredesmissies. Na een bezoek heeft de evolutie van het draagbare machinepistool en de veldfles voor ons geen geheimen meer. ‘Deze plek betekent veel voor de 10.000 anciens van 1 Para’, zegt Aerts. ‘In de tijd van de dienstplicht passeerde hier om de 15 maanden een nieuwe lichting van 500 pa- ra’s. Veel van die anciens zien elkaar nog geregeld op reünies. Een bezoek aan het museum is daarbij een verplicht onderdeel.’

Who dares wins. De leuze siert het wapenschild van 1 Para, een met vleugels omkranst zwaard dat niets minder dan Excalibur, het magische zwaard van koning Arthur, blijkt te zijn. Het hele wapenschild werd trouwens uit Engeland geïmporteerd. 1 Para is dan ook de rechtstreekse erfgenaam van het Belgische eskadron dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in de schoot van de SAS (Special Air Services) werd gevormd. De Belgische SAS was de eerste geallieerde eenheid die in bezet België werd ontplooid, ze speelde vooral tijdens het Ardennenoffensief een belangrijke rol. Het moederbataljon, zoals het hier liefkozend wordt genoemd, voert nog een tweede leuze. Never surrender, ook niet als de tegenstander Pieter De Crem heet. ‘We staan er slecht voor,’ geeft Jos Brouwers toe, ‘maar we geven de hoop nog niet op.’ Vooraleer we aan het interview beginnen, neemt de 48-jarige para de rules of engagement door. Anders dan Roger Aerts, die zich als gepensioneerde officier voor niemand hoeft in te houden, is hij nog in actieve dienst. Daarom spreekt Jos Brouwers in eigen naam, al laat hij er weinig twijfel over bestaan dat zijn visie bij 1 Para breed wordt gedragen.

‘De bedoelingen van De Crem zijn goed’, zegt Brouwers. ‘Volle kazernes, goede uitrusting en puike trainingsfaciliteiten, daar tekenen alle para’s voor. Maar met de maatregelen in het plan zullen we het omgekeerde krijgen. Op papier lijkt het natuurlijk logisch. Van drie onvolledige bataljons maken we twee volledige. Diest, Tielen en Flawinnes tellen elk zo’n vierhonderd para’s. Kluts die samen en je krijgt twee eenheden van 650 para’s, dat is het doel volgens het plan – dat helaas geen enkel perspectief biedt om de scheve leeftijdspiramide recht te trekken. Te veel veertigers die alleen nog geschikt zijn voor de staf en de ondersteunende diensten, te weinig jonge soldaten. Nu is dat een oud zeer voor het hele leger, maar voor een gevechtseenheid is zoiets ronduit dramatisch.’

Nog erger is dat in het fusieplan voor de para’s een rekenfout zit, gaat Brouwers verder. ‘De som van 1 plus 1 is niet noodzakelijk 2. Heel wat para’s zullen afhaken omdat ze de verhuizing niet zien zitten. Over mijn eigen situatie wil ik het nog niet hebben, die is nogal specifiek. Zoals de kaarten nu liggen hoor ik voortaan bij de staf die zelf van Evere naar Marche-en-Famenne verhuist. Tussen haakjes gezegd: ook die verhuizing is absurd, want Marche-en-Famennes ligt compleet geïsoleerd van alle para-eenheden. Ik woon in Dilsen-Stokkem, waar mijn vrouw een zaak heeft. Verhuizen is dus geen optie, en ik heb geen recht op logement in de kazerne. Dat wordt dus pendelen, 300 kilometer per dag. Toegegeven, Tielen en Flawinnes liggen niet zo extreem ver. Maar die 50 kilometer naar Tielen, dat is tijdens de ochtendspits wel een uur extra rijden. Heel wat van onze para’s komen met de fiets of met het openbaar vervoer, eentje komt zelfs helemaal met de trein uit Brugge. Dat gaat vlot, het station ligt op wandelafstand. Tielen met het openbaar vervoer, dat is een nachtmerrie. Gevolg: heel wat para’s zullen zich verplicht zien een tweede auto te kopen.

‘Het valt eraan te zien dat dit plan is opgesteld binnen de generale staf, door hoge officieren met topsalarissen. Die hebben geen voeling meer met gewone soldaten die met 1500 euro in de maand moeten rondkomen. Als ze daarvan ook nog eens 300 euro per maand aan woon-werkverkeer moeten besteden, dan zullen velen het voor bekeken houden. Op dit moment zit tachtig procent van onze eenheid in Afghanistan, ze zijn trouwens vertrokken in de week waarin het hervormingsplan werd bekendgemaakt. Geloof me, het kost heel veel moeite om de jongens ginder bij de les te houden. Velen zien de toekomst niet zitten. Wat als ze straks in maart worden afgelost? Moeten ze op zoek gaan naar een huis op de Tielse heide? Wat met het werk van hun vrouw en de school van de kinderen? Probeer je maar op de veiligheidssituatie in Kabul te concentreren als zulke vragen door je hoofd spoken.’

Doodvonnis

Diest is geen unicum. Het plan-De Crem, een besparingsoperatie die op termijn het personeelsbestand met 25 procent doet krimpen, sluit 23 van de 80 Belgische kazernes. Meer dan 5000 militairen zijn bij deze gigantische stoelendans betrokken. Op verschillende plaatsen is een storm van protest opgestoken, onder meer in Helchteren, Sijsele en Bastogne. Niet alleen de getroffen militairen maar ook lokale politici maken misbaar. Iedereen is het erover eens dat een grondige sanering van het kazernebestand nodig was, maar weinigen snappen waarom de hakbijl uitgerekend in hun achtertuin viel. Bij 1 Para is het niet anders. ‘Waarom Diest’, vraagt Brouwers zich met enige zin voor retoriek af. ‘Als het op de ligging aankomt, zijn wij onklopbaar. Zowel vanuit Brussel als vanuit Luik is het slechts 45 minuten rijden, we hebben het grootste rekruteringsgebied van de drie bataljons. De nabijheid van het opleidingscentrum voor para’s in Schaffen is een troef, en ook Leopoldsburg met zijn uitgestrekte oefenterreinen is hier maar een boogscheut vandaan. Wat kan Tielen daar tegenover stellen? Behalve wat heide en bos hebben ze niks. Dat ze onze tweetaligheid als argument aanhalen, snap ik helemaal niet. Vlamingen en Franstaligen hebben altijd probleemloos samengewerkt, de hele bataljonsstaf is tweetalig. Het is touwens een tegenstrijdig argument. Volgens het herstructureringsplan moet de brigadestaf rigoureus tweetalig zijn, omdat een te sterke federalisering de eenheid van het leger bedreigt. Een terechte zorg, maar dan vraag ik me af waarom ze per se de enige tweetalige gevechtseenheid moeten opsplitsen.’

Omdat de kazerne van die tweetalige eenheid hopeloos verouderd is en veel te duur in onderhoud, zou het antwoord kunnen luiden. Ook met dit argument, doorslaggevend in het doodvonnis voor Diest, weet Brouwers raad. ‘Logisch dat het verouderd is’, zegt hij. ‘Dat krijg je als je gedurende twintig jaar geen euro investeert. Steek overal dubbel glas, en de stookkosten zullen vlug gehalveerd worden. Met cijfers kun je natuurlijk alles bewijzen. Neem nu die twintig miljoen euro voor het restaureren van de Citadel. Wij vragen helemaal geen restauratie. De Citadel is trouwens niet alleen een monument, hier staan ook gebouwen uit de jaren zestig en zeventig die niet beschermd zijn. Met een tiende van dat bedrag kunnen ze van Diest een perfecte kazerne maken.’ Brouwers en Aerts zijn er nog altijd verontwaardigd over. In antwoorden op parlementaire vragen hing minister De Crem een middeleeuws beeld op van het leven op de Citadel. Het water stond er tot de enkels, voorraden dienden met een takel uit de kerkers te worden gehaald. Zwaar overdreven van dat insijpelend grondwater, die takel was trouwens een heuse goederenlift. Maar in de antwoorden van De Crem schuilt volgens Brouwers ook een sprankel hoop. ‘Het bewijst dat de minister echt niet goed geïnformeerd was toen hij deze beslissing nam’, zegt hij. ‘Als hij de juiste cijfers en gegevens kent, zal hij zijn vergissing inzien. Alleen dwazen veranderen nooit van mening, en de minister is allesbehalve een dwaas.’

Complot

Gewezen korpscommandant Aerts geeft een rondleiding in zijn museum, inclusief verrassende bespiegelingen bij enkele grote momenten uit de naoorlogse geschiedenis van het Belgisch leger die hij zelf heeft meegemaakt. Restore Hope, de VN-missie van 1992 in Somalië? ‘Onze deelname was totaal zinloos, behalve dan om Willy Claes aan zijn job bij de NAVO te helpen.’ Iets verder in het geheugen ligt het optreden van 1 Para bij de Limburgse mijnstaking van 1966. ‘We werden opgevorderd om de Rijkswacht te versterken, onze taak was het bewaken van de mijninstallaties. De stakers hadden voor ons meer sympathie dan voor de Rijkswacht. Het gebeurde dat er twee generaties tegenover elkaar stonden, de zoon bij de para’s en de vader bij de mijnwerkers.’

Aerts komt pas goed op dreef wanneer hij het over het Grote Complot tegen de paracommando’s heeft, een duivels plan waarvan het reduceren van de para’s tot twee eenheden slechtst de zoveelste episode vormt. Het begon al met Jean Piron, bevelhebber van de gelijknamige brigade die volgens de overlevering bijna in haar eentje België heeft bevrijd. ‘Piron lobbyde na de oorlog voor het opheffen van het regiment para. We liepen hem voor de voeten, hij wilde alle pluimen van de bevrijding op zijn eigen hoed steken.’ Het echte complot zou later worden gesmeed, in de schoot van de landmacht. Terwijl alle gevechtseenheden in Duitsland werden gelegerd, bleven alleen de paracommando’s in België achter. Aerts: ‘Wij waren stand-by voor dringende opdrachten. Logische keuze, want snelheid en flexibiliteit zijn ons handelsmerk. Nog altijd, we zijn erop getraind om binnen acht uur te vertrekken en 72 uur autonoom te opereren in afwachting van steun. Die kwaliteiten hebben we kunnen demonstreren, vooral bij de operaties in Congo. Dat heeft ons achteraf veel lof en eretekens opgeleverd, maar niet iedereen was blij. In Duitsland, waar de troepen zich in de loopgraven lagen te vervelen, werd knarsetandend naar onze exploten gekeken. Zo is de hetze tegen het regiment paracommando ontstaan. In 2001 hebben onze tegenstanders bijna hun slag geslagen. Onze brigadestaf werd opgedoekt, de para’s zouden niet langer als autonome eenheid functioneren. Onder druk van hevig verzet hebben ze dat plan teruggeschroefd. Sindsdien opereren we als Immediate Reaction Capability, geen volwaardig regiment meer, maar een autonome eenheid met een staf van vijftig man. Dat is veel te weinig, een normale brigadestaf telt 160 militairen.’ Jos Brouwers knikt instemmend. ‘Volk genoeg om oefeningen en operaties te leiden’, pikt hij in. ‘Maar niet genoeg om te lobbyen als in Evere de kaarten worden verdeeld. We zien het ook nu weer. 1 Para wordt opgedoekt, terwijl onze korpscommandant en zijn staf in Afghanistan zitten.’

Wat moet er van het Pegasus Museum worden als het Plan-De Crem onverkort wordt uitgevoerd? Roger Aerts maakt zich geen illusies. ‘Dan verdwijnt ook het museum’, zegt hij bitter. ‘Net zoals de naam, het wapenschild en de tradities van het moederbataljon. Meenemen naar 3 Para in Tielen? Die zitten daar niet op te wachten. Trouwens, ze hebben daar al hun eigen museum.’

DOOR ERIK RASPOET/foto’s franky verdickt

‘Het valt eraan te zien dat dit plan is opgesteld door hoge officieren met topsalarissen. Die hebben geen voeling meer met gewone soldaten die met 1500 euro in de maand moeten rondkomen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content