Vijftig jaar geleden opende de Rotterdamse boekhandel de Slegte zijn eerste Vlaamse filiaal op de Antwerpse Meir. Later kwamen er een antiquariaat bij op de Wapper en nog zeven filialen in Vlaanderen. Steeds meer klanten vonden de weg naar het boekenparadijs. Zelfs schrijvers schamen zich nu niet langer als hun boeken bij de Slegte terechtkomen, zegt hoofd antiquariaat Kris Landuyt. ‘Tenslotte lig je bij ons naast Shakespeare, Dante en Goethe.’

Van luxueuze kunstboeken en tweedehandspockets tot splinternieuwe romans en waardevolle collector’s items. Voor wie gebeten is door het boekenvirus, is de Slegte een gedroomd onderduikadres. De 27 filialen – 18 in Nederland en 9 in Vlaanderen – bieden samen permanent zo’n twee miljoen boeken aan, waarvan een half miljoen in Vlaanderen. Meer dan 45.000 boeken staan online. En hoewel de internethandel terrein wint, wil de Slegte met lezingen, tentoonstellingen en andere activiteiten zijn klanten naar de winkels blijven lokken. Met het oog daarop komt er ook een volledige restyling, met een nieuw logo. Wij spraken met Kris Landuyt, hoofd antiquariaat van de Slegte, over verleden, heden en toekomst van het bedrijf.

de Slegte bestaat in Nederland al veel langer dan bij ons.

KRIS LANDUYT: Het begon allemaal zo’n honderd jaar geleden met John de Slegte, lantaarnopsteker in Rotterdam. Hij bracht in de ochtend- en de avonduren licht in de binnenstad. Overdag had hij een bijbaantje als boekverkoper op de markt. Een bescheiden handel in tweedehandsboeken die hij moest afdekken tegen regen en wind. Men beweert dat hij ook een uitleenbibliotheek opstartte. Maar alle documenten uit het begin van de 20e eeuw zijn spoorloos. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging het archief van de Slegte in de vlammen op. Wanneer John de Slegte officieel met de zaak startte, zullen we vermoedelijk nooit te weten komen.

Zijn gelijknamige zoon volgde hem in de branche op. Ook in Amsterdam, Den Haag, Haarlem en Utrecht werden filialen opgericht. Al voor de oorlog begon men op bescheiden schaal boeken te verramsjen. Restanten van uitgeverijen werden ingekocht. Maar pas na de oorlog groeide de formule zoals we die nu kennen.

Bleef de zaak dan open tijdens de oorlog?

LANDUYT: Twee van de vijf winkels werden gesloten. Eind jaren vijftig was de tijd rijp voor nieuwe expansie, en in 1959 kreeg de Slegte een filiaal in Antwerpen. Vanaf 1975 werd de Slegte ook een begrip in Gent. Leuven volgde in 1984.

Wie heeft de Slegte uitgebouwd tot een heus concern?

LANDUYT: John de Slegte III nam in 1961 de zaak van zijn vader over. Hij legde de basis voor de expansie en bloei. De algemene leiding is nu in handen van Ron Mulders. Hij werd aangezocht door Jan Bernard, de zoon van John de Slegte III. Mulders komt met steeds weer nieuwe initiatieven. Onze ramsjinkoper zoekt zeer gericht naar restanten bij uitgeverijen in binnen- en buitenland. Zodat ook nieuwe boeken er te koop zijn tegen zeer interessante prijzen. Oude, antiquarische boeken, speciale collector’s items op het gebied van kunst en literatuur zijn visitekaartjes van de wat grotere winkels. Het antiquariaat op de Wapper profileert zich ook met bibliofiele uitgaven en de aan- en verkoop van handschriften, briefwisseling of andere literaire archivalia.

Wat is de houdbaarheidsdatum van een doorsneeboek voor het bij de Slegte onderdak krijgt?

LANDUYT: Dat is sterk geëvolueerd. Vroeger kon je een interessant boek ongeveer twee jaar lang in de betere boekhandel vinden. Althans in Nederland was dat zo. Als een boek nu na een half jaar nog in de rekken van de reguliere boekhandelaar staat, mag je juichen.

Het boekwezen heeft de laatste jaren een metamorfose ondergaan. Uitgeverijen fuseerden, de druktechnieken zijn geperfectioneerd, de populaire non-fictie beleeft een hausse. Ik moet toegeven dat er ook veel minder titels worden verramsjt. Ik heb de indruk dat de uitgeverijen een soort verdwijntruc hanteren. Al krijgen wij nog steeds onze wekelijkse toevoer.

De actieradius is toch duidelijk verbreed?

LANDUYT: Als je een breder aanbod hebt, versterk je je firma. Behalve de ramsj hebben we ook een uitgebreider tweedehandsaanbod van boeken die vaak moeilijk te vinden zijn. Daar zorgen onze lokale inkopers voor. Die hebben vaak ook een eigen persoonlijke interesse, wat de winkel soms een verrassend profiel geeft. In de ene winkel zul je naast het algemene aanbod veel wetenschappelijke werken en non-fictie aantreffen. In een ander pand vind je een berg kinderboeken, strips of kookboeken.

Heeft de recessie enige invloed gehad op jullie verkoop?

LANDUYT: Niet echt. Integendeel zelfs, in de donkerste dagen van de recessie heb ik mijn duurste boeken verkocht!

Is België een paradijs van grote verzamelaars?

LANDUYT: Ongetwijfeld. Het is trouwens fijn om te zien dat die mensen meestal grote interesse hebben voor gedegen wetenschappelijk onderzoek over het materiaal. Ze koesteren hun boeken, ze hebben interesse voor het karakter van de letter, het bindwerk, de achtergronden van hun boeken of handschriften. Steeds vaker merk ik dat verzamelaars zich ervan bewust worden dat ze ook de schatbewaarders zijn van een deel van het culturele erfgoed.

Hoe krijg je toegang tot al die waardevolle parafernalia? Bent u de privédetective van de Slegte?

LANDUYT: Veel is afhankelijk van de feeling die je hebt voor die dingen. En je moet op diverse fronten actief zijn. Mijn interesse ging aanvankelijk vooral naar de literaire avant-garde. Dan krijg je verzamelaars die bepaalde items zoeken of verkopen en zo gaat de bal aan het rollen. Een verzamelaar reageerde op de aankondiging van een tentoonstelling rond Claus door me het originele manuscript van Het verdriet van België aan te bieden voor de expo. Enkele jaren later mochten we het ook van hem kopen. De verkoop van dat handschrift heeft een massale weerklank gekregen. Sindsdien krijgen we uiteraard veel handschriften en andere hebbedingetjes aangeboden.

Vanwaar die grote passie voor Hugo Claus?

LANDUYT: Claus was een figuur die me als schrijver en als mens buitenmatig heeft gefascineerd. Iemand met zo’n veelzijdige creativiteit dwingt ontegensprekelijk grote bewondering af.

U hebt hem regelmatig ontmoet?

LANDUYT: Dat klopt. Hij toonde ook grote belangstelling voor de manier waarop ik met zijn oeuvre omging, onder andere als medesamensteller van de bibliografie Hugo Claus voor twaalf lezers en een snurkende recensent. Voor de tentoonstellingen waren er bijvoorbeeld veel bruiklenen van hem afkomstig. We hebben ooit zelfs een dichtbundel gepubliceerd die hij exclusief voor ons had gemaakt.

Poëzie is uw grote passie?

LANDUYT: Rond mijn twintigste ontdekte ik de poëzie als een unieke vorm van literatuur. Waarom iets precies op die ene bepaalde manier geformuleerd wordt, fascineert me. De eigen stijl van een dichter, en ook de evolutie daarin, vind ik uitermate boeiend.

Hoe bent u bij de Slegte terechtgekomen?

LANDUYT: Als student. Thuis werden we naar de Slegte gestuurd om voordelig onze schoolboeken aan te kopen. Zo leren nog altijd veel mensen ons kennen, vermoed ik. Als groentje moet je vooral boeken rangschikken en kassawerk doen. Een diploma is niet vereist. Belangstelling voor het product en een open blik volstaan. Fijn is ook het rechtstreekse contact met de klanten. Sommigen van hen zijn wandelende encyclopedieën.

Nu bent u verantwoordelijk voor het antiquariaat.

LANDUYT: Ik ben filiaalhouder van het Antwerpse antiquariaat op de Wapper. En ik ben belast met enkele meer coördinerende functies, zoals het begeleiden van zeer speciale of hele grote inkopen (soms hele collecties), de deelname aan beurzen en de verdere ontwikkeling van de website. En nu onlangs ook het jubileumproject ’50 jaar de Slegte in België’.

Denkt de Slegte aan nieuwe projecten?

LANDUYT: Voor een boekhandel is het sowieso belangrijk evenementen te organiseren. Tegenwoordig bestel je bij wijze van spreken vanuit je luie zetel een boek via het internet. Je moet mensen dus aansporen om naar je winkel te komen. Je brengt een dichter in levenden lijve in je pand bij de voorstelling van een dichtbundel. Je kunt tentoonstellingen organiseren. De eerste expositie die we maakten had als thema het leven en werk van Hugo Claus. Daar waren unieke documenten bij die nog nooit waren getoond. Expo’s rond Gerrit Komrij’s Kakafonie of het oeuvre van Leonard Nolens volgden. Naar aanleiding van ons jubileumjaar hebben we een kleine expositie rond de Oostakkerse Gedichten, met het oorspronkelijke manuscript dat ons door een verzamelaar in bruikleen is gegeven. Bovendien verschijnt er een boekje met een aantal facsimile’s van het originele handschrift.

Hebt u ook zulke plannen met andere schrijvers?

LANDUYT: Ja natuurlijk, en het hoeft zeker niet bij dichters te blijven. Al staan we daar het verst mee. Zo hebben we wel een reeks poëzie-uitgaven op de markt gebracht. Ik denk aan Gerrit Komrij met zijn bundel Fata Morgana (2005). Hafid Bouazza publiceerde bij ons Het lied van de regen (2006). Overigens een van de weinige tweetalig Arabisch-Nederlandse bundels tout court. Voorlopig laatste in de reeks was Cees Nootebooms Licht overal. Telkens brengen we naast de ongenummerde editie ook een bibliofiele variant in een beperkt aantal exemplaren. We afficheren ook signeersessies, voorleesmomenten…

Op dat gebied heeft er duidelijk een kentering plaatsgevonden. Als je vroeger als schrijver met je boeken in de Slegte lag, werd dat beschouwd als een regelrechte afgang. Gelukkig lijken we nu voorgoed verlost te zijn van de slechte naam die we in schrijverskringen hadden. Tenslotte lig je bij ons naast Shakespeare, Dante en Goethe.

de Slegte heeft nog meer toekomstplannen?

LANDUYT: Jazeker. Vorig jaar kreeg de winkel in Den Haag als eerste een volledige restyling, met nieuwe kleuren en een nieuw logo. Die aanpak gaan we nu stapsgewijs en een voor een in onze an- dere winkels toepassen. Net zo met onze website: de afgelopen twee jaar hebben we een inhaalbeweging gemaakt. Er staan nu reeds meer dan 45.000 boeken online. Maar ook hiermee staan we pas aan het begin van onze plannen. Niet voor niets kozen we de slogan ‘Al 50 jaar de meest verrassende boekhandel in Vlaanderen’. Dat willen we nog wel even zo houden.

DOOR JAN HAERYNCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content