In 32 jaar presidentschap van Zaïre bouwde Mobutu Sese Seko een enorm fortuin op. Het verhaal van een meesterverduisteraar.

Het standbeeld van Sir Winston Churchill kijkt uit over de naar die ereburger genoemde laan. Een doodlopende zijstraat van de Avenue Churchill in het Zuid-Franse Cap-Martin leidt naar de zwaar bewaakte residentie van de Zaïrese president Mobutu Sese Seko. Een plaatselijk vastgoedmakelaar schat de waarde van de Villa Del Mare op 150 à 180 miljoen frank.

?We zien vooral de kinderen die hem vergezellen,? zegt de eigenaar van de vlakbijgelegen kranten- en snoepwinkel. ?Ze zijn zeven, acht jaar, lopen binnen met duizenden frank op zak en kopen alles wat ze zien. Die kinderen zijn rijker dan ik. Maar nu we weten hoe Mobutu aan zijn geld kwam, lusten we hem niet meer. Mocht hij hier z’n pensioen willen komen uitzitten, dan protesteren we. Het hele Franse volk zou zich daar tegen verzetten.?

Het Mobutu-verhaal draait om ijdelheid en corruptie. Het verklaart hoe en waarom een excentrieke dictator erin slaagde in 32 jaar presidentschap zoveel mensen voor zijn kar te spannen. Het is ook een verhaal over persoonlijke verrijking, plundering van een van Afrika’s rijkste landen en internationale medeplichtigheid aan het oneigenlijk gebruik van fondsen. De Britse krant The Financial Times stelt boud dat instellingen met de zegen van regeringen financiële steun bleven toesteken, hoewel ze wisten dat Mobutu het geld van in het begin in eigen zak stak of verkwistte. Slechts een klein deel van de ?hulp? kwam het gewone volk ten goede.

Het fortuin van Mobutu is al jaren een bron van speculatie. In 1984 schatte een documentaire van de Amerikaanse televisiezender CBS de totale rijkdom van de Zaïrese president op vier à vijf miljard dollar, of het equivalent van de toenmalige buitenlandse overheidsschuld van diens land. De uitzending van de documentaire door de RTBf, in 1989, bracht een giftige Zaïrese campagne op gang, tegen de Belgen en tegen het Belgische vorstenhuis.

THUIS IN BELGIE

Vastgoed vormt het zichtbaarste deel van het fortuin. Villa Del Mare is maar één van minstens twintig buitenlandse eigendommen van Mobutu en zijn entourage. Dat patrimonium zou naar schatting meer dan een miljard frank waard zijn. Een hotel en verscheidene residenties in Zuid-Afrika, plus een koffieplantage in Brazilië zitten daarin niet eens verrekend. Bovendien valt niet alles te achterhalen. Veel bezittingen staan op naam van spookfirma’s, zakenvrienden, familieleden.

The Financial Times schrijft dat het grootste deel van de eigendom van Mobutu nog altijd in België te vinden is. Volgens het weekblad Jeune Afrique bezat Mobutu in 1989 vierentwintig gebouwen in België. Een wat drieste belastingontvanger liet in 1988 zelfs bewarend beslag leggen op een van de huizen. Want de president had al vijf jaar geen onroerende voorheffing betaald over het domein Fond’Roy (?Vronerode?). Na een rel werd de zaak in der minne geregeld : twee miljoen achterstallen werden betaald, de verwijlintresten van anderhalf miljoen kwijtgescholden.

Zo’n mededogend gebaar had Mobutu niet echt nodig. Uit onofficiële verslagen van het Amerikaanse ministerie van Financiën en het Internationaal Muntfonds (IMF) blijkt dat halfweg de jaren tachtig zijn hele fortuin zo’n vier miljard dollar bedroeg. Sindsdien kalfde zijn macht af en schoten zijn uitgaven de hoogte in.

Mobutu dreef als product van de Koude Oorlog op de politieke spanning en ontspanning tussen Oost en West. In 1960 werd Patrice Lumumba premier van het pas onafhankelijk geworden (ex-Belgisch) Kongo. Hij verwachtte veel van het Oostblok, tot ongenoegen van Washington. De Amerikaanse geheime dienst CIA vond een andere leider, die het land uit de greep van de commmunisten zou houden. De dertigjarige bevelhebber van het leger Joseph-Désiré Mobutu werd hun man. Zijn aanhangers arresteerden en vermoordden Lumumba, waarmee ze een plan van de CIA uitvoerden.

?Zaïre was rijk,? legt voormalig CIA-chef in Zaïre John Stockwell uit. ?Meteen na de onafhankelijkheid gingen de Verenigde Staten daar aan de slag. Iedereen was onder de indruk van Mobutu. Niemand voorzag wat hij zou worden.?

Zo klinkt ook Leo Tindemans (CVP), als premier en buitenlandminister jarenlang een bevoorrecht gesprekspartner van de president. ?In het begin dachten we dat alleen Mobutu Zaïre kon leiden. Hij bezat het talent, de intelligentie. Maar hij veranderde, wou geld en haalde het waar hij kon : bij privé-firma’s en regeringen. Hij kende niets van financieel beheer maar dat hinderde hem niet. Hij wist immers dat het geld bleef binnenstromen. Gezamenlijk optreden was erg moeilijk. De ene investeerders vrijden Mobutu op en de andere steunden de oppositie. Maar iedereen wist waar de macht lag.?

Emmanuel Dunga, ex-lid van de Zaïrese geheime dienst, voegt daaraan toe : ?Mobutu vond het leuk om buitenlandse politici te corrumperen en te bedriegen. Daar had hij veel geld voor over.?

Presidenten, generaals, spionnen en bankiers lieten Mobutu meer dan dertig jaar zijn gang gaan. Hij was een noodzakelijke bondgenoot tegen het communisme. Met het einde van de Koude Oorlog was zijn rol uitgespeeld, maar zijn fortuin was groot genoeg om aan de macht te blijven.

GEEN KLEINGELD ALSTUBLIEFT

Na zijn coup van 1965 riep Mobutu zichzelf uit tot staatshoofd. Kongo was rijk en vruchtbaar. Het beschikte over koper, kobalt, diamant, kostbaar hout, koffie- en cacaoplantages. Tussen 1970 en 1994 leenden en schonken westerse donors 8,5 miljard dollar aan zijn land. In die periode (minus vijf jaar, waarvoor geen cijfers beschikbaar zijn) beliep de export volgens het IMF 10,7 miljard dollar.

?Wie die sommen voor ogen heeft, kan bezwaarlijk zeggen dat de hulp veel bijdroeg tot de verbetering van de economische of sociale toestand van het land,? staat in een recent intern verslag van de Wereldbank.

Sommigen werden beter van de steun. Mobutu gebruikte de rijkdom van zijn land om opposanten aan zijn kant te krijgen, critici te muilkorven en beulen te belonen. ?Hij maakt handig gebruik van cliëntelisme en heeft heel veel geld nodig om aan de macht te blijven,? verklaarde een Amerikaanse ex-staatssecretaris voor Afrikaanse Zaken die in zijn carrière dagelijks contact had met Mobutu. ?Hij betaalt de tienduizend man van zijn presidentiële garde (DSP) uit eigen zak. Gek genoeg vertrouwde hij velen die hem bestalen. Zijn kinderen inbegrepen. Hij gaf ze vijf miljoen dollar om te investeren en ze eigenden zich het geld gewoon toe.?

?In de eerste jaren van zijn leiderschap ontving Mobutu 20 à 25 miljoen dollar CIA-geld en Amerikaanse hulp,? getuigt Stockwell. Toen de Angolese burgeroorlog in 1975 uitbrak, werd hij nog belangrijker. Washington maakte hem geld over om de Unita-rebellen te steunen in hun strijd tegen de Moskou-gezinde Angolese regering. ?Toen Cuba zijn invloed in Angola uitbreidde, werd Zaïre immens belangrijk. Onder leiding van de Amerikanen koos het Westen ervoor Mobutu op alle terreinen ter wille te zijn,? verklaart de toenmalige Belgische premier Tindemans.

?In het begin van de oorlog stortte de CIA een miljoen dollar op rekening van Mobutu. Hij moest het geld doorsluizen naar de Angolese rebellen, maar het belandde nooit bij hen. Ondanks zware druk gaf Mobutu het ook nooit terug,? zegt Stockwell, die voor de CIA de operatie-Angola runde. ?Iedereen in de CIA wist dat hij enorme kapitalen inpikte.?

Hij had zoveel bronnen van inkomsten dat hij een keer 25.000 dollar weigerde aan te nemen, die de CIA-chef in Kinshasa hem wou overhandigen. Kleingeld was niet aan hem besteed.

Vanaf eind de jaren zestig kende het parlement Mobutu, afgezien van de dotation présidentielle, officieel 30 à 50 procent van het staatsbudget toe voor ?investeringen?. In 1988, bijvoorbeeld, ging het om 65 miljoen dollar. Parlementaire controle op de besteding ervan was er niet.

Behalve die ?subsidies? ontving de president nog geld voor ?politieke instellingen?, zoals zijn partij MPR en de ?liefdadigheidsinstelling? Fondation Mama Mobutu die bestaat uit gezaïriseerde plantages en veekwekerijen.

BLUMENTHAL WIST HET

Twee Amerikaanse onderzoekers gingen de cijfers van de Wereldbank over de periode 1980-1987 na. Ze ontdekten dat de president in 1986 van het parlement 15 miljoen dollar ontving, maar zelf 94 miljoen dollar uitgaf, terwijl de ?politieke instellingen? 172 miljoen dollar besteedden. Het verschil tussen de officiële inkomsten en de uitgaven van de president en zijn entourage wijzen op fabelachtige bronnen van inkomsten.

Er was het CIA-geld, maar Mobutu beschouwde de staatskas als zijn privé-portefeuille. Zaïrese parlementaire commissies, geciteerd in Jeune Afrique, becijferden dat hij tussen 1976 en 1979 openlijk zo’n driehonderd miljoen frank uit de schatkist plukte. Zijn ouders trokken zestig miljoen voor het dekken van hun behoeften. In 1989 meldde de Wereldbank dat 209 miljoen dollar van de staatsbesteding toegewezen was voor ?andere goederen en diensten?, zoals de Centrale Bank van Zaïre noteerde.

?Er bestaat geen enkele kans dat de schuldeisers van Zaïre ooit hun geld terugzien (…) Mobutu en zijn regering betalen de staatsschuld nooit terug. Er was en is één groot obstakel : de corrupte ploeg aan de macht,? verklaarde Erwin Blumenthal in een geheim IMF-rapport van 1978. De vooraanstaande Duitse bankier wist waarover hij het had. Hij moest namens het IMF de Centrale Bank in Zaïre hervormen.

In 1979 schreef Blumenthal aan toenmalig IMF-directeur Jacques de Larosière (nu hoofd van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) dat Zaïre een puinhoop was. In 1982 werd het Blumenthal-rapport algemeen bekend. Het beschrijft de stelselmatige plundering van het land. Blumenthal wees zeven buitenlandse banken aan (in Brussel, Parijs, Genève en New York) waar speciale rekeningen op naam van de Centrale Bank van Zaïre bestonden. Op die rekeningen kwamen miljoenen dollar terecht ; exportwinsten die nooit werden overgeboekt naar Zaïre. In 1978 moest de genationaliseerde koper- en kobaltgigant Gécamines zijn volledige exportopbrengst op een presidentiële rekening storten.

Ondanks het Blumenthal-rapport werd de steun aan Mobutu niet opgeschort, maar verhoogd. Want juist in die periode begonnen de Cubaanse soldaten in Angola te arriveren. In 1988 vochten er daar 50.000 met de marxistische regering tegen Unita. Het ?rode gevaar? in Afrika zette er de Amerikanen toe aan om Mobutu voort te steunen. Van 1967 tot 1982 kende het IMF Zaïre negen leningen toe van in het totaal 231 miljoen dollar aan speciale trekkingsrechten (internationale reservemunt om tekorten in de betalingsbalans tijdelijk op te vangen). Nadat het volledige Blumenthal-rapport in 1982 was verschenen, kreeg Zaïre drie keer meer steun. Noch het IMF, noch De Larosière willen daarover commentaar kwijt.

Voormalig hoofd van het Afrikaans departement van het IMF, Mamadou Toure : ?Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig gebeurden vreemde dingen in Zaïre. We hadden ontdekt dat een deel van de exportopbrengsten terecht kwamen op buitenlandse rekeningen en niet voorkwamen in de boeken van de Centrale Bank. Soms liet Mobutu weten dat hij geld nodig had. Een ambtenaar reisde dan naar Europa en haalde geld van de speciale rekeningen. Niemand op de Centrale Bank durfde daarover iets te zeggen. Iedereen gehoorzaamde Mobutu.? Dat bevestigde ook Blumenthal. Mobutu had de gewoonte de gouverneur van de Centrale Bank op te bellen en geld te bestellen.

14.000 FLESSEN WIJN

Toch liep niet alles gesmeerd. In 1978 stortten de koperprijzen in. De president zag zijn inkomen krimpen en tegelijk eiste zijn gevolg om betaald te worden in dollar in de plaats van in steeds waardelozer wordende zaïre. In de jaren tachtig kreeg hij de controle van het IMF op zijn dak. Niet dat het nazicht veel uithaalde, maar er diende toch iets voorzichtiger verduisterd.

In 1990 ging Mobutu onder pressie van het Westen ?democratiseren?. Volgens een vooraanstaand Amerikaans ambtenaar had hij daartoe kapitaal nodig. ?Hij zette 45 partijen op, zodat hij temidden het politieke gehakketak aan de macht kon blijven. Het geld haalde hij bij de mijnbedrijven : eerst de kopermijnen, dan de diamantontginning.? En sinds vorig jaar vergooit hij miljoenen dollar aan Bosnische-Servische huurlingen om zijn regime te redden.

De Amerikaanse krant The Washington Post citeert Amerikaanse en Europese diplomaten. Die schatten dat Mobutu de voorbije maanden anderhalf miljard frank besteedde aan wapens en huurlingen. De helft van dat geld haalde hij uit de Zaïrese schatkist. Het was bestemd om democratische verkiezingen te bekostigen.

Door de opmars van de rebellen raakte Mobutu in Zaïre bezittingen kwijt. Zoals zijn luxe-eigendom in Gbadolite met marmeren paleis, olympisch zwembad en landingsbaan voor de grootste vliegtuigtypes. In Kinshasa behoudt hij nog altijd het presidentiële domein Nsele en zijn rivierschip Kamanyola. De boot is voorzien van oestervormige zetels, overtrokken met roze zijde. Het presidentiële embleem een luipaardhoofd staat op bestek, tafellinnen en servies.

Mocht hij alles kwijtspelen in Zaïre, dan is hij niet tot de bedelstaf veroordeeld. Hij heeft aandelen in Zwitserse en Duitse firma’s, geld op buitenlandse banken en dus zijn vastgoed. In België heeft hij nu zeker nog een tiental eigendommen : kantoorgebouwen, kastelen, villa’s met grote parken. Bijna allemaal in dure gemeenten in en om het Brusselse, zoals in Ukkel. Een van bezittingen ligt vlak bij het museum voor Midden-Afrika in Tervuren, gebouwd ter ere van Leopold II, de eerste die Zaïres rijkdommen begon weg te slepen.

In Parijs, bij de Arc de Triomphe, heeft hij een appartement op de Avenue Foch : een pied à terre van achthonderd vierkante meter in het exclusieve 17ième. De man die zijn zeven luipaardmutsen maakte, woont in de buurt. De plek is ook goed gelegen voor bezoeken aan Franse presidenten, die Mobutu altijd steunden.

Verder naar het zuiden is er het vakantieverblijf in Cap-Martin en het ruim acht hectare groot landgoed Casa Agricola Solear in Areias de Porches. Daar, in het Portugese Algarve, bevat de kelder 14.000 flessen wijn. Daaronder zou zich naar verluidt een voorraad oude port bevinden. Mobutu heeft namelijk een voorkeur voor wijn uit zijn geboortejaar 1930. Het huis (huidige marktwaarde ruim 80 miljoen frank) staat op naam van een vennootschap, met als directeur Jaime de Cunha Viana. Viana is een zakenman uit Oporto en was de belangrijkste vertegenwoordiger van de grote Portugese gemeenschap in Zaïre. Hij wordt beschouwd als de vertegenwoordiger van Mobutu in Portugal.

De ?Spaanse belangen? van Mobutu bestaan onder meer uit een villa en verscheidene hotels in Marbella. Zijn luxehuis in de wijk Boadilla del Monte in Las Lomas, een voorstad van Madrid, werd in 1983 tegen 1,38 miljoen dollar op naam van zijn schoonzus aangekocht.

ZOEKEN BIJ DE BANKEN

Wat op zijn bankrekeningen staat, is onduidelijk. In 1991 probeerden België, de Verenigde Staten en Frankrijk zijn financiële vermogen na te vlooien. Parijs en Washington zagen er van af de tegoeden te bevriezen omdat het ?om zo weinig? ging. België hield het erop niet over de wettige middelen te beschikken om tot beslag over te gaan. In 1993 werd in de Verenigde Staten nog maar eens gedacht aan de blokkering van tegoeden om Mobutu tot democratisering te dwingen. Maar alweer vond men dat niet opportuun.

In het rapport-Blumenthal van 1982 staat te lezen dat onder meer Bank Brussel Lambert, Paribas, Crédit Commerciale, Banque Indo-Suez, Midlandbank en Union Bank of Switserland zaken deden met Mobutu. Gevraagd of dat klopte, beriepen die instellingen zich op het bankgeheim. Alleen de Britse Midland Bank verklaarde dat ze ?geen enkel spoor vond van een rekening op naam van Mobutu. We hebben wel een rekening van een bank in Zaïre, maar daarop beweegt sinds jaren niets meer.?

Wie zoekt, vindt. In het rapport van Hugo Van Dijck, Belgisch diplomaat in Luxemburg, komt de naam van Mobutu alleszins voor. Zoals de Libische leider Muammar Kadhafi, de Iraakse president Saddam Hussein en de overleden president van de Centraal-Afrikaanse Republiek Jean-Bedel Bokassa gebruikte ook Mobutu zijn Luxemburgse rekeningen om fabelachtige sommen wit te wassen.

Vorige maand vroeg de Zwitserse Eidgenössische Bankenkommission, die toezicht houdt op alle banken, aan haar leden of zij rekeningen hadden op naam van Mobutu. Sinds 1986 en de ontdekking van miljarden op rekening van de voormalige Filipijnse dictator Ferdinand Marcos bestaan er immers richtlijnen die willen dat Zwitserse banken geen financiële vrijhaven mogen zijn voor dictatoriale en corrupte regimes. De grootste twaalf Zwitserse banken meldden geen spoor te hebben gevonden van rekeningen van Mobutu. Het zou ?een enorme verrassing? voor hen zijn, mochten ze er toch een hebben ontdekt. ?Als hij bij zijn verstand is, heeft hij zijn geld al lang weggehaald uit Zwitserland,? zegt een bankier vroom. ?Tenslotte blokkeren wij al elf jaar alle rekeningen van Marcos.?

Het Zwitserse socialistische parlementslid Jean Ziegler, die al jaren strijd voert tegen de duistere rol die Zwitserse banken spelen, gelooft niet dat het geld van Mobutu is weggehaald. ?We hebben het niet over dertig miljoen op een spaarboekje. We praten over een financieel imperium dat Mobutu in dertig jaar opbouwde.? Ziegler is ervan overtuigd dat Mobutu verscheidene miljarden dollar in Zwitserland belegde. Hoe langer de Zwitserse regering echter wacht om de tegoeden te bevriezen, hoe groter de kans dat het geld verdwijnt. ?En als dat gebeurt, is de Zwitserse regering medeplichtig aan fraude en verduistering op grote schaal,? zegt Ziegler. De Zwitserse regering ?handelt dwaas?. De houding ten aanzien van Mobutu weerspiegelt ?de Zwitserse hypocrisie? die de relatie met Zaïre altijd kenmerkte. Die relatie bekoelde pas vorig jaar in november, toen Zwitserland weigerde het visum van Mobutu te hernieuwen, na diens prostaatoperatie (augustus) in Lausanne.

Mobutu had hooggeplaatste vrienden. De Zwitserse politicus die het dichtst bij hem stond, was Nello Celio, een lid van de Radicaal Democratische Partij en president in 1972. Celio, die in 1995 overleed, zat in de raad van bestuur van Crédit Suisse en was een tijd voorzitter van Alusuisse, het enige Zwitserse aluminiumbedrijf. Hij was op de hoogte van de plannen van Alusuisse om in Zaïre een alumiumsmelterij op te zetten en was ook voorzitter van Eurotrust, een groot investeringsfonds met belangen in Zaïre.

Terwijl de doodzieke Mobutu zijn regime weet vallen, blijven aard en omvang van zijn globale bezit geheim. Na zijn dood zullen velen opdagen een deel van zijn erfenis op te strijken. Maar het Zaïrese volk zal ook proberen te recupereren wat het ontstolen is. Rebellenleider Laurent-Désiré Kabila eist dat alles wat verduisterd is, aan het land teruggeven wordt. De vraag is of regeringen de moed zullen hebben hun banken te dwingen het fortuin van Mobutu op te sporen.

Copyright Knack/The Financial Times. Bewerking : M.V.

Midden de jaren tachtig werd de rijkdom van Mobutu op 4 miljard dollar geschat. Tegen de koers van 1985 omgerekend, betekent dat 237 miljard frank.

Het vakantieverblijf in het Zuid-Franse Cap-Martin. Waarde : 176 miljoen frank. De buren zijn er niet opgezet met een terugkeer van de Zaïrese heer des huizes.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content