Het grote debat over de sociale zekerheid komt er aan. Niets te vroeg, want Frank Vandenbroucke maakt zich zorgen. Hij waarschuwt voor paarse overmoed. ‘De armoede begint licht te stijgen.’ Een gesprek.

Wat er in de politieke geplogenheden van dit koninkrijkje zoal is veranderd, het zit soms in de details. Vorige week vrijdag, na de ministerraad, hadden Frank Vandenbroucke (SP) en Laurette Onkelinx (PS) de sociale partners moeten ontmoeten om te praten over de aanstaande Europese top van Lissabon. Maar vakbonden en werkgevers stonden op de stoep te koekeloeren. De socialistische excellenties zaten op een persconferentie alwaar de premier er zich eens te meer van wilde vergewissen dat de media toch het Grote Verhaal zouden blijven snappen achter het geheel van paars-groene maatregelen. En dat Grote Verhaal, dat heet dus de actieve welvaartsstaat (voortaan: AWS).

Daar zaten ze dus in de wachtzaal, de sociale partners. Niet verwonderlijk dus dat Luc Cortebeeck (ACV) zaterdag op een congres wat zuur deed over deze regering.

Frank Vandenbroucke heeft niet de gemakkelijkste weg gekozen sinds hij uit Oxford terugkwam. Ergens halfweg het gesprek zal hij heel diep zuchten: ‘Als het gemakkelijk zou zijn, zat ik nu thuis in mijn zetel. Maar met alle respect, in uw vragen herken ik te veel het pessimisme van het intellect en te weinig het optimisme van de wil. Dat is het verschil tussen de analist en de politicus.’

Hij beheerst beide kunden en dat is nodig, want meerdere vraagstukken tegelijkertijd stormen op hem af. Lissabon is misschien wel een van de laatste grote kansen om van Europa iets meer te maken dan een grote markt. En op het thuisfront heeft hij eerder bange voorgevoelens over toekomst van de sociale zekerheid op middellange termijn.

Frank Vandenbroucke: Het Portugese voorzitterschap van de Europese Unie geeft mij hoop. Ook premier Antonio Guterres benadrukt dat de strategie voor een sociaal Europa erin moet bestaan om economische groei, werkgelegenheid en sociale bescherming hand in hand te laten gaan. Hij leek mij heel goed op de hoogte van wat wij onder de AWS verstaan. En ook Guy Verhofstadt verdedigt heel goed wat mij na aan het hart ligt.

Guterres kiest voor benchmarking en dus voor een methode waarbij we op zoek gaan naar de beste sociale prestaties in Europa om zo uiteindelijk te komen tot doelstellingen voor alle lidstaten. En hij hecht ook veel belang aan de High Level Group (HLG) die moet werken aan zo’n sociaal scorebord. Die HLG moet bovendien bestaan uit topambtenaren van de sociale zekerheid. Want de leefbaarheid van de pensioenen en de gezondheidszorg moet je bij uitstek door een sociale bril bekijken. Ik weet dat de Europese raad van ministers van Economie en Financiën (ECOFIN) daar anders over denkt, zoals blijkt uit hun resolutie over Lissabon. Als hun tekst de toon zou zetten in Lissabon, wordt de uitkomst ondermaats.

Ik zou willen dat Lissabon duidelijk maakt dat het de HLG toekomt, de ministers van Sociale Zaken en Arbeid, en de Europese Commissie om zich over gezondheidszorg en pensioenen te buigen. En niet alleen diegenen wier roeping het is om bekommerd te zijn om de beurzen en de overheidsuitgaven.

Dat laatste is de roeping van ECOFIN-ministers. Begrijpelijk. Maar vandaag vormen ze de stille regering van Europa en dat is onaanvaardbaar. Traditioneel liggen de ministers van Sociale Zaken en Arbeid altijd onderaan. Dat moet anders. Het is vreselijk belangrijk, want het heeft alles te maken met macht en democratie. Uiteindelijk wil ook de bevolking dat de sociale kaart bovenaan ligt in Europa.

Hoe ver de top van Lissabon zal geraken inzake concrete doelstellingen, valt nog te bezien. Guterres zoekt een middenweg. Je moet op z’n minst een indicatie hebben van de activiteitsgraad die je wilt halen. En we hebben ook nog eens benadrukt dat we een armoedenorm willen.

Mag het iets meer zijn? Lissabon wordt voor het socialisme in het algemeen en voor Frank Vandenbroucke in het bijzonder toch het moment van de waarheid. Nu moet u laten blijken waarom u wel in de regering zit en niet in het Europees parlement.

Vandenbroucke: Lissabon wordt inderdaad ook een beetje een test om te zien hoe ver de macht van een nationale minister van Sociale Zaken reikt in het Europese concert. Het is precies een jaar geleden dat ik voor het eerst zei dat Europa op een totaal nieuw spoor moest worden gezet met uitgesproken sociale doelstellingen. Ik zei toen nog dat dit een werk van lange adem zou worden. Vandaag merk ik dat het sneller vordert dan ik had durven te dromen. Ja dus, ik voel wel degelijk dat ik als minister op korte termijn efficiënter kan werken dan in het EP. Maar het is niet daarom dat ik in deze regering ben gestapt. Op termijn moét het EP steviger worden uitgebouwd. Ik heb de regeringsboot mee in elkaar geknutseld en heel wat mensen vonden het dan ook normaal dat ik er zelf zou instappen. Geloof me vrij, de ruwste zee moet wellicht nog komen.

Mogen we straks zeggen dat Lissabon een mislukking is als er geen armoedenorm uit de bus komt?

Vandenbroucke: Nee, dat is fout. Die norm is essentieel, maar Lissabon gaat verder dan dat. Jarenlang hebben conservatieven en liberalen ons voorgehouden dat je geen economische groei kon hebben zonder minder sociale bescherming. Lissabon is de erkenning dat ze samengaan. Europa aanvaardt nu dat het hart van het sociale Europese model de keuze inhoudt én voor werk én voor groei én voor sociale zekerheid. De Europese Commissie neemt voor het eerst zwart op wit het idee van de armoedenorm over. En ze stelt dat we de doelstelling inzake werkgelegenheid meetbaar, precies en hard moeten maken. Dat is een ontzettende doorbraak. Als de top van Lissabon dat proces in gang zet, ben ik al tevreden. En als de top een armoedenorm zou goedkeuren, ben ik euforisch.

U maakt zich er van af met een handigheidje.

Vandenbroucke: Maar neen. In uw vraag bespeur ik een zeker ongeduld en dat siert u, maar u mist perspectief. Het spoor dat geleid heeft naar de economisch-financiële samenwerking in Europa, is een succes geweest, maar loopt vandaag dood. Ik pleit voor een nieuw spoor. En zei ik vorig jaar nog dat we wellicht op korte termijn vrede moesten nemen met partiële doelstellingen, omdat ook Rome niet op één dag is gebouwd, dan stel ik vandaag vast dat we al verder staan. Zelfs in mijn Den Uyl-lezing eind vorig jaar in Amsterdam was ik nog voorzichtiger dan wat vandaag in de verklaring staat die we samen met Tony Blair in Gent hebben ondertekend.

Jarenlang hadden Europese socialisten een excuus: Margaret Thatcher en andere conservatieven. Dat valt nu weg. Dus de hoge verwachtingen, onder meer van uw partijgenoten, zijn toch legitiem?

Vandenbroucke: Ja, maar ze worden niet beschaamd als er uit Lissabon een engagement komt om systematisch te gaan samenwerken rond sociale bescherming. En als de HLG tegen het einde van het jaar een eerste proeve van sociaal scorebord kan afleveren. Ook wil ik een precisering van de doelstellingen rond werkgelegenheid. Het volstaat niet meer om aan te geven hoeveel jobs je wil, Europa moet ook richtsnoeren uitwerken over de kwaliteit ervan. Als je de liberalisering van de kapitaalmarkten wel kunt opleggen, waarom dan niet wat zachte dwang uitoefenen op de lidstaten om voorzieningen uit te bouwen zodat ook vrouwen carrière kunnen maken, bijvoorbeeld?

Ik wil geen vragen ontwijken. Er zijn in Europa inderdaad bijzonder veel sociaal-democraten aan de macht en dat geeft ons een enorme verantwoordelijkheid. Er staat vandaag een window of opportunities open, maar dat hoeft niet per se lang te duren. Kijk maar naar Oostenrijk. Grijpen we die kans vandaag dus of niet? Dat is de kwestie en daar moet Lissabon een cruciaal signaal in geven.

Ook in de Brits-Belgische Verklaring van Gent staan geen normen.

Vandenbroucke: Daar staat wel in dat er gemeenschappelijke doelstellingen moeten komen. Zeker in de Europese politiek moet je werken met efficiënte stappen en soms handige zetten. Het belangrijkste is dat we de Britten een eind hebben kunnen doen opschuiven. We zijn een kleine lidstaat, met een nieuwe regering waar ik zelf onverwacht in ben terechtgekomen. In die zin gaat het nogal een vaart. De AWS is een relatief concreet idee rond wat sociale doelstellingen zouden moeten zijn. En het feit dat zoveel mensen dat idee aantrekkelijk vinden, zegt iets over het potentieel ervan om in Europa bruggen te slaan. In Essen was de grote doorbraak het inzicht dat Europa het ook over werkgelegenheid moest hebben. Dan is de Europese Commissie beginnen te hameren op het belang van menselijk kapitaal, op de inzetbaarheid. En nu evolueren de geesten ook in de richting van een armoedenorm.

Blijft het enthousiasme over de AWS toch geen zaak van een gesloten Europees circuit? Het EP lijkt niet echt mee. Om de drie grote fracties op één lijn te krijgen, kieperde men daar vorige week alle concrete doelstellingen uit een resolutie over Lissabon.

Vandenbroucke: Dat was dom. Het EP vertrok van de illusie dat de AWS iets technisch is waar alle mensen van goede wil het over eens zouden moeten zijn. Quod non. Je moet er politieke keuzes voor maken.

Waarom hanteert Europa harde dwang als het om liberalisering gaat, en hoopt u voor het sociale alleen op zachte dwang? Is dat een keuze of is de sociaal-democratie gewoon te bescheiden?

Vandenbroucke: Nee, dat heeft een andere reden. Het sociale Europa kan nooit een eenheidsworst worden. De lidstaten zijn op dat punt te verschillend. Zelfs binnen België heb je de vraag om een gedifferentieerde sociale politiek mogelijk te maken. Zo moet je ook Europees wel de gemeenschappelijke doelstellingen vastleggen, bijvoorbeeld de toegang tot de gezondheidszorg, maar niet het precieze gebruik van de instrumenten. Laat lidstaten, regio’s en steden vrij om hun politiek van inschakeling te kiezen. Je kunt van de Britten niet vragen dat ze hun nationale gezondheidsdienst aanpassen aan die van ons. Je hebt een politiek op twee benen nodig. Er moet natuurlijk een Europese sociale wetgeving zijn, een aantal standaarden. Maar het tweede been is dat van de benchmarking: leg doelstellingen vast maar bied tegelijkertijd de vrijheid in de methode om die te halen.

Je voert geen sociale politiek zonder fiscalisering. Uitgerekend dat is voor de Britten een heilige koe. U praat met de Britten, maar het eerste wat sneuvelde, was het thema van de fiscale harmonisatie.

Vandenbroucke: Dat is niet gesneuveld, want het is niet eens voorgesteld. Ik ben het met u eens dat de Britten inzake fiscaliteit een onaanvaardbare positie blijven innemen. Maar ik reken erop dat ze over de brug zullen moeten komen. Ik geloof dat het voor democratisch verkozen politici verschrikkelijk moeilijk zal worden om zich te blijven verzetten tegen het idee van een Europese armoedenorm. En wie zich daarvoor engageert, engageert zich onverbiddelijk voor de uitbouw van welvaartstaten. Die correlatie is gewoon een statistisch feit. Als die locomotief eenmaal op het spoor staat, zal er vroeg of laat ook moet worden gesproken over de financiering van de sociale bescherming.

Dus u hebt de Britten iets aangepraat waarvan ze vandaag de consequentie nog niet inzien? Verdraaid, u bent slimmer dan Blair!

Vandenbroucke: Nee. De Britten hebben mijn Den Uyl-lezing ook gelezen en dat stond er al in. Ik zei u al dat we de Britten hebben laten opschuiven. En dat komt omdat ik zelf ook ben geëvolueerd. Had u mij drie jaar geleden gevraagd om over het sociale Europa te praten, dan had ik het uitsluitend over wetten en richtlijnen gehad. Vandaag heb ik het ook over dat tweede been. We mogen geen fout maken tegen het belangrijke principe van subsidiariteit, waar de Britten maar ook de Zweden en de Denen zoveel belang aan hechten.

Maar doe mij niet zeggen dat ik dus vind dat er Europees geen wetgevend werk meer zou zijn. Integendeel. Ik ervaar het hier elke dag steeds pregnanter. Het geneesmiddelengebruik bijvoorbeeld is een enorm probleem dat we alleen maar Europees zullen kunnen aanpakken. We staan in die sector tegenover machtige multinationals. Ik moet in België onderhandelen met bedrijven wier omzet bijna zo groot is als ons bruto binnenlands product. Die bedrijven hebben een enorme expertise. En kennis is macht. Wat kan een land als België daar nog tegenover stellen? We hebben Europese netwerken nodig, bijvoorbeeld voor de registratie van geneesmiddelen.

Moet u in dit dossier niet veeleer tegen uw liberale coalitiepartner opboksen dan tegen de ziekenfondsen?

Vandenbroucke: Ik stel inderdaad vast dat er bij de ziekenfondsen een engagement is om tot een rationeler geneesmiddelengebruik te komen. Maar het probleem zit ook niet in de coalitie. De farmaceutica staat voor enorme economische belangen. Ik ben voor innovatieve ontwikkelingen, maar ik wil ook dat oudere geneesmiddelen waarvan het patent allang verlopen is, goedkoper worden. En daar ervaar ik gigantisch veel tegenwind. Ik zoek geen oorlog met de industrie, maar ik wil wel dat het budget van de gezondheidszorg in de hand wordt gehouden. Per 1 oktober zullen we een databank hebben over het voorschrijfgedrag van geneesmiddelen in de eerste lijn. Dat moet artsen in staat stellen om onder elkaar te discussiëren met correcte gegevens in de hand. Ze moeten hun verantwoordelijkheid opnemen, en ik reken daarbij op hun bekwaamheid en deontologie.

U laat ze vrij, en toch vrezen ze in toenemende mate betutteling.

Vandenbroucke: Er zijn inderdaad ook conservatieve reacties. Maar ik wil ze de kans geven en het is mijn taak om heel dat proces van peer review, onderlinge collegiale toetsing, te ondersteunen. Ik wil dat er ook publieke, weliswaar beveiligde, databanken komen over de behandelingen en kostprijzen in de ziekenhuizen. Zodat ook daar experts kunnen nagaan waar de probleemgebieden zitten. Dat is een kleine revolutie.

Maar dit is zeker niet het einde van het verhaal. Wat we hier doen om het budget te beheersen, is voortdurend kurieren am Symptom. We blijven de gevangene van de hoogdringendheid. Ik ben er nu in geslaagd om een massa geneesmiddelen goedkoper te maken, maar de opeenstapeling van dit soort punctuele initiatieven is niet vol te houden. Na deze ronde ga ik met bijzonder veel mensen praten over fundamentele hervormingen. Zoals het nu gaat, gaat het niet langer.

Terug naar het grotere verhaal. U zei het eerder al: de AWS is niet goedkoop. De rekening tikt ondertussen aan met alles wat deze coalitie links en rechts wil realiseren. Wordt de marge niet zeer snel zeer klein?

Vandenbroucke: We moesten een aantal elementaire sociale onrechtvaardigheden rechtzetten inzake minimumpensioenen en -lonen. Ook het akkoord met de verzorgingssector was broodnodig. De ziekenhuizen vinden gewoon geen verplegers meer. Dat kunnen we ons niet veroorloven in een maatschappij die ouder wordt en die dus behoefte heeft aan onder meer verzorgende beroepen. Dat akkoord kost veel geld, 14 miljard tegen 2005, maar het is verantwoord.

Weet u, ik leer hier elke dag bij. Anders dan een half jaar geleden ben ik vandaag nog sterker overtuigd van de problemen waar de veroudering ons voor stelt. Niet eens zozeer inzake pensioenen. Het brengt een enorme bijkomende vraag mee in de ziekteverzekering en de gezondheidszorg. Dat onderschatten we.

Soms vrees ik dat we van het zwartste pessimisme over lege pensioenkassen dreigen terecht te komen in het naïefste optimisme. Ik ga het Planbureau vragen om de middellange-termijnperspectieven te actualiseren. Ik maak me daar toch wel wat zorgen over. Ik merk hoe moeilijk het is om binnen het budget van de ziekteverzekering in te gaan op nieuwe behoeften. Je komt bijzonder krap te zitten. Als je werkelijk een pakket van algemene verzekering wil bieden, kom je in ademnood. Dus zeg ik, tot mezelf en tot mijn collega’s: wees voorzichtig als je het hebt over het verminderen van inkomsten.

Op de laatste nacht van de onderhandelingen over het regeerakkoord waren Guy Verhofstadt en ik het eens dat we over ‘ambities’ moesten spreken. We wisten dat we eerst moesten uitvaren vooraleer we met zekerheid konden zeggen dat we een en ander ook effectief konden waarmaken. Maar zie, we hebben het gewaagd. Op 1 april starten we met de bijkomende lastenvermindering die in 2002 moet oplopen tot boven de 32.000 frank per werkgever. Het effect zal worden geëvalueerd om na te gaan of we het moeten voortzetten of versterken. Cruciaal daarin is wat er uit het sociaal overleg komt inzake engagementen voor tewerkstelling. We zijn dus voorzichtig. De cijfers van de sociale zekerheid en de begroting tonen ons aan dat het kan.

De Nationale Bank is ongerust omdat u de marges niet gebruikt voor een verdere vermindering van de overheidsschuld.

Vandenbroucke: Dat doen we wél. De cijfers laten ons ook toe om daarmee door te gaan. En om tegelijkertijd een belangrijke inspanning te leveren om onrechtvaardigheden die al jaren aanslepen recht te zetten. Je kunt toch niet blijven leven met de vaststelling dat er geen gelijk loon is voor gelijk werk.

En de financiering van de sociale zekerheid…

Vandenbroucke: …is gegarandeerd.

Bidden dus maar dat de economische groei zich doorzet.

Vandenbroucke: Kijk, we moesten een beleid voeren waarbij op alle mogelijke manieren de activiteit van de mensen ondersteund werd. In 1970 betaalden twee werkenden voor één uitkeringsgerechtigde, vandaag is dat één voor één. We overleven daarmee. Maar vandaag voel je wel dat we aan het einde van ons Latijn zijn en dat de armoede licht begint te stijgen. Als onze maatschappij verder veroudert en als er niet meer mensen economisch actief worden, zijn we niet in staat om volwaardige sociale bescherming te blijven bieden. En dat geldt in ons land met name wat de kansen op economische activiteit voor vrouwen en ouderen betreft. In de sector van de verpleging neemt de activiteit dramatisch af vanaf veertig jaar. Mensen krijgen problemen met hun gezondheid, er is stress. Dat is een vrij algemeen probleem. Je ziet dat ook bij handarbeidsters. Het is normaal dat vrouwen niet zo lang werken. We moeten dus op vele fronten tegelijkertijd opereren. En het vergt creatievere formules dan het verder verlagen van de leeftijd voor brugpensioen.

Voor uw AWS is er veel tijd nodig. Maar u zegt nu dat we vandaag al op het bot zitten.

Vandenbroucke: Dat is úw uitdrukking. Maar goed ja, ik zeg ook dat we in een kwetsbare positie zitten. Er is inderdaad een spanning tussen het grotere verhaal dat tijd vergt en de acute problemen.

En die spanning is financieel?

Vandenbroucke: Het is meer dan dat. De levenscyclus van de mens vloekt met de cyclus die de economie ons opdringt. Mensen worden tussen hun 25 en 40 jaar uitgeperst als citroenen. Daarna komt de grote schifting. Ofwel groei je door naar een topfunctie, ofwel word je gedumpt. Dat is onhoudbaar. Dat is overigens niet alleen de schuld van boosaardige kapitalisten, maar van de gangbare economische cultuur. Ook op onze kabinetten vragen we ontzettend veel van tamelijk jonge mensen. We moeten er dus voor zorgen dat je voor je veertigste de kans krijgt om er eens uit te stappen, om bij te tanken. Om de burn-out te vermijden. En dat betekent ook dat je via wegen van geleidelijkheid mensen na hun 45ste economisch actiever houdt. Ons antwoord op de witte woede is goed, maar je kunt het niet zomaar veralgemenen. Het is maatwerk. De enen kunnen vanaf een zekere leeftijd kiezen voor radicale arbeidsduurvermindering zonder loonverlies, de anderen voor voltijds doorwerken met opslag. Dat moet kunnen voor beroepen die zwaar en stresserend zijn.

Waarom bent u zo doodsbenauwd om te zeggen dat we nieuwe inkomsten zullen moeten vinden voor de sociale zekerheid?

Vandenbroucke: Maar allez nu! Klopt de begroting 2000 of klopt ze niet?

Als het over Europa gaat, bezweert u ons om een perspectief van vele jaren in acht te nemen. Maar in de Wetstraat hebt u het over negen maanden.

Vandenbroucke: Maar de financiële projecties die we hebben voor de komende twintig jaar laten ons ook toe om te doen wat we vandaag doen. Wel zeg ik dat ik de projecties op middellange termijn wil actualiseren. Dat debat plaats ik op de agenda van de regering. Als ik geijverd heb voor het idee van de AWS, is het precies omdat ik niet tot de naïeve optimisten behoor. Maar er zal nog meer nodig zijn. We moeten kansen bieden aan mensen om te werken en het goedkoper maken voor de werkgevers die die kansen willen bieden, zonder dat we de koopkracht verminderen. Het betekent dat we minder belasten wat we graag zien gebeuren. Dus eigenlijk zou je meer moeten belasten wat je niet graag ziet gebeuren.

Voor de draad ermee!

Vandenbroucke: In het regeerakkoord staat dat we Europees een inspanning willen doen voor een groene fiscaliteit. Dat is toch duidelijk.

Nee.

Vandenbroucke: Maar jawél. We moeten vooruit met die groene fiscaliteit. Omdat het nodig is. Maar je moet er ook geen paniek rond zaaien. Het is niet omdat we over twee jaar nog geen groene fiscaliteit zouden hebben dat we sociaal ‘kapot’ zullen zijn.

Maar de armoede begint wel te stijgen, zei u.

Vandenbroucke: Ja, niet scherp, maar toch. Dus je moet iets doen. Ik spuit geen mist. Ik wil een projectie van de sociale zekerheid op middellange termijn.

Daarover kondigde u vorig jaar een nota aan, nog voor deze zomer.

Vandenbroucke: Dat wordt waarschijnlijk oktober. Ik wil bij de politieke rentree met het parlement een fundamenteel debat hebben over de toekomst van de sociale zekerheid. En dus ook over de financiering. Tot nu toe heb ik het verhaal van de AWS in de eerste plaats geconcretiseerd door de meest dringende ingrepen uit te voeren. Dat was de activering zelf. Maar het veronderstelt ook ingrijpende wijzigingen in de structuren. Ik ga daar nu niet veel meer over zeggen. De weg die deze regering tot nu toe heeft afgelegd, beschouw ik nog altijd als een eerste oefening. Het was inrijden. Het grote werk moet nog komen.

Verhofstadt II dus. Nochtans verwacht iedereen op elk moment nieuwe kortsluitingen in de paars-groene ploeg.

Vandenbroucke: Ach, je hebt nu eenmaal te maken met een heel divers en complex politiek landschap. Je hebt drie kleuren en dan ook nog eens twee politieke culturen, noord en zuid. Maar goed, als het in België niet zou kunnen werken, wat wil je het dan in Europa gaan proberen? Er zijn bijna geen democratische fora meer waar je één enkel niveau hebt met weinig spelers. In dat opzicht is België een minilab voor wat er Europees in wording is.

Filip Rogiers Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content