De vrede voor Kosovo blijkt een technisch meesterstuk te worden. Tenzij het te ingewikkeld is om uitvoerbaar te zijn.

President Bill Clinton en minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright, schreef The Economist, hadden gedacht dat het mogelijk was een goede oorlog te voeren om tot een goede vrede te komen – en dit, en passant, klaar te spelen zonder ook maar één eigen soldaat te laten sneuvelen. Intussen zijn er naar alle waarschijnlijkheid wel 6000 Servische soldaten en 2000 Servische burgers omgekomen. Aan Kosovaarse kant wordt gesproken van 100.000 doden. 600.000 Kosovaren zijn op de vlucht in Kosovo en 800.000 zijn uit hun land verdreven. Die goede vrede zal er pas komen als men die vluchtelingen naar hun huizen (die er vaak niet meer staan) kan laten terugkeren.

Het is ook behoorlijk ingewikkeld geweest om voor die terugkeer een voor alle partijen aanvaardbaar draaiboek op te stellen. Het stoppen van de bombardementen moest worden verbonden aan de terugtrekking van de Servische troepen en paramilitairen uit Kosovo. Die aftocht moest gepaard gaan met de legering van een internationale vredesmacht in Kosovo om de veilige terugkeer mogelijk te maken. Maar die vredesmacht mocht niet alleen uit Navo-troepen bestaan: er moesten ook Russische troepen bij want Rusland hielp bij de totstandkoming van het akkoord. Het geheel kon wel onder Navo-leiding staan, maar dan wel onder de vlag van de Verenigde Naties, en dààrvoor was een resolutie van de VN-Veiligheidsraad nodig. Voor die resolutie had men de stem van Rusland nodig, maar vooral ook die van China, een land dat niet erg veel begrip had voor de oorlog, zeker niet meer sinds zijn ambassade in Belgrado door Navo-vliegtuigen was gebombardeerd. China zou de resolutie maar goedkeuren als de bombardementen opgehouden waren, en de bombardementen zouden maar ophouden als de Servische troepen zich begonnen terug te trekken. Maar die konden zich niet massaal beginnen terugtrekken zolang de Navo schoot op alles wat bewoog.

Toch tekende Milosevic, en het Joegoslavische parlement ook, en de Navo dacht dat dat een capitulatie was. Toen begonnen er gesprekken in een tent in de Navo-basis van Kumanova in Macedonië, tussen twee Servische generaals Svetozar Marjanovic en Obrad Stevanovic, en de Britse Navo-generaal Mike Jackson. Technische besprekingen over de terugtrekking van de Serviërs en de intocht van de Kfor-troepen, de vredesmacht voor Kosovo. Natuurlijk gingen de Serviërs dwarsliggen, bleef de spanning nog 24 uur langer in de lucht, werden de Russen er nog eens over aangesproken, moesten de bombardementen weer opgevoerd worden, tot het sein kwam uit Belgrado en de generaals woensdagavond konden tekenen.

Daarna konden de zaken snel gaan. Belgrado begon troepen te evacueren en Navo-secretaris-generaal Javier Solana kon donderdag in Brussel de Navo-opperbevelhebber generaal Wesley Clark het bevel geven de bombardementen te stoppen. Hij bracht ook VN-secretaris-generaal Kofi Annan op de hoogte, zodat een uur of vier later in New York de Veiligheidsraad met veertien stemmen voor en de onthouding van China het vredesplan kon goedkeuren. Dat plan behelst ook de ontplooiing van Navo-troepen in de provincie, en vertrouwt het bestuur van Kosovo toe aan de VN. Op het eerste gezicht was de kous daarmee af. Het was nu alleen nog wachten op de komst van de Navo-troepen in Kosovo.

EEN WONDER VAN ORGANISATIE

Die intocht, een uiterst ingewikkelde operatie waarbij vijf of zes verschillende legers langs vier kanten de in sectoren verdeelde provincie intrekken op afgesproken tijdstippen en langs afgesproken routes, moest een wonder van organisatie en logistiek zijn om honderd procent te kunnen slagen: de vredesmacht moest direct achter de terugtrekkende Serviërs de provincie intrekken, en tegelijk goed uitkijken voor door die Serviërs of hun paramilitairen achtergelaten verrassingen als booby-traps, mijnen, of sluipschutters. En het moest zeer snel gaan, al was het maar om het UCK niet op ideeën te brengen.

Vrijdag bleek al gauw dat het wonder niet perfect zou zijn. Om onduidelijke redenen bleven de Kfor-troepen aan de grensovergang van Kosovo op instructies wachten. Er was verwarring over welke vlag de kolonnes moesten voeren, zodat een toch ernstige inspanning tot internationale samenwerking tegen de excessen van het nationalisme een burleske schijn kreeg vanwege het belang van de nationale vlaggen. Er was ook – maar elders – verwarring over een Russische troepenbeweging. Een Russische gepantserde kolonne bleek vanuit Bosnië naar Belgrado te zijn vertrokken. Zij maakte deel uit van de Sfor, de vredesmacht in Bosnië, en op haar voertuigen was de S haastig overschilderd tot K-for. Maar de Bosnische operatie staat onder een eengemaakt commando, en dat was niet op de hoogte van deze uitstap. Er werd gebeld naar Moskou, waar Buitenlandse Zaken verklaarde dat die kolonne in Belgrado zou blijven, en zeker niet naar Kosovo zou trekken. Maar ’s avonds reden de Russen Pristina binnen en werden als bevrijders onthaald door de Servische bevolking van de Kosovaarse hoofdstad. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov, verklaarde dat die kolonne daar per vergissing terechtgekomen was, dat hij zich excuseerde voor de fout, en dat ze onmiddellijk rechtsomkeert moest maken. Maar de volgende morgen waren de Russen bij het vliegveld van Pristina, dat volgens de plannen het hoofdkwartier van de Kfor-troepen en van het Britse contingent moest herbergen, waar ze de hele perimeter hadden afgezet en afgesloten. Terwijl we dit schrijven, zondagavond, zijn ze daar nog, en laten ze niemand binnen, ook geen Kfor-troepen.

WIE IS IN MOSKOU DE BAAS?

Tijdens het weekeinde werd duidelijk dat de Kfor-operatie doorkruist werd door een ander spel, dat des te moeilijker te duiden viel omdat zondag niemand nog precies wist wie in Moskou de baas is, en wie deze militairen beveelt: president Boris Jeltsin? De regering? Het ministerie van Defensie veeleer dan Buitenlandse Zaken? De generale staf veeleer dan het ministerie van Defensie? Want terwijl Clinton en de Navo steevast van Moskou te horen kregen dat er niets aan de hand was en dat die troepen daar alleen maar wilden meedoen aan de grote Kfor-operatie, leek het er in de feiten sterk op dat bepaalde Russen een heel uitgekiende politiek-militaire zet hadden gedaan die moeilijk terug te schroeven zou zijn. Want het akkoord dat Viktor Tsjernomyrdin met de Navo uitwerkte, is in Rusland door Doema, leger en delen van de regering heel negatief onthaald. Rusland wou met 10.000 soldaten deelnemen aan de vredesmacht, en die ontplooien in een eigen sector, liefst in het noorden van Kosovo – wat men “het nuttige Kosovo” noemt, waar de mijnen en de orthodoxe kloosters zijn. Die sector kon dan dienen als toevluchtsoord voor de Kosovaarse Serviërs die de Navo niet vertrouwen en die bang zijn voor het UCK (ook al staat in het contract dat de Navo het UCK moet ontwapenen: Russen en Serviërs, aan zichzelf kent men een ander, willen dat eerst zien gebeuren eer ze het geloven), als toevluchtsoord ook voor door het internationaal gerechtshof gezochte oorlogsmisdadigers, en later als basis voor een mogelijke verdeling van Kosovo.

Dat Russische plan was al eerder geopperd en geweigerd, maar het is nooit helemaal afgevoerd. Men heeft de vrees geuit dat het in geheime akkoorden zou opgenomen zijn, al was het maar omdat niemand goed inzag hoe de Serviërs van Kosovo, een minderheid maar nog altijd 150.000 mensen, in de provincie zouden durven blijven wonen als ze geen speciale bescherming kregen. Zo kan men de actie van het Russische contingent namelijk ook lezen: als een gebaar om de Servische broeders gerust te stellen zodat ze niet massaal op de vlucht zouden slaan.

Terwijl Clinton en Jeltsin druk telefoneerden, trachtte iedereen bij de Navo deze verrassende ontwikkeling te minimaliseren. Militair was er geen probleem en alles viel perfect te regelen, zeiden de generaals – en ze wezen erop dat de Russen met moeite tweehonderd man sterk zijn. En al staan er in Rusland hele bataljons parachutisten te wachten, dan moeten we die eerst nog in Kosovo zien arriveren. Alles wijst er dus op dat de generaals en de Navo zich zoveel mogelijk verre houden van nieuwe complicaties, in de hoop dat de politici aan de top de zaak geregeld hebben tegen het onvermijdelijke moment dat de twee legers elkaar ontmoeten.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content