Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

In Californië staat een muur. Onder stroom. Aangepast aan Conan de Barbaar, die aan gene zijde van de Muur heerst over strand, arbeid en leven. Aan de andere kant van de Muur strekt zich een immens landschap uit, dat met de dag roder wordt. Als Mexico straks de linkse burgemeester Manuel Lopez Obrador tot president kiest, zal Conan beseffen dat zijn Muur niet dient om armoedzaaiers buiten te houden, maar om zichzelf achter te verschansen.

Dat is het tragische lot van de Verenigde Staten. Naarmate ze steeds luider om globalisering, veiligheid en wereldheerschappij roepen, neemt hun zekerheid af, en graven ze zich in. Naarmate ze vrijhandel steeds meer met casinokapitalisme verwarren, hollen ze hun eigen vrijheden uit. De Patriot Act is net verlengd: onze nieuwe BOM-wet vervalt in het niet bij de bespiedingsmaatschappij die Amerika is.

Washington leest zijn eigen schrijvers niet. Het kan van hen nochtans veel leren. Het spuwde Edgar Allan Poe uit en het spuwde James Fenimore Cooper uit. Poe had Amerika nochtans een spiegel voorgehouden met Het masker van de rode dood. Wie zich afsluit in naam van zelfbescherming draagt de kiemen van de pest in zich. Cooper was nog profetischer. In 1827 verscheen The Red Rover, de lotgevallen van een vrijheidslievende kaperkapitein – de Verenigde Staten hadden met Mexico en Spanje als enige land de Verklaring van Parijs vier jaar eerder verworpen, en bleven de kaapvaart aanvaarden. In 1826 zag De Laatste der Mohikanen het licht. De treurzang op de massamoord op de inheemse bevolking. Cooper werd niet gehoord. Ik zei het: Amerika trekt liever een Muur op dan over het hek te kijken.

Ik kreeg een betere kijk op dit waandenkbeeld op drie plekken. Ooit stond ik, met mijn betreurde vriend Dirk Vandersypen, op de zwarte ruïnes van de Aztekentempel naast de scheefgezakte kathedraal van Mexico stad. Een oud besje begon me uit te schelden en sloeg met een stok vervaarlijk in mijn richting. ‘Een vloek’, lachte Dirk. ‘Je staat op de beenderen van haar voorouders.’ Ik zat ooit in Fort Zeelandia bij commandant Sital, kort voor de tweede, telefonische coup van Desi Bouterse. Hij doceerde urenlang over de nietsontziende geldhonger van de grote mijnbouwers, olieboorders, en drugstrafikanten. Sital was opgeleid in Cuba. Toen ik daar was, bij Castro, zag ik de beate bewondering van onze diplomaten voor de verouderde, ijdele, brutale oud-rebel. Kapers en kletsmajoors weven Latijns-Amerika onverbiddelijk tot een rood tapijt. Het communisme is dood, het collectivisme levender dan ooit.

Na Venezuela, Chili, Brazilië, Uruguay, en Argentinië, keert nu ook Bolivia zich tegen de VS-dictaten. Amerika blaft dat Morales, in één ruk met 53 % van de stemmen tot president verkozen, de cocateelt wil toelaten. Washington vergeet dat het zelf narcoticazetbazen installeerde. Batista, Noriega of Banzer. Washington vergeet dat zijn drugsbestrijdingsdienst DEA vaak dienstdoet als vijfde colonne om geen invloed te verliezen. Amerika mort dat Morales het water en de mijnen wil hernationaliseren. Gelukkig maar. Al vijf gieren stonden klaar voor het uitbatingscontract van de ijzermijn in Mutùn. Suez rekent waterprijzen aan die de arme indiaan niet kan betalen. Gas gaat naar Brazilië, ander water naar Chili, tin naar Argentinië, Repsol teert op olie. Morales wil al die contracten openbreken of annuleren. Eerste zet: de Superintendencios opdoeken. Die regelen sectoren en diensten die sinds 1995 ongebreideld geprivatiseerd zijn. Conan zal zijn ogen niet geloven. Bolivar herleeft.

Lukas De Vos is journalist bij de VRT-radionieuwsdienst.

Lukas De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content