Als een spaceshuttle voor een zoveelste ruimtemissie vertrekt, haalt dat nauwelijks nog het journaal. Logisch, want ruimtevaart is toch routine geworden? Niets is echter minder waar.

Op 30 november vorig jaar liep de lancering van de Endeavour bijna op een tweede Challenger-ramp uit doordat de hulpraketten van het ruimteveer niet konden worden afgestoten. Er kwam een reservesysteem aan te pas om de klus te klaren. Slechts bij drie ruimtevluchten kwamen mensen om het leven, maar het was geregeld op het nippertje. Zonder volledig te zijn, enkele memorabele ongelukken en hachelijke situaties uit de ruimtevaartgeschiedenis:

ù 24 oktober 1960

Een half uur voor de geplande lancering vanop de basis Bajkonoer komt de tweede trap van een intercontinentale ballistische raket SS-7 tot ontsteking. Bij de enorme explosie die daarop volgt, komen 165 militairen en technici om het leven. Onder de slachtoffers is ook maarschalk Mitrofan Nedelin, commandant van de Strategische Raketstrijdkrachten van de Sovjet-Unie. Nedelin komt officieel bij een vliegtuigongeluk om. Dag op dag drie jaar later sterven op Bajkonoer nog eens zeven mensen bij een brand in een raketsilo. Hoewel deze ongelukken niet rechtstreeks met ruimteprojecten te maken hebben, is 24 oktober een bijzonder zwarte dag voor de eerste ruimtehaven van de wereld.

ù 23 maart 1961

Minder dan drie weken voor de eerste vlucht van Joeri Gagarin sterft kosmonaut Valentin Bondarenko bij een brand in een isoleerkamer. Het ongeluk, dat de Sovjets pas in 1986 toegeven, doet sterk aan de Amerikaanse Apollo-brand van 1967 denken.

ù 27 januari 1967

Bij een brand tijdens een grondtest in een met zuivere zuurstof gevulde Apollo-capsule komen op Cape Canaveral (Florida) de Amerikanen Virgil Grissom, Edward White en Roger Chaffee om het leven.

ù 24 april 1967

Bij de terugkeer van de Sojoez 1 komt de parachute van het ruimteschip niet naar behoren naar buiten. De Rus Vladimir Komarov stort te pletter en bij de inslag op de grond vliegt de capsule in brand.

ù 13 april 1970

Op weg naar de maan explodeert een zuurstoftank in het ruimteschip Apollo 13 met aan boord de astronauten James Lovell, Fred Haise en John Swigert. De geplande maanlanding gaat niet door. Dankzij een sterk staaltje van improvisatievermogen kunnen de vluchtleiders de astronauten op het nippertje veilig terug naar de aarde loodsen.

ù 30 juni 1971

Georgi Dobrovolski, Vladislav Volkov en Viktor Patsajev keren terug naar de aarde na een verblijf van 24 dagen in de ruimte, waarvan het grootste deel aan boord van het ruimtelab Saljoet 1. Het is de eerste keer dat kosmonauten aan boord van een ruimtelaboratorium verblijven. Maar bij de terugkeer valt de druk in de capsule weg. De drie kosmonauten worden bij de landing dood in hun Sojoez 11 gevonden.

ù 5 april 1975

Kort na de lancering wijkt een raket met een Sojoez-ruimteschip te sterk van het geplande traject af. De capsule met de kosmonauten Vasili Lazarev en Oleg Makarov aan boord wordt op een hoogte van 180 kilometer van de raket losgekoppeld en maakt een geslaagde noodlanding.

ù 16 oktober 1976

Bij de terugkeer komt de capsule van de Sojoez 23 met de kosmonauten Vjatsjeslav Zoedov en Valeri Rozjdestvenski in het Tengiz-meer in Kazachstan terecht. Hoewel de Russen op natte landingen voorzien zijn, gebeurt de berging onder uiterst moeilijke omstandigheden. Bij vriestemperaturen van -20 °C duurt het elf uur voor het dood gewaande duo uit de capsule kan worden bevrijd. De kosmonauten komen er heelhuids af.

ù 18 maart 1980

Op de noordelijke lanceerbasis Plesetsk in Rusland explodeert een Vostok-raket bij het voltanken met brandstof. Er vallen vijftig doden. In 1973 waren op Plesetsk al negen technici om het leven gekomen bij de ontploffing van een Kosmos-raket.

ù 26 september 1983

Anderhalve minuut voor de lancering van een Sojoez met de twee kosmonauten Vladimir Titov en Gennadi Strekalov aan boord vliegt de lanceerraket in brand. Terwijl de raket al bijna volledig in vlammen is gehuld, rukt het noodontsnappingssysteem de capsule van de raket weg en kunnen de twee zich redden. Ze landen na een vlucht van amper vijf minuten op vier kilometer van het lanceerplatform.

ù 28 januari 1986

73 seconden na de lancering vanop Cape Canaveral explodeert de spaceshuttle Challenger met de zeven astronauten Francis Scobee, Michael Smith, Judith Resnick, Ronald McNair, Ellison Onizuka, Gregory Jarvis en lerares Christa McAuliffe aan boord. De oorzaak is een lek in een van de twee hulpraketten. Achteraf blijkt dat er onverantwoorde risico’s zijn genomen en dat het ongeluk eigenlijk had kunnen worden voorkomen.

ù 23 februari 1997

Aan boord van het Russische ruimtestation Mir brandt het gedurende korte tijd. De zes ruimtevaarders aan boord, onder wie de Amerikaan Jerry Linenger, krijgen de brand onder controle en het station loopt niet te veel schade op. De Russen, die het voorval willen minimaliseren, brengen de Amerikanen pas twaalf uur later op de hoogte.

ù 25 juni 1997

Een onbemand Progress-bevoorradingsschip ramt Mir en veroorzaakt bijna een regelrechte catastrofe. De energievoorziening van het station wordt getroffen en een van de Mir-modules raakt lek. De drie ruimtevaarders aan boord blijven ongedeerd.

Benny Audenaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content