Het ziekenuis dat Geert Vanneste runt, bewijst dat samenwerking anders kan dan gewoon met hulp.

Het lijkt wel een dorp, het Disability Hospital in de Tanzaniaanse havenstad Dar-es-Salaam dat gesteund wordt door de Belgische organisatie Christelijke Blinden Missie (CBM), die zich toespitst op langetermijnprojecten, vooral rond gehandicapten. Als ze kunnen, troepen de patiënten in kleine groepjes samen in de schaduwrijke galerijen die de gebouwen verbinden. Mensen die zich niet kunnen verplaatsen, krijgen binnen bezoek.

De sfeer is relax. Zelfs Lucy houdt er de moed in: ze is een vluchtelingenvrouw die in een kamp een ketel hete olie over zich heen kreeg en volledig misvormd werd. Ze zal een achttal operaties nodig hebben voor ze weer min of meer normaal kan functioneren.

‘Het ziekenhuis is een Tanzaniaans initiatief’, zegt Geert Vanneste, die in 1994 met negen Tanzaniaanse partners, onder wie de voorzitter van het parlement, de ngo Comprehensive Community Based Rehabilitation in Tanzania (CCBRT) stichtte, waarmee hij onder meer het ziekenhuis beheert. Vanneste, die veel ervaring heeft in ontwikkelingswerk, beweegt niet als de lokale overheden niet meewerken. De bouw van het ziekenhuis liep zes maanden vertraging op, omdat hij de grond niet van de overheid wilde kopen.

Vannestes initiatief onderscheidt zich van de klassieke ziekenhuizen in de regio door het feit dat het middenkader de verzorging van de armen betaalt. ‘In de gewone hospitalen kunnen de armen, en zeker de gehandicapten, niet terecht, want ze kunnen niet voor de verzorging betalen. Wij wilden een instituut waarin iedereen kon binnenstappen, met een ingebouwde sociale zekerheid, niet evident in de ngo-wereld. Niemand zal het willen geloven, maar voor onze oogoperaties zijn we na twee jaar al voor 75 procent financieel autonoom. Globaal gesproken zijn we nu 45 procent zelfbedruipend. De rest wordt bijgelegd door de CBM, die ook specialisten stuurt om het lokale personeel op te leiden.’

Per consultatie betaalt een patiënt in Vannestes ziekenhuis al naargelang van zijn mogelijkheden 1 of 20 dollar. Onder meer de voeten van een bezoeker geven meestal een goede indicatie van zijn financiële draagkracht. Bijna 90 procent van de patiënten betaalt het laagste tarief. Voor de allerarmsten is alles gratis. Het verschil in prijs uit zich uitsluitend in de wachttijd – in het duurste geval gaat het sneller. De artsen zijn dezelfde voor beide groepen. Voor operaties, die 50 dollar kosten, kunnen rijkeren een dure kamer apart krijgen (250 dollar), terwijl armeren in zalen terechtkomen. Met de opbrengst van elke bezette kamer kunnen vier arme patiënten behandeld worden.

Origineel aan de werking van de kliniek is dat de meeste patiënten onmiddellijk geopereerd worden. Dat verkort de tijd dat ze van huis weg zijn. Een netwerk van medewerkers begeleidt aan huis achthonderd gehandicapten en zoekt actief naar mensen voor wie een behandeling beschikbaar is. Want 60 procent van de blinden en 30 procent van de fysiek gehandicapten kunnen genezen of geholpen worden. Het netwerk bereikte ondertussen bijvoorbeeld alle zesduizend leprapatiënten in Tanzania. In een speciale werkplaats worden aangepaste schoenen voor die mensen gemaakt.

‘Ook geneesmiddelen maken we liefst zelf’, zegt Vanneste. ‘Om de kosten te drukken. In feite willen we niet alleen zoveel mogelijk mensen helpen, maar ook tonen dat met de inzet van lokale artsen en een actieve survey van de populatie veel meer mensen te genezen zijn dan nu het geval is, tegen voor iedereen haalbare tarieven. We willen bewijzen dat, met een efficiënte organisatie, ook in Afrika de mensen goede en betaalbare diensten kunnen krijgen. Om dit concept van een beter en betaalbaar systeem te verspreiden, hebben we ondertussen al tweehonderd managers in veertig landen opgeleid.’

Vannestes werk wordt gesteund door de Christelijke Blinden Missie (CBM), Brigade Pironlaan 133 te 1080 Brussel (02/415.97.05 of cbm.belgium@wanadoo.be).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content