Test-Aankoop berekende dat de facturen voor elektriciteit in België té duur uitvallen.

In vergelijking met in het buitenland betalen de Belgische gezinnen gepeperde elektriciteitsrekeningen. “U betaalt te veel voor uw elektriciteit!” titelt Test-Aankoop Magazine straks in zijn juni-nummer. De stroomlevering kost gemiddeld ruim 20.000 frank per jaar.

De consumentenvereniging Test-Aankoop verliest zich niet in diepzinnige beschouwingen over de economie van productie en distributie van elektriciteit. De vooraanstaande plaats van België op de hitlijst van dure elektriciteit is gewoon een gevolg van het monopolie van Electrabel en de gemeentelijke (gemengde) intercommunales.

Stroom in België is een zaak van Electrabel, die via Tractebel en de Generale Maatschappij van België tot de welvarende stal van het Franse Suez Lyonnaise des Eaux behoort. SPE, de Samenwerkende Publieke Elektriciteitsproducenten, bezet slechts een klein stuk van de markt en weet het bovendien best met zijn grote privé-collega te vinden. De gezinnen en de kleine en middelgrote ondernemingen, samen vijf miljoen klanten, krijgen hun stroom – laagspanning – geleverd en gefactureerd door de intercommunales, die de stroom bij Electrabel kopen. Dat zijn dus verenigingen van gemeenten, waarin burgemeesters en schepenen een feestelijk mandaat bezetten en die de elektriciteitsproducent dankbaar zijn voor hun deel in de winst. Een verkapte vorm van gemeentebelasting, hekelt Test-Aankoop.

In alle intercommunales zijn de prijzen gelijk, aangezien het Controlecomité voor Gas en Elektriciteit de tarieven vastlegt. Dat controlecomité is de politieke correctie op het privé-monopolie, maar hoewel er ook vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging en de consumenten in zetelen, wijzen de cijfers van Test-Aankoop niet op veel succes.

CONSUMENT SUBSIDIEERT INDUSTRIE

Test-Aankoop bevestigt: de consument betaalt voor de industrie. Grote ondernemingen kopen hun hoogspanning rechtstreeks van Electrabel en onderhandelen over de prijzen zoals voor elke verkoopovereenkomst. De elektriciteitstarieven voor de industrie behoren dan ook tot de laagste van Europa. België kent aldus een elektriciteitssector met twee snelheden: duur voor de gezinnen (en de minder grote ondernemingen), goedkoop voor de industrie.

Natuurlijk valt de Europese Unie, dat concurrentie en liberalisering hoog in het vaandel voert, over de elektriciteitsmonopolies. In december 1996 kwam er een richtlijn over het stapsgewijs vrijmaken en openzetten van de markt voor concurrentie. Die richtlijn werd – naar Belgische gewoonte snel – al in nationaal recht omgezet.

Andere landen tonen zich in de liberalisering veel kordater. Duitsland gooit zijn markt volledig open en in Engeland kunnen de consumenten hun stroom in de supermarkt kopen. De Belgische regering nam genoegen met een minimalistische wet. Net voldoende om geen Europese sanctie op te lopen.

G.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content