Twee jaar van politieke impasse op het federale niveau hangen als een natte dweil over de regeringsvorming in de deelstaten.

Het stof van de verkiezingen van 7 juni gaat stilaan liggen en in de deelstaten krijgt de vorming van nieuwe regeringen haar beslag. Voor de Vlaamse regeringsformatie legt informateur Kris Peeters (CD&V) deze week aan vier partijen een onderhandelingsnota voor. Dat hoeft niet te betekenen dat de nieuwe Vlaamse regering ook met die vier uit de startblokken zal gaan. Er is het argument van een ‘breed draagvlak’. Maar daar staat tegenover dat van de mogelijke coalitiepartners van de CD&V – de SP.A, de Open VLD en de N-VA – altijd één partij mathematisch overbodig zal zijn. Wat meteen een factor van instabiliteit is. En dat staat haaks op het door Peeters beoogde ‘krachtige beleid voor Vlaanderen’. Het wordt daarom afwachten wie van die drie het tijdens de onderhandelingen op de zenuwen krijgt of wordt uitgerookt. Een ontredderde Open VLD of de communautair gesterkte N-VA komen het meest in aanmerking.

In de nota-Peeters wordt voortgebouwd op zes pijlers: de strijd tegen de economische crisis, de uitvoering van het programma ‘Vlaanderen in Actie’, een budgettair kader met een begroting in evenwicht, een welzijnsagenda voor een ‘warm en sociaal Vlaanderen’, het opruimen van de bestuurlijke ‘verrommeling’ in Vlaanderen, en een nieuwe staatshervorming. De volgorde is niet zonder belang. Ze illustreert hoe vooral CD&V maximaal rekening wil houden met het werk dat federaal premier Herman Van Rompuy (CD&V) voor de boeg heeft met zijn ideologisch en communautair verrafelde vijfpartijencoalitie.

Maar ondanks die laatste plaats op Peeters’ prioriteitenlijstje wordt – de communautair getinte uitslag van de verkiezingen in gedachten – tijdens de regeringsonderhandelingen al een week gediscussieerd over de staatshervorming. De CD&V wil de formule van een gemeenschapdialoog een nieuwe kans geven. Open VLD verwacht alle heil van een akkoord tussen partijvoorzitters. De N-VA is gewonnen voor de zogenaamde methode-Maddens om de Franstaligen op de knieën te dwingen door geen Vlaamse eisen meer te stellen maar de huidige Vlaamse bevoegdheden maximaal uit te oefenen zonder om te kijken naar het federale beleid. Nog andere manieren, zoals een ‘raad van wijzen’ of samenwerkingsakkoorden tussen de regio’s over bijvoorbeeld het arbeidsmarktbeleid, passeren eveneens de revue.

Een vervelende bijkomstigheid voor al dat Vlaamse denkwerk is dat ook de Franstaligen aan tafel moeten komen. Tegelijk is een stilstand van het beleid tot er een staatshervorming is ondenkbaar. De gevolgen van de financiële en economische crisis worden nu pas goed voelbaar, en op alle niveaus zijn de kassen leeg of laten ze in de komende jaren geen nieuw beleid toe. Maar om federaal en regionaal echt daadkrachtig te zijn, is een staatshervorming, inclusief een herziening van de financieringswet, broodnodig. De rekening die nu gepresenteerd wordt voor de politieke impasse van de voorbije twee jaar – veroorzaakt door een ‘non’ van de Franstalige partijen én door een barslechte voorbereiding aan Vlaamse kant – is torenhoog.

door Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content