Het griepvaccin kan in 70 procent van de gevallen griep voorkomen. Wie ondanks de vaccinatie toch nog griep krijgt, loopt minder risico op een zware vorm ervan. Voor ouderen en mensen met een gezondheidsrisico is de jaarlijkse prik zeker aan te bevelen.

Website: http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index1.htm Voor de grafiek en het weekrapport: in de rubriek in de linkerkolom ‘vorderingsgraad’ aanklikken, vervolgens klikken op ‘wekelijkse informatie’ bovenaan.

De griepvaccinatie neemt het risico op griep niet helemaal weg, maar de kans op complicaties, waaronder vooral longontsteking, neemt fors af. Dankzij het vaccin vermindert het aantal ziekenhuisopnames met 70 procent en het sterftecijfer door griep met 80 procent. Het griepvaccin biedt uiteraard alleen bescherming tegen echte griep, veroorzaakt door het in-fluenzavirus, en niet tegen zware verkoudheden of bronchitis. Omdat winterkwaaltjes die gepaard gaan met snotteren, niezen en wat koorts in de volksmond allemaal met griep of een grieperig gevoel worden aangeduid, krijgt men soms de indruk dat het griepvaccin niet echt werkt. In werkelijkheid worden keelontstekingen, verkoudheden en bronchitis door andere virussen of door bacteriën veroorzaakt, waartegen het griepvaccin niet actief is.

Omdat het griepvirus regelmatig mutaties ondergaat, moet de entstof jaarlijks worden aangepast aan de nieuwe virusvarianten die in omloop zijn. Gewoonlijk combineert een vaccin een drietal virusstammen. Wie griep doormaakt, ontwikkelt antistoffen tegen het verantwoordelijke griepvirus. Helaas herkennen die antistoffen het griepvirus van het volgende jaar niet meer of slechts gedeeltelijk, omdat het virus zelf veranderd is. We zijn dus slecht gewapend tegen griep en kunnen de ziekte iedere winter opnieuw krijgen. Daarom is een herhaling van de vaccinatie ieder jaar noodzakelijk. De vaccinatie gebeurt het best vóór de risicoperiode, ideaal tussen midden oktober en midden november. Wie zich al in september kan laten vaccineren, mag dat gerust doen. De jaarlijkse griepgolf kan zich altijd wat vroeger aandienen dan gemiddeld.

Het griepvaccin heeft slechts geringe bijwerkingen: er kan wat pijn zijn op de injectieplaats en een zeldzame keer zijn er symptomen die doen denken aan griep. Mensen die allergisch zijn voor eieren of eerder al reageerden op bepaalde vaccins, moeten hun arts daarvan op de hoogte brengen. Het griepvaccin wordt gekweekt op kippenembryo’s, daarom kan een eierallergie ook problemen geven na griepvaccinatie.

Het griepvaccin wordt terugbetaald aan risicopersonen en aan wie minstens 65 jaar is. Maar ook voor jonge, gezonde mensen kan een griepvaccin zinvol zijn. Sommige bedrijven en ook overheidsinstellingen bieden hun werknemers een gratis griepvaccinatie aan, om te voorkomen dat bij een griepepidemie te veel mensen ziek zouden worden. ( zie ook blz. 88, ‘De baas trakteert’)

NONCHALANTE ARTSEN

Vorig jaar stelde het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid vast dat meer dan de helft van de huisartsen en artsen in ziekenhuizen niet tegen griep gevaccineerd is. Die ‘vaccinale nonchalance’ kan worden betreurd. Toch rijst de vraag of een griepvaccinatie bij artsen veel nut heeft.

Aan het Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Antwerpen loopt momenteel een onderzoek naar de invloed van griepvaccinatie op de besmettelijkheid van de arts voor zijn omgeving. Vorige winter is een groep niet-gevaccineerde huisartsen gevraagd om bij zichzelf regelmatig uitstrijkjes te nemen uit neus- en keelholte. In die uitstrijkjes is vervolgens de hoeveelheid griepvirus bepaald. Daaruit bleek dat weinig niet-gevaccineerde huisartsen het virus dragen. Ze vor- men dus weinig risico voor hun patiënten.

Volgens dr. Hilde Philips, die samen met dr. Barbara Michiels het onderzoek voert, toont dit aan dat artsen wellicht een goede basisimmuniteit hebben. Door veelvuldig contact met allerhande ziekteverwekkers bouwen artsen een betere weerstand op. Philips: ‘Dat fenomeen is al langer bekend. Huisartsen die één, twee jaar beroepsactief zijn, lopen duidelijk meer infecties op dan oudere huisartsen. Op oudere leeftijd hebben actieve huisartsen haast geen infecties meer. De vraag is dan ook of het zinvol is om artsen te vaccineren, met het oog op het beschermen van hun patiënten.’

Momenteel moeten we u het antwoord nog schuldig blijven. Het tweede luik van dit onderzoek is immers nog volop aan de gang. Daarbij wordt aan een groep artsen die wél tegen griep gevaccineerd zijn, gevraagd om neus- en keelwissers bij zichzelf af te nemen en te laten controleren op het griepvirus. Indien zou blijken dat er duidelijk méér virusdragers zijn bij de niet-gevaccineerde artsen, dan is het vaccin zeker ook voor artsen efficiënt.

Marleen Finoulst

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content