Het Hof van Cassatie buigt zich nu over twee spaghetti’s en twee schrijfstokken.

MET ZIJN VERZOEK om onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte van de zaak- Dutroux af te halen, is advocaat Julien Pierre niet aan zijn proefstuk toe. Toen de magistraat uit Neufchâteau zich in 1994 boog over een aandelenzwendel als uitloper in de affaire- Cools, raakte hij in het vaarwater van zijn Luikse collega Véronique Ancia. Er ontspon zich een burleske machtsstrijd, finaal beslist door het Hof van Cassatie in het voordeel van Ancia. Ietwat vergeten is dat, parallel met dit getouwtrek, Pierre toen al zo’n verzoek had ingediend bij hetzelfde Hof van Cassatie om dezelfde Connerotte van het onderzoek af te halen. De advocaat verdedigde indertijd de Luikse inspecteur van de Gerechtelijke Politie Gilbert Preud’homme, die door de onderzoeksrechter in verdenking was gesteld. Met het toewijzen van ?de zaak? aan Luik, verdween de actie van scherpslijper Pierre naar de achtergrond.

CATALOGUS.

Het scenario lijkt zich nu te herhalen. Op 21 september woonden Connerotte en procureur des konings Michel Bourlet een spaghetti-avond bij, in feite een fundraising voor de vzw Marc et Corine. Beide magistraten fungeerden als eregenodigden op het etentje in Bertrix, waar naast sympathisanten van de vereniging ook Laetitia Delhez en Sabine Dardenne de twee meisjes die levend uit Dutroux’ kelder waren gehaald plus hun respectieve ouders mee tafelden. De vzw kreeg de opbrengst van de avond, die tegelijk gold als een soort eresaluut aan beide magistraten. Voor Pierre voldoende aanleiding om de onpartijdigheid van Connerotte in twijfel te trekken. Een onderzoeksrechter hoort namelijk in alle objectiviteit zowel de feiten ten laste als ter ontlasting van een verdachte (in casu Marc Dutroux en de zijnen) te onderzoeken. Hij spreekt zich niet uit over schuld of onschuld, want dat gebeurt pas tijdens het latere proces. Pierre interpreteerde de aanwezigheid van beide heren als een bewijs van zogenaamde ?gewettigde verdenking?. Dat juridisch begrip zit gekoppeld aan onpartijdigheid en de rechten van de verdediging. Zich laten fêteren door de vzw, plaatste Connerotte in het kamp van Laetitia en Sabine die later wellicht als burgerlijke partij in het mogelijk geding zullen optreden.

Enkele dagen later verergerde de voorzitter van de vzw de zaak nog. In kranteninterviews vertelde deze boze Jean-Pierre Malmandier dat de hele affaire een ?absurditeit? was, maar gaf in één adem ook toe dat de twee magistraten niet betaalden voor hun spaghetti en bovendien allebei een balpen kregen ?die amper 1050 frank waard is.? Maître Pierre zou in minder dramatische omstandigheden wellicht een vreugdedansje gewaagd hebben na de loslippigheid van de voorzitter.

Wegen de aanwezigheid van Connerotte, zijn gratis spaghetti bolognaise en een dito schrijfstok zwaar genoeg om gewettigde verdenking in te roepen ? Een onderzoeksrechter wraken, blijft een zeer uitzonderlijke procedure, die vaker voorkomt bij vonnisrechters zoals die zetelen in de Hoven van Assisen of Correctionele Rechtbanken. Dat gebeurde, bijvoorbeeld, in het proces tegen ex-Kamerlid Jean-Pierre Van Rossem, waarin zijn verdediger Leo Martens drie vrouwelijke rechters naar huis wou sturen. Volgens Raf Verstraeten, advocaat en docent strafprocesrecht aan de KU Leuven, ?hebben we geen catalogus over wat kan en niet kan. Daar bestaat nauwelijks rechtspraak over.? Eén geval is alvast bekend ; in 1987 werd een nevenonderzoek naar de Bende van Nijvel onttrokken aan onderzoeksrechter Jean-Michel Schlicker. Daar ging het ook om gewettigde verdenking, maar wel op totaal andere gronden. De Nijvelse magistraat had namelijk een van de verdachten ( Michel Cocu) ondervraagd op een ogenblik dat die ?emotionele stoornissen? vertoonde, er waren stukken ter ontlasting van de man laattijdig in het dossier gestoken en bepaalde ?sporen? in de zaak zouden door Schlicker verwaarloosd zijn. Waarop het Hof van Cassatie hem van het onderzoek afhaalde.

De zaak van de ietwat onvoorzichtige Connerotte ligt anders. Maar waar begint partijdigheid ? Botst, bijvoorbeeld, de eis om voor slachtoffers en hun naasten, meer bijstand en informatie van het gerecht te krijgen, niet met het begrip onpartijdigheid ? Verstraeten meent van niet. ?Als een slachtoffer of familie en eventueel een advocaat naar de onderzoeksrechter stappen en die hen gegevens meedeelt, lijkt me daar niks mis mee. De stand van zaken bespreken, informatie laten doorstromen, kan moeilijk geïnterpreteerd worden als een blijk van partijdigheid.?

HARDE WET.

Cassatie spreekt zich normaal vandaag, woensdag, uit en staat voor een ogenschijnlijk dilemma. De feiten in Bertrix lijken vast te staan, er kan een schijn van partijdigheid ontstaan zijn, maar het principe hanteren van dura lex, sed lex (de wet is hard, maar het is de wet), veegt meteen het allerlaaste schijntje krediet weg dat het gerecht nog heeft weten te redden in de ogen van de bevolking.

Het proces tegen Dutroux en zijn trawanten is niet eens begonnen, maar het voor de buitenwereld onbegrijpelijk, en vooral als onrechtvaardig aangevoeld, juridisch gehakketak wel. Dat belooft. Ook voor het proces zelf. Stel dat de verdediging de allereerste dag al zou vragen wie van de zetelende magistraten of kandidaat-juryleden géén petitielijst tekende in de onmiddellijke nadagen van de affaire. Meer dan twee miljoen landgenoten deden dat wel en komen dus voor wraking in aanmerking.

J.G.

Onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte is onvoorzichtig geweest.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content