Liefdadigheid groeit uit tot een heuse industrie. De Verenigde Staten geven het voorbeeld, Europa probeert te volgen.

Als je nettovermogen meer dan 40 miljard dollar bedraagt, kan je natuurlijk makkelijk een paar miljard weggeven. Logisch dan ook dat Bill Gates van Microsoft naast de rijkste mens ook de gulste gever ter wereld is. Mooi is niet alleen dat hij liefdadigheid als een maatschappelijke plicht beschouwt, maar met zijn miljardendonaties ook zijn landgenoten inspireert om het goede doel te steunen.

Ter illustratie: een derde van alle werknemers in de Verenigde Staten doet aan planned giving, door een stukje van zijn loon af te staan aan non-profitorganisaties. Dat doen ze niet alleen omdat Gates het vraagt, maar ook omdat ze worden benaderd door fondsenwervers als de Rockefeller Foundation en andere organisaties. Liefdadigheid vertegenwoordigt liefst 2,2 procent van het Amerikaanse bruto binnenlands product. Ook wanneer de giften aan de kerk, die ruim de helft van het totale bedrag ontvangt, buiten beschouwing worden gelaten, scoren de VS nog altijd beduidend beter dan Italië (0,1 procent) en de rest van Europa.

Het moet gezegd: die cijfers vertellen niet de hele waarheid, want Europeanen compenseren hun beperkte financiële inbreng door meer vrijwilligerswerk. Feit blijft echter dat onze liefdadigheidsinstellingen lang niet zo bedreven zijn in fondsenwerving als hun Amerikaanse zusters. ‘Daar staat wel tegenover dat in de VS praktijken worden gehanteerd, die we hier ongepast zouden vinden’, relativeert Erik Todts, voorzitter van de Belgische Vereniging voor Ethiek in Fondsenwerving. ‘Ze benaderen potentiële schenkers op een agressieve manier. Hun praktijken hebben succes, alleen hanteren ze een oppervlakkige benadering van het begrip liefdadigheid. Wij vinden: duurzame fondsenwerving kan enkel door een vertrouwensrelatie op te bouwen met de schenker. We brengen een boodschap. We vragen een engagement, niet gewoon een financiële bijdrage.’

De Amerikaanse aanpak, mede gebaseerd en geïnspireerd op de deur-aan-deurverkoop van bijbels, resulteert wel in een hoog rendement. Een vergelijking met Europa is echter moeilijk, al was het maar omdat de VS teren op bedrijfssponsoring, terwijl Europa eerder een beroep doet op overheidssubsidiëring.

Toch één parallel: beide wereldmachten verwachten dat de ‘industrie’ van de liefdadigheid blijft groeien, dankzij de combinatie van toenemende rijkdom en de vergrijzing van de bevolking. ‘De gemiddelde schenker is ouder dan 50’, aldus Todts. ‘Een oudere bevolking resulteert dus logischerwijs in meer schenkingen, al moeten we ook dringend meer jongeren rekruteren. Vandaag kunnen we stellen: een derde van de Belgen doet schenkingen en/of vrijwilligerswerk, een derde reageert enkel op emotionele piekmomenten en een derde reageert nooit. We bereiken dus 3,5 miljoen Belgen. Al bij al niet slecht.’

Bart Vandormael

De VS doen meer aan liefdadigheid dan Europa, maar hun benadering is oppervlakkiger.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content