De meest succesvolle filmmaker uit de geschiedenis is ook de meest invloedrijke regisseur van het laatste kwart van de eeuw. Steven Spielberg verlegde de grenzen van het bioscoopspektakel maar creëerde ook de blockbuster-mentaliteit die de cinema reduceert tot een pretparkattractie.

De films van Steven Spielberg (52) – een cinema vol van hoop, verbazing en verrukking – worden het best samengevat in een vaak terugkerend beeld van mensen die vol verwachting, ontroering of blijdschap naar de lucht kijken: de believers in Close Encounters of the Third Kind die vol ontzag opkijken naar de landing van het lichtgevend moederschip uit de ruimte; de kleine Eliot uit E.T., the Extra-Terrestrial die zijn buitenaards speelkameraadje ziet opstijgen; de adolescent uit Empire of the Sun die vol bewondering naar de Japanse kamikazepiloten gaapt en aan het eind het verblindende licht van de atoombom op Nagasaki ziet; de krijgsgevangenen die in dezelfde prent geschenken uit de hemel ontvangen; de avonturiers in Jurassic Park die voor het eerst de van DNA gekloonde dinosaurussen aanschouwen.

De blik naar de hemel gericht, wachtend op de revelatie, is dermate typerend voor de sprookjesachtige films van Spielberg, dat hij in zijn zelfverklaarde volwassenenfilms bij wijze van contrast de camera nadrukkelijk op de grond richt. Zoals in zijn realistische film over de invasie van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog, Saving Private Ryan, die begint en eindigt met een eindeloze zee van witte kruisen op een militaire begraafplaats. In dit epos over de landing in Normandië worden soldaten voortdurend tegen de grond gesmakt en aan flarden geschoten, plonzen ze doorzeefd met kogels in het water, kruipen ze moeizaam vooruit op een stuk strand, worden ze in een kapot gebombardeerd schilderachtig Frans dorpje platgewalst door een monsterachtige tank.

Steven Spielberg. Succesrijkste filmer aller tijden wordt daar meestal in één adem aan toegevoegd. Inderdaad: nooit eerder heeft een filmmaker zo veel kaskrakers gemaakt, nu al zoveel jaren op rij. Tot Titanic eraan kwam, waren Jurassic Park en E.T. de twee grootste box-officekampioenen aller tijden. Veel van de zowat dertig films die hij in evenzoveel jaren regisseerde of produceerde voeren de box-officelijsten aan; opgeteld brachten ze wereldwijd ongeveer tien miljard dollar op. Spielberg en zijn vriend George Lucas ( Star Wars) zijn de moderne mythevormers die de pop(corn)cultuur van de laatste kwarteeuw domineren.

Zijn cv leest als een handleiding “Hoe bereik ik de top in Hollywood – en hoe consolideer ik mijn eersterangspositie”:

Steven Spielberg wordt op 18 december 1946 geboren in Cincinnati, Ohio, als oudste kind van een computerdeskundige en een begaafde maar gefrustreerde pianiste. Zijn vroegste jeugd brengt hij in New Jersey door, later verhuist het gezin naar Phoenix, Arizona en dan naar Californië. Door dit voortdurend verhuizen moet de jonge Spielberg zich steeds weer aanpassen aan een nieuwe, vaak vijandige omgeving. Hij is een zwakke student en blinkt zeker niet uit in lichamelijke opvoeding. Van kindsbeen af is hij evenwel gezegend met een rijke fantasie; zijn jeugdige geest wordt gevoed met beelden die hem later als filmmaker zullen inspireren. Zijn trieste doodgewone jeugd waarover zijn diverse biografen niets opvallends weten te rapporteren, zal hij algauw compenseren met het fabriceren van filmfantasieën voor en over verdwaalde kwajongens. Films ook waarin hij het banale Amerika van de voorsteden, de warme appeltaart en de levensles op de veranda een denkbeeldige magie toedicht.

LOOPJONGEN

Met behulp van de 8mm home movie camera van zijn pa en zijn eigen elektrische treinstellen, vervaardigt hij al op zijn elfde zijn allereerste filmpje: The Last Train Wreck. Tussen 1959 en 1962 timmert hij zijn eerste drama uit de Tweede Wereldoorlog in elkaar, Escape to Nowhere dat de eerste prijs wint op een nationale wedstrijd voor amateurfilms – de jury looft vooral de special effects! Hij is nauwelijks achttien als hij ook al zijn zakelijk talent laat blijken: Firelight, zijn amateurfilm over een ontvoering door aliens (in 1977 opnieuw gemaakt als Close Encounters of the Third Kind) levert in een lokale bioscoop een recette van 800 dollar op.

Groot is dan ook zijn teleurstelling wanneer hij door de grootste twee filmscholen van Californië – UCLA en USC – afgewezen wordt; om toch maar in de buurt van Hollywood te zijn, schrijft hij zich dan in aan de universiteit van Long Beach. Hij kapt met zijn studies nog voor zijn kandidaats, maar heeft intussen al een baan bij Universal. Als loopjongen. In 1962 maakt hij Amblin, een film van 26 minuten over een paar liftende tieners. Sid Sheinberg, toen hoofd van de televisieafdeling, is zodanig onder de indruk dat hij de jonge filmmaker meteen een contract voor zeven jaar bij Universal aanbiedt (Amblim Entertainment is nu nog altijd de naam van Spielbergs productiemaatschappij, ondergebracht op het studioterrein van Universal Pictures).

Als broekje van tweeëntwintig mag hij oude glorie Joan Crawford regisseren in een van haar laatste optredens, een aflevering voor de serie Night Gallery. Met zijn eerste televisiefilm Duel uit 1971 (in Europa ook in de bioscoop uitgebracht) is het prijs: met dit uitputtend en raadselachtig (want nooit verklaard) verhaal over een man die tijdens een autorit geterroriseerd wordt door een indrukwekkende vrachtwagen met achttien wielen, toont Spielberg voor het eerst wat hij in zijn mars heeft.

Zijn echte bioscoopdebuut volgt in 1974: The Sugerland Express over een jonge moeder (Goldie Hawn) die met de hulp van haar man uit de gevangenis ontsnapt om haar baby terug te krijgen. De film bestaat hoofdzakelijk uit één lange achtervolging tussen de voortvluchtigen en de Texaanse politie, nog aangevuld door een stoet van verslaggevers en nieuwsgierigen. Spielberg, van het begin af geïnteresseerd in alle mogelijke technische revoluties van de filmgrammatica, geeft hier de eerste grote demonstratie van de soepele, schokvrije bewegingen van de Steadicam-camera, wat nu gemeengoed is geworden.

Met zijn tweede film, Jaws uit 1975, is Spielbergs bedje in Hollywood gespreid. Zijn nijdige thriller over de angstaanjagende zomer van een verscheurende witte haai, veroorzaakt ware paniek op Amerikaanse stranden en wordt een wereldwijde hit.

Met Close Encounters of the Third Kind en E.T. breekt hij resoluut met de paranoïde traditie in films over buitenaardse wezens, die steevast onze aarde willen veroveren. We zijn niet alleen, verkondigt Spielberg, en maar goed ook, want aandoenlijke ruimtewezens komen ons bestaan niet vernietigen maar verrijken.

Met Raiders of the Lost Ark (1981; eerste deel van de Indiana Jones-trilogie) lanceert hij de supersonische actiefilm vol matineesensaties en pulpclichés. In zijn twee Jurassic Park-films (uit 1993 en 1997) gebruikt hij de nieuwste technieken op het gebied van CGI ( computer generated imagery) om uitgestorven beesten zo waarheidsgetrouw tot leven te wekken. Als we voor het eerst de brontosaurussen en diplodocussen zien grazen, lijken de beelden wel uit een pastorale natuurdocumentaire te komen, zo echt is het allemaal, zo naadloos de interactie tussen de kunstbeesten en de acteurs die bewonderend aan hun voeten lopen.

Zijn enkele commerciële uitschuivers ( 1941, Hook, Always) wegen niet op tegen zijn vele triomfen die overal ter wereld de kassa luid doen rinkelen en de naam Spielberg synoniem maken voor een oer-Amerikaanse vorm van technisch geavanceerde pretcinema zonder de complexe emotionele verwikkelingen uit het echte leven.

EIGEN STUDIO

In 1994 breidt Spielberg zijn macht binnen het Hollywood van de grote media- en entertainmentbedrijven nog uit door zijn eigen studio op te richten, samen met Disney-afvallige Jeffrey Katzenberg en platenmogul David Geffen. Het is de eerste keer dat een filmmaker aan het roer staat van een studio sinds de oprichting van United Artists in 1919 door Charles Chaplin, D.W. Griffith, Douglas Fairbanks en Mary Pickford. DreamWorks SKG komt moeizaam van de grond, maar het laatste jaar lijkt het aanvankelijk wat ongunstige tij te keren.

Behalve regisseur is Spielberg ook uitvoerend producent van een even indrukwekkende hitlijst, met als recente titels Deep Impact en Mask of Zorro. Ook televisie blijft hem boeien: hij is een van de producenten van de medische hitserie E.R. De filmmaker is ook een zakenman, meester over een imperium dat videogames, speelgoed en zelfs restaurants omvat. (Dive is de naam van zijn twee als een duikboot uitgeruste eettenten). De laatste jaren investeert hij ook in de snelgroeiende on-linewereld en ging hij een joint venture aan met Microsoft Corp.: DreamWorks Interactive. Bijna elke dag loopt hij bij die afdeling langs om zelf de nieuwste videospelletjes uit te testen. Vaak brengt hij zijn kinderen mee, om hun mening te horen.

En toch is hij de laatste jaren geen workaholic meer. Als hij geen film draait, legt hij zichzelf geen afbeulend werkritme op – hij werkt slechts van halftien tot vijf – zodat hij zoveel mogelijk tijd kan doorbrengen met de kids, drie uit zijn huwelijk met actrice Kate Capshow, elk een kind uit een vorig huwelijk en twee Afro-Amerikaantjes die ze samen adopteerden.

Spielberg is ook goede maatjes met Bill Clinton en ontvangt de First Family in zijn door de Amerikaanse modernist Gwathmey Siegel gebouwd strandhuis in East Hampton. Naar verluidt zal hij ook een handje helpen bij het ensceneren van de Millennium Party in Washington.

Zijn rijkdom ( Business Week schat zijn persoonlijk fortuin op twee miljard dollar) en macht zijn hem niet aan te zien. Tenzij het echt niet anders kan draagt hij een jeansbroek, een slobbertrui en een baseballpetje. Terwijl een oude maestro als Vincente Minnelli met zijn Hollywoodgages schilderijen van de Franse impressionisten kocht, verzamelt Spielberg prenten van Norman Rockwell en originele animatie- cels van Disney.

Zo groot is zijn macht en zo kolossaal zijn succes dat de naam Spielberg ook heel wat ressentiment oproept en de geringste van zijn nederlagen of tegenslagen in de media breed worden uitgesmeerd.

Zoals het plagiaat-proces rond Amistad – volgens de zwarte schrijfster Barbara Chase-Riboud zouden de scenaristen een en ander afgekeken hebben van haar historische roman over de muiterij aan boord van de Spaanse schoener. “Steven Stealberg?” blokletterde Time.

Of het feit dat eerder dit jaar Saving Private Ryan niet de Oscar won voor beste film ( Shakespeare in Love ging met die eer lopen) en DreamWorks uiteindelijk moest afzien van de plannen om op het terrein van een oude vliegtuigfabriek in Playa Vista, Californië, een gloednieuwe state-of-the-art studio te bouwen.

VOLLE MATURITEIT

Hij wordt met recht en reden de entertainer van de eeuw genoemd. Spielberg wil echter meer doen dan met dinosaurussen spelen. Jarenlang moest hij vechten om af te raken van zijn Peter Pan-reputatie – de briljante filmmaker die zijn adolescentie maar niet wil ontgroeien. Hij wisselt zijn pure ontspanningsfilms graag af met serieuzer werk, historische films – met wisselend succes overigens.

De grotemensen-Spielberg is zowel tot het beste ( Schindler’s List, Saving Private Ryan) als tot het slechtste in staat ( The Color Purple over de calvarie van een zwarte vrouw in het Amerikaanse zuiden; Empire of the Sun over de mystieke oorlogsbelevenissen van een adolescent in China) of soms iets daartussenin ( Amistad).

Maar zelfs zijn occasionele drang om de grote thema’s van deze eeuw aan te snijden en de holocaust, de Tweede Wereldoorlog of de Amerikaanse slavernij te laten zien zoals het werkelijk was en niet zoals het maar al te vaak door Hollywood werd afgezwakt of geromantiseerd, kan zijn ongebreideld optimisme niet drukken.

Wie anders dan Spielberg zou over de jodenvervolging een film kunnen maken die goed afloopt? Spielberg vertelt in Schindler’s List het waargebeurde verhaal van de Duitse zakenman en oorlogsprofiteur Oskar Schindler die 1.300 Poolse joden – de Schindlerjuden – van de gaskamer zou redden.

En vooral: wie anders dan Spielberg zou het voor elkaar krijgen dat het onmogelijke, bijna groteske concept – de waarheid over de holocaust, maar toch met happy end – toch werkt? Spielberg maakte met dit docudrama gebaseerd op het boek van Thomas Keneally niet alleen zijn meesterwerk, maar ook de allereerste niet-documentaire film waarin de holocaust op een aanvaardbare wijze wordt gedramatiseerd, zonder dat het onderwerp wordt getrivialiseerd (de miniseries holocaust) of geëxploiteerd voor sadomasochistische boetedoening ( Sophie’s Choice). Die afdaling in de donkerste periode van de moderne geschiedenis eiste zijn tol: Spielberg moest drie jaar uitblazen om van de intense ervaring te bekomen. Zijn chronische kinderachtigheid kreeg nog eens de bovenhand in The Lost World, het overbodig vervolg op Jurassic Park, maar ongeveer terzelfdertijd draaide hij een tweede oorlogsepos waarin hij ook als filmmaker zijn volle maturiteit bereikt. Saving Private Ryan betekent een radicale breuk met de stereotypes van de oorlog made in Hollywood. Helemaal nieuw voor Spielberg is dat hij geen antwoord geeft op de morele dilemma’s die worden gesteld in deze film over een patrouille van acht soldaten die eropuit gestuurd wordt om onder leiding van kapitein Miller (Tom Hanks) private Ryan (Matt Damon) op te sporen en heelhuids naar huis te brengen – een public-relationsopdracht van het Amerikaanse leger, zijn drie broers zijn inmiddels op andere fronten gesneuveld. Waarom moeten zij hun leven wagen om één soldaat te redden? Voor het eerst laat Spielberg de toeschouwers met twijfels achter. Zijn visie op heroïek en nobel gedrag, te midden van de waanzin van een technologische slachtpartij, is veel ambivalenter dan je van de naiëve schepper van E.T. en Indiana Jones zou verwachten.

PERSOONLIJK GEKLEURD

Merkwaardig is hoe sterk persoonlijk gekleurd de grotepublieksfilms van Spielberg wel zijn. Zo maakte hij Schindler’s List om in het reine te komen met zijn joodse identiteit – iets wat hij jarenlang verloochend had. Terwijl hij als kleine joodse jongen in een omgeving van WASP-Amerikanen, het dagelijks racisme zelf aan de lijve had ondervonden. Op de middelbare school in Saratoga, Californië, was hij de pispaal van de klas, werd hij uitgescholden en geslagen.

Voor een film als Schindler’s List lijkt zo’n persoonlijke band met het onderwerp vrij voor de hand liggend: in Polen en Oekraïne waren ooms, tantes en neven omgekomen; in Cincinnati leerde zijn grootmoeder Engels aan slachtoffers die de uitroeiingskampen overleefd hadden. De jonge Steven leerde tellen aan de hand van de cijfers die op de arm stonden getatoeëerd van een man die teruggekeerd was uit Auschwitz.

Maar ook in zijn wildste fantasieën projecteert Spielberg zijn eigen angsten en verlangens. Nog niet zo lang geleden gaf hij toe dat de emoties in E.T., de eenzaamheid en verdrietigheid van de kleine jongen uit de Amerikaanse tuinwijk, autobiografisch getint waren. Zo plompverloren voelde Steven Spielberg zich toen zijn ouders ruzie begonnen te maken en in 1966 uit elkaar gingen. “Het echte onderwerp van E.T. is de zoektocht van een kleine jongen naar stabiliteit in zijn bestaan.” Close Encounters of the Third Kind grijpt terug op een avontuur uit zijn kindertijd: toen hij vier was, werd hij door zijn vader, een SF-fanaat, in het holst van de nacht uit zijn bed gehaald. Arnold Spielberg vertelde niet wat hij van plan was, maar stopte Steven in de auto en reed naar een plek waar heel veel mensen op dekens lagen en naar een kosmische meteoorregen keken. “From that moment on, I never looked at the sky and thought it was a bad place,” zou de maker van E.T. zich later herinneren.

Hoeveel kritiek Spielberg ook te verduren krijgt, één ding staat buiten discussie: zijn cinematografisch vernuft. In zijn gewiekste manipulatie van de emoties van de toeschouwer die in de donkere zaal aan de filmmaker overgeleverd is en in zijn gestage verfijning van de hoogtechnologische middelen van het filmmedium, is Spielberg een beetje een kruising tussen Walt Disney en Alfred Hitchcock. Van ome Walt heeft hij het marketing instinct geërfd, maar ook de nooit aflatende drang om het publiek te betoveren en het vermogen om het kind in ieder van ons te raken. Net als Hitchcock destijds, voelt hij zich aangetrokken tot technische uitdagingen, tot het verleggen van de grenzen van de film als massamedium. Volgens zijn verguizers zijn zijn films dan ook een kwestie van puur mechanisch vernuft, is zijn werk hooguit technisch briljant, maar zielloos.

Het wemelt in zijn werk van de voorbeelden van een scherpe filmische intelligentie. En wel in die mate dat de kunst en het plezier van het filmmaken soms het échte onderwerp van zijn films lijkt.

In Jaws, een film gebaseerd op het principe veel suggereren en weinig laten zien, zit een meesterlijk opgebouwde scène waarin politiechef Roy Scheider op het strand een oogje in het zeil houdt terwijl argeloze zwemmers zich in het water vermaken. Het heen en weer snijden tussen zijn onrustige ogen en echte of ingebeelde verschijningen van de haai is een staaltje van briljante camera- en montagetechniek.

Indiana Jones and the Temple of Doom opent dan weer met een grandioos musicalnummer in een nachtclub in Shanghai dat overgaat in meesterlijke getimede slapstick-verwikkelingen rond een kostbaar steentje dat voortdurend van eigenaar wisselt.

HOOGSTANDJES

Maar ook in een somber register legt Spielberg een even grote virtuositeit aan de dag. Zoals de brutale ontruiming van het getto van Krakov in Schindler’s List, een turbulente en bijna ondraaglijk realistische sequentie van vijftien minuten waar hij drie weken aan filmde. Of ook de spookachtige ouverture tijdens een stormachtige nacht op zee in Amistad waarin de bloedige opstand van de Afrikaanse slaven gedurfd gestileerd wordt in een furieus montage-scherzo.

Zelf noemt hij de inmiddels legendarische openingssequentie van Private Ryan het knapste wat hij als regisseur heeft gepresteerd. Zijn herschepping van de bestorming van Omaha Beach op D-Day bevat zowel de chaotische, schokkende kracht van echte documentaire opnamen als de transformerende kwaliteit van een sterke esthetische visie – een cinematografisch Guernica.

Maar zelfs zijn mislukkingen bevatten nog altijd verbluffende hoogstandjes. Neem nu in The Lost World het verplichte cliffhanger– nummertje. Het verbolgen T-Rex ouderpaar dient de woonwagen van de wetenschappers zo’n flinke klap toe dat het voertuig half over een rotspunt bengelt, net boven een kolkende zee. Wat volgt is geregisseerd met een onnavolgbare energie en panache en is visueel bijzonder vindingrijk. Vooral wat Spielberg doet met de tergend langzaam scheurende achterwand van de camper garandeert sensationele pret.

Ook in zijn meest eenvoudige effecten is Spielberg ongeëvenaard. Zoals het ruisen van de bomen of de rimpeling op het wateroppervlak om in Jurassic Park de aanstormende tyrannosaurussen aan te kondigen. Of het beeld in Close Encounters van het verblindende licht achter de deuropening, een sterke suggestie van het mysterie dat buiten ons gezichtsveld schuilt.

Spielberg oefende een grote invloed uit op de volgende generatie filmmakers in Hollywood, maar zonder zijn technisch brio en visuele stijl blijft het werk van zijn epigonen meestal steken in kinderachtige formules en adolescente gein zonder enige emotionele ondergrond. De laatste jaren gaan dan ook meer en meer stemmen op die zijn erfenis betreuren. Spielberg zou in ruime mate verantwoordelijk zijn voor de infantilisering van het medium. Hij maakte zijn doorbraak op een moment dat een groepje ambitieuze jonge regisseurs – Scorsese, Altman, Coppola, De Palma, Malick – Hollywood hadden veroverd. In 1975, het jaar waarin Jaws de meest winstgevende film aller tijden werd, produceerde Hollywood ook Nashville, Barry Lyndon, Dog Day Afternoon, Shampoo, The Man Who Would Be King en One Flew Over the Cuckoo’s Nest. Stuk voor stuk intelligente, volwassen publieksfilms die nu in het post-Spielbergtijdperk geen schijn van kans zouden maken. Jaws zette de trend in van de zomerse blockbuster die de Amerikaanse cinema onherroepelijk in de richting van de pretparkattractie stuwde. Voortaan was elke grote Hollywoodproductie in feite een “exploitation” film, waarin een of ander lekker sensationeel idee op schaamteloze manier werd uitgebuit. De cinema als achtbaansensatie.

Spielbergs succes heeft de Amerikaanse filmcultuur drastisch gewijzigd. Hollywood wordt nu rechtgehouden door de blockbuster event films, gebaseerd op simpele recepten, die kunnen gesmaakt worden door een internationaal publiek en kunstmatig aan merchandising-licenties worden gekoppeld om nog wat extra profijt te genereren. Het naäpen van de Spielbergformule leidde tot een lawine van cartoonachtige actieprenten, overgeproduceerde B-films over monsters, speciale-effectenspektakels, en kleverige familiefilms. Spielberg maakte zijn eerste films toen de regisseur de sleutelfiguur was in het nieuwe Hollywood; zijn eigen films hebben ruim bijgedragen tot de heerschappij van de marketing over de filmindustrie.

Volgende week: de hamburgercultuur.

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content