Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In ‘De kroonraad’ geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week hugo schiltz over de nota-Vande Lanotte, het centraal sociaal akkoord, de overvloed aan wetten, het Kyoto-verdrag, en het werk van Christo.

Mijnheer Schiltz, vice-premier Johan Vande Lanotte (SP.A) presenteert met ‘De vergrijzing voorbij’ een stappenplan voor welvaart. Hij pleit voor innovatie en verjonging van de economie. Is dit meer dan een open deur intrappen?

HUGO SCHILTZ: Inhoudelijk volgt hij wat al door tal van deskundigen is geschreven. Maar dat een socialistisch minister zijn naam nadrukkelijk aan die ideeën verbindt, is politiek toch van belang. Het geeft aan dat men in de SP.A afstapt van het klassieke socialistische discours, en meegaat in een denkwijze waarop ook een groot deel van de verstandige ondernemers zich inschrijven. Als die mentaliteit groeit, kan in Vlaanderen een nieuwe basisconsensus rond de economie worden bereikt. We beleven het einde van de naoorlogse welvaartsstaat, met zijn herverdeling en uitgebreide sociale zekerheid. Dat model is indertijd op de rails gezet door werkgeversvoorzitter Leon Bekaert en vakbondsleiders August Cool en Louis Major, en is vijftig jaar lang de rode draad door onze politiek geweest. Wil men die verworvenheden in de toekomst nog kunnen financieren, moet men de ‘mentale productiviteit’ opnieuw vooropstellen.

Vande Lanotte pleit ervoor om 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan onderzoek & ontwikkeling te besteden. De universiteiten staan al in de rij.

SCHILTZ: Ik heb zelf met die problematiek te maken gekregen toen ik minister van Wetenschapsbeleid was. We zijn een klein land met veel universiteiten en hogescholen, en de onderlinge concurrentie is groot. De vraag is: welk overkoepelend gezag kan verhinderen dat wetenschapsbeleid een strijd om de rondgestrooide subsidies wordt? Het budget voor onderzoek en ontwikkeling moet geconcentreerd worden in één of twee hoogwaardige onderzoekscentra, die de allerknapste elementen van de verschillende universiteiten en hogescholen bij elkaar brengen. Maar daarin staan we nog niet ver. Mol heeft het geprobeerd op het gebied van kernfysica, Ukkel inzake ruimtevaart, maar die pogingen zijn altijd gestuit op de versplintering in de universiteiten. We hebben hen tot samenwerking proberen te verplichten door de oprichting van centres of excellence. Dat heeft wel enkele resultaten opgeleverd, maar in het algemeen is er te weinig samenhang. Men moet via de Vlaamse Interuniversitaire Raad en andere overlegplatformen dringend afspreken hoe de nieuwe middelen zullen worden besteed. Het is niet alleen een kwestie van geld, maar ook van visie.

Vande Lanotte wil de overheid wettelijk verplichten om vanaf 2007 één keer 0,3 en dan jaarlijks 0,2 procent van het bbp in het Zilverfonds te storten.

SCHILTZ: De problemen van de vergrijzing reiken verder dan de zoektocht naar geld om de pensioenen en de gezondheidszorgen te betalen. Wat doet men met oudere mensen? Hoe vangt men hen op? Hoe worden de medische wereld en het circuit van ziekenhuizen en rusthuizen daarbij ingeschakeld? Wat met de mobiliteit? Het Zilverfonds kan een deel van die schok opvangen, maar niet alles. En men moet erover waken dat het een reëel fonds wordt, geen zuiver boekhoudkundig.

De kernopdracht blijft om meer mensen aan het werk te krijgen, en meer mensen langer aan het werk te houden. De overheid kan dat niet in haar eentje, maar ze kan het wel bevorderen. Bijvoorbeeld door het in dienst houden van oudere werknemers minder te belasten. De werknemers van hun kant moeten beseffen dat ze op hun 55e misschien niet meer hetzelfde rendement halen als op hun 35e, en dat hun loon daaraan wordt aangepast. Men moet af van de lineaire koppeling tussen arbeidsinkomen en anciënniteit. Anders is het voor een bedrijf economisch niet meer verantwoord ouderen in dienst te houden.

Na het njet van het ABVV heeft de regering het centraal sociaal akkoord opgelegd. Maar wat als er in Wallonië stakingen uitbreken?

SCHILTZ: Ik heb het gevoel dat het zo’n vaart niet zal lopen, al kan ik me natuurlijk vergissen. Politiek significant is dat een meerderheid in het land én in de vakbondswereld huiverig staat tegenover het uitlokken van een frontale confrontatie werkgevers-werknemers. Iedereen beseft dat we in een overgangsfase leven, waarin de oude methodes niet het meest aangewezen zijn om de sociale vrede te handhaven. Het is slechts door de interne moeilijkheden in de Waalse vakbond dat het sociaal akkoord geblokkeerd is geraakt.

Ik heb net gezegd dat de naoorlogse Belgische welvaartsstaat als concept aan vervanging toe is. Dat geldt voor ‘welvaartsstaat’ maar ook voor ‘Belgische’. In ons federaal en bijna confederaal land, heeft ‘België’ heel wat betekenis verloren. Ook het centraal sociaal akkoord, dat tien jaar lang de basis van het sociaal klimaat heeft gelegd, lijkt te moeten wijken voor meer particuliere en regionaal gekleurde attitudes. Het is duidelijk dat in het Waalse ABVV een andere cultuur heerst dan in de Vlaamse syndicale wereld. Dat geeft extra argumenten aan wie de bevoegdheidsopsplitsing ook op sociaal-economisch gebied wil doortrekken.

De PS en haar ministers steunen tot nu toe de regering. Zullen ze onder druk van mogelijke syndicale acties van tactiek veranderen?

SCHILTZ: Dat hangt af van de inschatting die PS-voorzitter Elio Di Rupo maakt. Ik denk dat hij koelbloedig berekent wat België hem opbrengt, en wat het hem kost als België in gevaar komt. De dominante positie van de PS in Wallonië geeft haar nu automatisch ook een dominante positie op federaal niveau. Het epicentrum van de macht is naar links opgeschoven, door het neutraliseren van een miljoen Vlaamse kiezers die naar het Vlaams Belang zijn gelopen. Dat komt Di Rupo goed uit, en alles wat die verschuiving naar links in gevaar brengt, schaadt zijn macht. Als het gevolg van een regeringscrisis is dat het confederalisme verder oprukt, zullen de PS’ers wel achter de regering blijven staan.

In het elektronisch staatsblad zijn vorig jaar 87.000 nieuwe bladzijden gepubliceerd, een stijging met 40 procent in één jaar tijd. Terwijl de regering de overvloed aan wetten en regels fors zou inkrimpen.

SCHILTZ: Ik heb mij als politicus en als jurist altijd grondig geërgerd aan wat ik ooit ‘de legistieke diarree’ heb genoemd. Ik weet niet wat men moet doen om die te stoppen. Er wordt al vele jaren tegen geprotesteerd en geageerd, maar het haalt allemaal niets uit. Ik huldig de oude opvatting dat de wetgever algemene kaders en beginselen moet vastleggen, en de controle op de invulling en toepassing daarvan moet overlaten aan de rechtbanken. Maar tegenwoordig worden wetten pure reglementen, waarin men tot het laatste punt en de laatste komma alles op voorhand wil regelen, tot en met de strafrechtelijke sancties. Dat verraadt een groot wantrouwen tegenover de rechterlijke macht en de administratie.

De bemoeizucht van de overheid groeit almaar aan. Met de toenemende complexiteit van onze samenleving is er wel nood aan meer regulering, maar ik vrees dat men vooral de kunst van de synthese is verleerd, en niet meer bekwaam is om korte en duidelijke wetten te schrijven. Dat is erg jammer.

Het milieuverdrag van Kyoto is vorige week in werking getreden, maar zonder grote vervuilers als de Verenigde Staten en China. Heeft het kans op slagen?

SCHILTZ: Kyoto is een edelmoedig verdrag, maar ik stel me de vraag of men over de technische, politieke en ecologische middelen beschikt om het ook uit te voeren. Al dan niet kernenergie, is in dat verband een delicate maar cruciale keuze. Verschillende betrouwbare wetenschappers stellen dat men zonder kernenergie onvoldoende zuivere energie kan produceren. Groene stroom is mooi, maar kan slechts een miniem percentage van de benodigde energie leveren.

Dat de VS en China niet meedoen, is een andere domper op het enthousiasme. Van China kun je nog zeggen dat het eerst zijn economische achterstand wil goedmaken. Maar het brute egoïsme waarmee de Verenigde Staten alleen hun eigen belang laten doorwegen, stemt pessimistisch over de mogelijkheid om ecologisch noodzakelijke verbeteringen door te voeren. Misschien moet er eerst een echte catastrofe gebeuren vooraleer ook grote landen verder willen kijken dan hun neus lang is.

De kans om vervuilingsrechten in het buitenland te kopen, doet ook wat af aan de goede bedoelingen.

SCHILTZ: Dat komt cynisch over, maar in een globaal verdrag als dit valt het te verdedigen. Bijvoorbeeld voor ons land. Wie naar Frankrijk op vakantie gaat, stelt al vast dat hij in een andere ecologische wereld is beland. In dichtbevolkte streken die een draaischijf zijn van logistiek en transport, kun je niet dezelfde normen hanteren als in gebieden waar meer ruimte is, en waar het zelfreinigend mechanisme van de natuur beter kan spelen. Men moet kunnen diversifiëren met zijn maatregelen. Het is niet de bedoeling om de economie te vernietigen.

In New York is Central Park het decor voor ‘The Gates’ van Christo: 7500 poorten en vanen, ten koste van 15 miljoen euro. Bent u liefhebber van zijn kunst?

SCHILTZ: Als stunt en happening zal dat project wel geslaagd zijn, maar kunst wil ik het niet noemen. Mijn eisen inzake artisticiteit liggen toch wat hoger. Men kan zich de vraag stellen of de kostprijs van iets waarvan onzin een onderliggende bedoeling is, te verantwoorden valt. Zolang het met privé-geld gebeurt, valt er weinig tegen te beginnen. Maar wanneer het om overheidsgeld gaat, ben ik minder mild. Ik heb als schepen van Antwerpen zware discussies gehad over aankopen voor het Middelheimmuseum. Ik vond dat geld van de gemeenschap niet mocht worden gebruikt voor zogenaamde kunstwerken, waarbij je een boek nodig hebt om te kunnen begrijpen wat ze mogelijkerwijs voorstellen.

Koen Meulenaere

willy claes Willy De Clercq mark eyskens willy kuijpers hugo schiltz leo tindemans karel van miert freddy willockx

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content