De oorlog om talent

Een dalende werkloosheid, een groeiend aantal vacatures en bovenal de pensionering van 300.000 babyboomers: die gevaarlijke cocktail zal de komende maanden een bruusk onevenwicht op de arbeidsmarkt veroorzaken. Zijn onze werkgevers daar wel klaar voor?

2016 was een bizar jaar voor de arbeidsmarkt. Grote herstructureringen als die bij ING, Crelan en Caterpillar haalden de voorpagina’s. Maar in de luwte daarvan sloeg de economische motor eindelijk weer aan, na jaren van stagnatie, en begonnen de werkloosheidscijfers structureel te dalen.

Vlaanderen telde in december 2016 nog 215.562 werklozen. Dat is bijna 6 procent minder dan een jaar eerder. De daling zette zich overal door, zoals u elders op deze bladzijden kunt zien, maar ze was merkwaardig genoeg het grootst in het noorden van Limburg (-10,8 procent). Limburg? Is dat niet de provincie die de catastrofale sluiting van Ford Genk meemaakte? Jawel, maar ze is ook een van de meest geïndustrialiseerde regio’s van Vlaanderen, waardoor ze het snelst van de economische heropleving profiteert.

In West-Vlaanderen boomt de business als vanouds. De werkloosheidsgraad bedraagt er 5,6 procent, tegenover 7,2 procent in Vlaanderen. Het aantal vacatures steeg er in 2016 met meer dan 62 procent. Per vacature zijn er in West-Vlaanderen (theoretisch) 2,4 werkzoekenden beschikbaar. In het arrondissement Roeselare woedt de war for talent het hardst: per vacature heb je er maar 1,2 werkzoekende.

Het gevolg is dat West-Vlaamse kmo’s in toenemende mate rekruteren aan de andere kant van de taalgrens, tot in Frankrijk toe. Dat is goed te merken op de personeelsparking van pastamaker Soubry in Roeselare. Daar staan bijna evenveel auto’s met een Franse nummerplaat als met een Belgische. Voka West-Vlaanderen besliste vorige week zelfs om een Tour de Wallonie te starten. De werkgeversorganisatie heeft een enquête onder haar leden gehouden, waaruit bleek dat 72,5 procent in 2017 extra medewerkers zal aantrekken: 300 West-Vlaamse Voka-leden stellen ruim 2100 vacatures in het vooruitzicht. In dezelfde enquête kondigde ongeveer 40 procent van de bedrijfsleiders aan hun eisen voor nieuwe medewerkers te zullen afzwakken.

Voor heel Vlaanderen steeg het aantal vacatures vorig jaar met 26,4 procent. Het arrondissement Tielt kende de hoogste toename, met 84 procent. Mechelen deed het veel minder goed, met een stijging van 3,3 procent.

Niet 1 maar 2 bedrijfsauto’s

De nakende oorlog om talent is niet de eerste in Vlaanderen. In 1999 stond onze arbeidsmarkt al eens op haar kop. In die tijd kochten werkgevers bij hun concurrenten de beste werkkrachten weg, in ruil voor flinke salarisverhogingen en een schier onuitputtelijke reeks extralegale voordelen. In extreme gevallen kreeg de nieuwe aanwinst niet één maar twee bedrijfsauto’s aangeboden: één voor hem of haar, één voor zijn of haar partner.

Zo’n vaart heeft het volgens arbeidsmarktdeskundige Jan Denys van Randstad sindsdien niet meer gelopen. ‘De vorige war for talent werd in 2007 uitgevochten. Het is nog niet zo erg als toen, maar je voelt wel aan dat we weer in die richting gaan.’

Ook Fons Leroy van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) heeft nog geen weet van buitensporigheden op de arbeidsmarkt, zoals eind vorige eeuw. Dat komt, zegt hij, omdat de meeste werkgevers nog niet aanvoelen wat er op hen afkomt: ‘Er is, volledig onterecht, nog geen sense of urgency. Velen denken dat ze de krappe arbeidsmarkt wel de baas zullen kunnen. Bijvoorbeeld door, zoals vroeger, een beroep te doen op mensen uit Oost-Europa. Maar ook daar droogt het beschikbare reservoir van arbeidskrachten snel op.’

In de war for talent staat een uitzendbedrijf als Randstad aan het front. Trekt de economie aan, dan nemen veel bedrijven eerst uitzendkrachten in dienst – een vast contract volgt later pas. Uit een overzicht van Federgon, de federatie van hr-dienstverleners, blijkt dat in 2016 een nieuw vacaturerecord werd gevestigd: niet minder dan 560.271 uitzendvacatures verschenen op de VDAB-website. Dat is een toename met 84 procent in vergelijking met 2014. Opvallend: bijna de helft van de vacatures waren er voor laaggeschoolde jobs.

Ook Federgon stelt een groeiend onevenwicht vast op de arbeidsmarkt: de uitzendactiviteiten namen vorig jaar met 17 procent toe in volume, maar het aantal geposte vacatures steeg met 84 procent. Daardoor bleven die vacatures almaar langer openstaan. Eind 2016 waren er 73.000 vrije uitzendvacatures.

Uit een rondvraag van Randstad blijkt dat de nood hoog is aan zowel hoog-, midden- als laaggeschoold personeel. Uitschieters zijn teamleiders of werknemers die technisch begaafd zijn én voldoende organisatorische kwaliteiten en people skills hebben. Ook commerciële en technische beroepen blijven gegeerd.

De grijze exit

De grootste bedreiging voor de arbeidsmarkt is wat Fons Leroy de ‘grexit’ noemt – met de ‘gr’ van ‘grijs’. De VDAB-topman doelt daarmee op de groep babyboomers die de komende jaren met (brug)pensioen gaat. Die beweging is al enkele jaren aan de gang, en zal in 2017 op kruissnelheid komen. ‘Er gaat ongelooflijk veel kennis en ervaring door verloren’, zegt Leroy. ‘En dat verlies kunnen de schoolverlaters niet volledig opvangen. Per 100 werknemers die de arbeidsmarkt verlieten, stonden tot voor enkele jaren 106 nieuwkomers klaar. Nu evolueren we per 100 vertrekkers naar 78 tot 82 nieuwkomers. Dat legt een gigantische druk op de arbeidsmarkt. Die grexit is een grotere bedreiging voor het bedrijfsleven dan de brexit.’

Uit cijfers van het Steunpunt Werk van de KU Leuven blijkt dat tussen 2015 en 2020 296.541 werknemers de arbeidsmarkt zullen verlaten. Tussen 2020 en 2025 zullen er daar nog eens 376.402 bij komen.

In Vlaanderen is de gemiddelde leeftijd van werknemers relatief hoog. Een stuk hoger dan in Brussel, bijvoorbeeld, dat een betere leeftijdspiramide heeft. Ter illustratie: de gemiddelde leeftijd van een Vlaamse buschauffeur is 52 jaar. In de textielsector is 33 procent van de werknemers ouder dan 50. In het onderwijs is dat 29 procent: onderwijsinstellingen verwachten in 2018 een piek in de vacatures. Ze beseffen nu al dat er onvoldoende vervangers zullen zijn.

Volgens Jan Denys creëren veel werkgevers hun eigen schaarste. Ze aarzelen om vijftigplussers, allochtonen en mensen met een beperking een kans te geven, zegt hij. ‘Vijftigplussers vinden ze te duur. En als die mensen bereid zijn om in te leveren, is het óók weer niet goed: dan zijn ze zogezegd niet gemotiveerd. Dat is flauwekul. Je moet ook niet perfect Nederlands kunnen spreken om een technische functie uit te oefenen. Werkgevers moeten water bij hun wijn leren doen.’

Bert Mons van Voka West-Vlaanderen vindt dat de personeelsdiensten in sommige West-Vlaamse familiebedrijven professioneler en moderner mogen werken. ‘De lonen liggen er vaak lager dan in buurprovincie Oost-Vlaanderen. Ook op extralegale voordelen staat er een rem. Dan moet je er niet van opkijken dat potentiële medewerkers liever enkele kilometers verderop aan de slag gaan. Ze houden bovendien vast aan nine-to-fivejobs, terwijl veel werknemers liever wat meer flexibiliteit hebben, met het oog op een beter evenwicht tussen werk en privé. West-Vlaamse werkgevers zijn te conservatief. Ze moeten beseffen dat niet iedereen zijn hele carrière honkvast zal blijven. De liefde moet van twee kanten komen.’

‘Harvard University heeft het personeelsbeleid van duizend bedrijven in de Verenigde Staten geanalyseerd’, zegt Fons Leroy. ‘Wat bleek? De succesvolste onder hen voeren het meest diverse personeelsbeleid. Belgische bedrijven missen kansen door te weinig allochtone werknemers in dienst te nemen. Ze verliezen zo de aansluiting met een belangrijk deel van de bevolking én met potentiële klanten.’

En dan zijn er de diploma’s. ‘Een diploma is een ticket tot de arbeidsmarkt, maar werkgevers hechten er vaak overdreven veel belang aan’, zegt Leroy. ‘Op school vergaarde kennis volstaat vaak niet op de snel veranderende arbeidsmarkt.’ Specifieke vaardigheden verwerven is volgens hem veel belangrijker: ‘Een kritische geest ontwikkelen, met de media leren omgaan, holistisch werken enzovoort: dat leer je niet in de klas. Leerkrachten moeten met hun leerlingen uit de school breken. Het Nederlandse onderwijs staat daarin verder.’

En wie volgens Leroy niet het geschikte diploma of de juiste kennis heeft, is gediend met opleidingen on the job. ‘Daarmee leer je vaak meer dan op school.’ Dat geldt ook voor het systeem van duaal leren, dat in Duitsland populair is. Een bedrijf als Siemens neemt op grote schaal jongeren van 14 à 15 jaar in dienst. Ze voltooien hun middelbare studie terwijl ze een job onder de knie krijgen. Op hun achttiende krijgen ze een diploma én een arbeidscontract. ‘Tot nu toe blijft duaal leren grotendeels beperkt tot technische functies. Het zou veel breder moeten worden ingezet, zelfs in het aso.’

Parijse worst

Hoe aantrekkelijker een werkgever, hoe minder de war for talent hem zal deren. Randstad brengt elk jaar een overzicht uit van de aantrekkelijkste werkgevers. Het is gebaseerd op objectieve criteria als loon, werkzekerheid, functieomschrijving, doorgroeimogelijkheden, aandacht voor diversiteit, de sfeer op de werkplek, de balans tussen werk en privé, en de afstand naar het werk. Voor 58 procent van de werknemers, zegt Randstad, is het loonpakket het belangrijkste, maar de criteria ‘werksfeer’ en ‘werkzekerheid’ doen daar amper voor onder. Voor bijna 40 procent is de afstand tot het werk een bepalende factor.

Jan Denys: ‘Aantrekkelijke bedrijven hechten niet toevallig vaak belang aan employer branding: ze stellen zich op als merken waarmee je je kunt identificeren. Daardoor slagen ze er gemakkelijker in om de beste mensen in dienst te nemen – en te houden. Jonge sollicitanten vragen bijvoorbeeld niet meer álle vacatures voor een functie op. Nee, ze willen alleen werken in hippe, moderne bedrijven die hen echt kunnen bekoren, zoals Coca-Cola, Ikea of Brussels Airlines.’ Om tot die groep van bedrijven te behoren, is volgens Denys een jarenlange inspanning nodig. ‘Wie nu snel-snel aan employer branding wil doen, is eraan voor de moeite.’

Staat steevast hoog genoteerd bij Belgische sollicitanten: Colruyt Group. De in Halle gevestigde distributeur, volgens Randstad ook de bekendste werkgever van het land (voor Ikea en Carrefour), heeft 29.000 werknemers en is, naast de gelijknamige supermarktketen, onder meer eigenaar van Dreamland, Dreambaby, Bio-Planet en de tankstations van DATS 24.

Ilse Bellemans, afdelingshoofd Selectie en Rekrutering bij Colruyt, beleeft drukke dagen. Ze moet liefst 900 vacatures invullen. Het gaat vooral om logistiek personeel en winkelpersoneel, en in 30 à 35 procent van de gevallen om functies in ondersteunende diensten: boekhouding, marketing, informatica enzovoort.

‘Colruyt doet al jaren aan employer branding’, zegt Bellemans. ‘We willen een merk zijn waarvoor mensen met goesting werken.’ Daartoe onderhoudt de groep partnerschappen met onderwijsinstellingen. ‘Technische scholen hebben bijvoorbeeld niet altijd voldoende middelen om apparaten te kopen. Wij hebben die apparaten wel. Elk jaar nodigen we tientallen leerlingen uit om er in onze ateliers mee te komen oefenen. Zo leren ze ons bedrijf kennen. En als ze later op de arbeidsmarkt komen, kiezen ze hopelijk voor ons.’

‘Hetzelfde doen we met de universiteiten: informaticastudenten kunnen bijvoorbeeld aan onderzoek doen in onze windmolenparken. En leerlingen van de hotelschool Ter Groene Poorte in Brugge kunnen bij Colruyt dan weer aan productontwikkeling doen, bijvoorbeeld om de kwaliteit van onze Parijse worst te verbeteren. De tijd die ze daaraan besteden, maakt deel uit van hun curriculum.’

Ook Bellemans merkt dat sollicitanten kritischer worden. ‘Sommige jongeren zijn zo gegeerd op de arbeidsmarkt dat ze zich liever als zelfstandige of freelancer aanmelden. Een contract van onbepaalde duur – het ideaal van vroeger – zegt hun minder. Eigenlijk kiezen zij nu vaak hun werkgever, in plaats van andersom. Je ziet dat ook bij sollicitatiegesprekken: vroeger stelde de werkgever allerlei vragen, nu vragen sollicitanten soms meer dan wij. Eigenlijk is dat niet meer dan normaal.’

Werknemers wegkopen bij de concurrentie, daar doet Colruyt niet aan. Bellemans: ‘Wij betalen een competitief loon, en je krijgt de gebruikelijke extralegale voordelen. Daarnaast gaan we – meer dan andere bedrijven, schat ik – voor een goede sfeer. Onze medewerkers mogen niet alleen cursussen binnen hun vakgebied volgen, we stimuleren ook hun persoonlijke ontwikkeling: we bieden mindfulnesstrainingen aan, yogasessies, opleidingen in timemanagement, rookstopbegeleiding, taalopleidingen, noem maar op.’ Colruyt investeert jaarlijks ongeveer 40 miljoen euro in opleidingen. Dat is 3,2 procent van de loonkosten, een van de hoogste percentages van het land.

Om zijn vele vacatures te kunnen invullen, heeft Colruyt een speciaal programma ontwikkeld: Start2Re-Tale. ‘Mensen die leiding kunnen geven, bijvoorbeeld als winkelmanager, kun je volgens ons óók vinden onder pakweg historici of psychologen. Omdat zo’n functie voor hen niet voor de hand ligt, organiseren we een opleiding van drie maanden. Daarin leren ze onze sector kennen, en verwerven ze de nodige vaardigheden. Dat lukt aardig, tot ieders tevredenheid.’

Door MICHEL VANDERSMISSEN

Vlaanderen telde in december 2016 nog 215.562 werklozen. Dat is bijna 6 procent minder dan een jaar eerder.

‘Veel werkgevers denken dat ze de krappe arbeidsmarkt wel de baas zullen kunnen. Ten onrechte.’ Fons Leroy (VDAB)

‘Sommige jongeren zijn zo gegeerd op de arbeidsmarkt dat ze zich liever als zelfstandige of freelancer aanmelden.’ Ilse Bellemans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content