Niet alleen Brazilië is de winnaar geworden van het WK, dat nu ook Azië voetbalgek heeft gemaakt. De globalisering brengt de oude hiërarchie aan het wankelen.

Een paar maanden vóór de aanvang van het WK maande Korea’s bondscoach Guus Hiddink de Koreaanse kranten aan om wat meer over voetbal en wat minder over baseball te berichten. Daar werd monkelend op gereageerd. Want Zuid-Korea heeft in Azië weliswaar de oudste profliga, maar de uitstraling van de in 1983 opgerichte K-League is omgekeerd evenredig met de sportieve prestaties en een stuk minder dan die van de meer gemediatiseerde Japanse J-League, die in 1993 is opgericht nadat de Koreaanse profs het WK-ticket voor 1990 hadden gepakt, ten koste van de Japanse amateurs.

Toen de in Seoul residerende Ier Eon Sweeney een paar jaar geleden een boos telefoontje pleegde naar de Engelstalige Korea Times met de vraag waarom zo weinig aandacht besteed werd aan soccer, schrok hij van het antwoord. De Korea Times had gewoon niemand die de materie beheerste, gaf de hoofdredacteur toe. Toen Sweeney voorstelde om dat gat op te vullen, kreeg hij te horen dat daar geen budget voor beschikbaar was. Maar minder dan een jaar voor het WK bedacht de Korea Times plots dat zo’n voetbalreporter misschien een nuttige investering zou zijn.

Sweeney, een dertiger, is nu ‘chief football writer’. Zijn telefoontje gaf de Korea Times een onoverbrugbare voorsprong op die andere Engelstalige krant, de Korea Herald. Die schrok wakker toen de WK-koorts in Korea plots opkwam en moest tijdelijk gastjournalisten inhuren. Te laat, want in voetbalmilieus was inmiddels de naam van de Times gevestigd en nam men de Herald op sportvlak alleen nog au sérieux voor de baseballverslaggeving.

Sweeney is op lange termijn een winnaar van dit WK, maar eerst moet hij een maand zonder slaap inhalen. Niemand in Korea was voorbereid op de uitzonderlijk sterke prestaties van Zuid-Korea en de spontaan opwellende voetbalkoorts, die tot zeven miljoen Koreanen de straat op lokte.

Voorbereid op een echte voetbalkoorts waren evenmin de baseballspelers, die tijdens het WK rustig de eigen competitie afwerkten. Stomverbaasd stelden ze vast dat ze op de sportpagina’s voor het eerst sinds mensenheugenis naar de zijkolommen waren verbannen. Een reporter die een topwedstrijd versloeg, wandelde een half uur voor de match zo naar binnen en viel achterover toen hij de lege tribunes zag. Waar normaal 15.000 tot 20.000 toeschouwers afkwamen op het geboden spektakel, waren nu naast vrienden en familie amper een paar duizend fans aanwezig. En de enige quotes die men nog van topbaseballspelers wilde, waren antwoorden op vragen naar de impact van het succes van het Koreaanse soccer. Zes keer slechts liepen de baseballstadions in de grote steden tijdens dit WK vol: toen daar reuzenschermen waren geïnstalleerd, waar men gratis de thuiswedstrijden van voetballend Zuid-Korea kon volgen.

Straks, als het effect van de prestaties van de nationale voetbalploeg wat is weggeëbd, hoopt baseball een deel van de vroegere fans terug te winnen. Maar de kans dat de verhoudingen na het WK opnieuw worden als voorheen lijkt bijna onbestaande. Want wanneer de fans zich gaan afvragen waar de meesten van de spelers die ze plots aanbaden vandaan komen, komen ze automatisch bij de K-League terecht.

Marketing

Aan zo’n marketingargument had de K-League net behoefte. Want qua media-aandacht was de oudste Aziatische profliga een mager beestje, slechter gepromoot dan de J-League. Niet dat die laatste sportief zoveel méér voorstelt: vijf van de zeven recentste Aziatische bekers voor clubteams, tegenhanger van de Champions League, werden gewonnen door teams uit Zuid-Korea. Maar de Koreanen verkochten dat succes onvoldoende. Daardoor trekken topwedstrijden van de betere ploegen in Suwon en Pusan wel tot 15.000 toeschouwers, maar die van de andere eersteklassers hooguit 3- tot 5000, terwijl de J-League na een paar mindere jaren opnieuw gemiddeld 17.500 kijkers naar de diverse stadions lokt. Met de bouw van tien nieuwe stadions, waarvan zeven exclusief voor voetbal, moet ook de Koreaanse liga profiteren van het succes van de nationale ploeg.

Peter Velappan, secretaris-generaal van de Aziatische voetbalbond, stelde vorige week nog voor om Zuid-Korea, Japan en China één superliga te laten uitbouwen, waarin de zes sterkste ploegen uit elk land samen uitkomen. In Europa lopen zo’n plannen stuk op de rijke tradities van elke competitie, een argument dat in Azië met zijn beperkte geschiedenis van profvoetbal en een laag sportief niveau nog niet geldt.

De voordelen van zo’n eengemaakte competitie zijn zowel van economische als sportieve aard. Alleen Japan herstelt zich nog moeizaam van de economische klap van 1997. Zuid-Korea lijkt helemaal terug en geldt nu al opnieuw als de dertiende economie ter wereld. In China verdringen gulle sponsors en grote bedrijven zich al jaren om geld in het voetbal te mogen stoppen.

Een sterke competitie zou zeker ook het sportieve niveau omhoog tillen. De kloof met de betere West-Europese competities is nu te groot. Dat was ook de conclusie van bijvoorbeeld Guus Hiddink, die na observatie van wedstrijden uit de K- en J-League vond dat de basis die spelers daar meekregen ruim onvoldoende was om een WK in te stappen. Dat Hiddink bijvoorbeeld geen enkele speler van de Koreaanse landskampioen Songnam Chunma goed genoeg vond voor zijn selectie, is in die zin veelzeggend.

De uitstekende prestaties van Zuid-Korea en Japan kwamen er maar nadat hun Europese coaches die teams maandenlang op dit WK hadden voorbereid, met de intensiteit van een clubteam dat naar een nieuw seizoen toewerkt.

Het resultaat is indrukwekkend en plaatst Azië ineens met stip op de voetballandkaart. Vóór dit WK wonnen Aziatische deelnemers slechts vier op 44 WK-wedstrijden en raakte maar één Aziatisch land ooit in de kwartfinale: Noord-Korea in 1966. Eén keer eerder haalde een land dat niet in Europa of Zuid-Amerika ligt een halve finale: in 1930, toen de VS onder meer via een zege tegen België zo ver geraakten.

Precies die VS manifesteerden zich onverwacht sterk op dit WK, nadat ze in 1998 in Frankrijk nog als 32e en laatste waren geëindigd. Hun succes en voorbereiding vertonen flink wat raakpunten met die van de beide thuislanden. Ook coach Bruce Arena had maar een paar toppers die in de sterke Europese competities vlot meedraaien, aangevuld met een mix van talent uit de eigen, nog jonge MLS-profcompetitie en voetballers die in Europa niet van de bank afgeraken. Ook hij poogde het verschil te verkleinen door hard en doelgericht werk, in een intensief trainingskamp van één maand in Noord-Carolina. Net als Korea en Japan scherpte hij de honger van zijn spelers, die relatief fris dit toernooi aanvatten, niet afgepeigerd waren door verplichtingen in de Champions League en zich maandenlang mentaal voorbereidden op het enige doel dat hen voor ogen stond: pieken naar het WK.

Het leverde de Amerikanen onverhoopt veel media-aandacht op in eigen land, plus een telefoontje van president George Bush, een paar uur voor de belangrijke wedstrijd tegen Mexico. Bush gaf toe niets van de sport af te weten, maar drukte wel zijn bewondering uit voor de manier waarop de Amerikaanse underdogs het land vertegenwoordigden.

Als de MLS-League, die tijdens dit WK gewoon door liep, er eindelijk in slaagt voor doorstroming te zorgen van een brede basis van miljoenen voetballende schoolkinderen naar de paar honderd profs in de tien clubs, heeft de FIFA naast Oost-Azië straks ook Noord-Amerika ingepalmd.

Groepsgeest

Honger en een goeie groepsgeest vormden ook de basis van het succes van Senegal. Stuk voor stuk spelers die groot geworden zijn in West-Europa, daar de knepen van het vak hebben geleerd, maar die geen van allen ooit een prijs van betekenis hebben gewonnen met hun club, een finaleplaats met de nationale ploeg in de Afrikaanse landenbeker ten spijt. Ook de spelers van Senegal leefden naar dit WK toe met de wil zich te tonen, méér dan het hoger aangeschreven Kameroen, dat zich liet indommelen door de complimenten vooraf, met een zekere hoogmoed het toernooi instapte en net voor het vertrek naar Japan nog ging kibbelen over premies in plaats van over tactiek.

Helemaal onderuit gingen de absolute favorieten Frankrijk, Italië, Argentinië, Portugal en Spanje. Het Argentijnse verlies was een dubbeltje op zijn kant. De vier Europese teams startten ondermaats en konden zich niet snel genoeg herpakken. Dat is ook de les die Wlodek Lubanski, raadgever van het Poolse nationale team en tv-commentator, op dit WK leerde: ‘Ook wij hielden te veel vast aan sterkhouders, grote namen van wie we verwachtten dat ze de ploeg op sleeptouw zouden nemen. Toen dat in de eerste match niet gebeurde, hadden we moeten ingrijpen. Maar de coach meende dat die spelers zich zouden herpakken. Dat was fout. In zo’n WK, waar het niveau van alle teams dicht bij mekaar in de buurt ligt, krijg je niet de tijd je te herpakken en langzaam te groeien. Wie niet direct reageert, gaat eruit.’

Twee dagen vóór de finale in Yokohama gaf de Franse teamdokter toe dat hij vooraf wist dat de Franse spelers fysiek en mentaal kapot zaten, waardoor hij ze zo goed als geen kans gaf om hun wereldtitel te verlengen. Alleen kon hij dat toen niet naar buiten brengen. Op het veld bleek Frankrijk pijnlijk afhankelijk van één man: Zinedine Zidane. Zonder hem bleven de veel geroemde kwaliteiten van de andere spelers onopgemerkt. Bovendien stapte Frankrijk – opgehemeld door de hele wereldpers en na de pijnlijke ervaring van ’98 opvallend gespaard door de eigen pers – als FC Hollywood het toernooi in, met een overdosis sterallures en een gebrek aan honger en motivatie. De Franse sterren leerden dat anno 2002 pure klasse en ervaring niet volstaan om topduels te winnen.

Die pijnlijke les leerden ook Portugal en Italië. Portugal kon op geen enkel toernooi de lof voor zijn verzameld talent omzetten in resultaten. Spanje bleek te zeer afhankelijk van Raul, terwijl de verdedigend ingestelde coach José Antonio Camacho in eigen land al vóór de uitschakeling gehekeld werd omdat hij zijn aanvallend talent massaal op de bank hield.

Net als Camacho kwam het ook Italiës Giovanni Trapattoni goed uit dat de scheidsrechter met de vinger werd gewezen. Spilfiguur Francesco Totti was wel fit, maar dat gold niet voor de verdedigers Paolo Maldini, Alessandro Nesta en Fabio Cannavaro, evenmin als voor de spits Christian Vieri. Ook Trap had erop gerekend dat hij met een minimum aan inspanning een maximum aan rendement zou halen, maar hij faalde voor zijn gebrek aan durf tegen Hiddink die werd beloond voor zijn Nederlandse aanpak en moet worden geloofd om zijn aanvallende ingesteldheid in elke wedstrijd. Dat de sterren van het wereldvoetbal moeite hadden met de uitschakeling door een stel veredelde amateurs, aangevuld met een wisselspeler van het bescheiden Perugia en een bankzitter van Anderlecht, is menselijk. Maar ook toppers behoren te weten dat een palmares en een reputatie in het huidige genivelleerde topvoetbal geen garantie meer zijn voor succes.

In afwachting grijpt Azië alvast zijn kans om voor het komende WK, dat over vier jaar in Duitsland wordt gehouden, een bijkomende vertegenwoordiger te vragen en te suggereren om het WK 2014 (na dat in Afrika) in China te houden. Omdat de winnaar over vier jaar niet meer automatisch geplaatst is, krijgt Oceanië zo goed als zeker voor het eerst recht op één deelnemer.

En Europa? Europa moet niet zeuren, maar zich beter voorbereiden, riep FIFA-baas Sepp Blatter. ‘De Europeanen klagen dat zij onvoldoende tijd hebben gekregen om zich voor te bereiden, terwijl teams uit Azië en de Verenigde Staten zich gedurende maanden hebben klaargestoomd voor dit WK. Wel: niets belet hen om hetzelfde te doen en van het WK een prioriteit te maken.’

Maar dan moeten de Europese landen eerst maar eens werk maken van het reduceren van het aantal verplichte nummers op het eigen continent, vindt Blatter. Geen sprake van de Confederations Cup, gepland voor juni 2005 tussen de kampioenen van elk continent, van de kalender af te voeren. Blatter : ‘Het punt is dat de Europeanen het vertikken hun liga’s terug te brengen tot 16 teams, maar vaak met 20 ploegen spelen en daar nog eens een bekercompetitie aan toevoegen, met heen- en terugmatchen. Misschien moet iemand hen dwingen om daar in te snoeien.’ Blatter zelf, bijvoorbeeld, die toch al gewend is zijn zin te krijgen.

Geert Foutré

Frankrijk stapte als FC Hollywood het toernooi in, maar de spelers zaten mentaal en fysiek kapot.

‘Europa moet niet zeuren, maar zich beter voorbereiden’.

Minder dan een jaar voor het WK bedacht de ‘Korea Times’ dat een voetbalreporter misschien een nuttige investering zou zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content