De traditionele rolpatronen blijven stevig overeind.

Mannen hebben het zo slecht nog niet voor elkaar, kunnen we opmaken uit het recentste tijdsbestedingsonderzoek van de TOR-groep (VUB). Mannen hebben meer vrije tijd dan vrouwen, ze doen aanzienlijk minder in het huishouden en kunnen hun professionele carrière, in tegenstelling tot veel vrouwen, ten volle uitwerken. Vooral de mythe van de zogenaamde nieuwe man, die in tegenstelling tot vroeger thuis de handen uit de mouwen steekt, wordt genadeloos doorgeprikt. ‘Het mannelijke aandeel in het huishouden is verwaarloosbaar, zeker in vergelijking met wat vrouwen presteren’, constateert TOR-onderzoekster Jessie Vandeweyer. ‘De nieuwe man is duidelijk nog niet aangekomen.’ Is die nieuwe man dan enkel een creatie van de vrouwenbladen? Vandeweyer vreest het: ‘Er wordt veel over de nieuwe man gesproken en daarom beginnen mensen algauw te denken dat hij ook echt bestaat. Maar in de praktijk blijft men steken op het terrein van de goede bedoelingen. Thuis blijft alles zoals het was.’

De cijfers van TOR scheppen een wel heel traditioneel beeld van de modale Belg. Zal er dan nooit wat veranderen? Vandeweyer gelooft van wel: ‘Ik vermoed dat over tien jaar de man toch iets actiever zal zijn in het huishouden. Meer en meer mensen beginnen het normaal te vinden dat een man thuis ook nog verplichtingen heeft. En dat een vrouw een gezin en loonarbeid wil combineren, is nu ook haast in alle geledingen van de samenleving aanvaard. Vroeg of laat zien we die mentaliteitswijziging in de cijfers.’

Maar zo ver is het nog niet: vrouwen blijken beduidend minder actief op de arbeidsmarkt. ‘En als ze al een baan hebben, dan is die zeer vaak deeltijds’, stelt Vandeweyer vast. ‘Het patroon begint al bij heel jonge meisjes: op school zijn ze overwegend de betere van de mannen, maar wanneer ze het arbeidscircuit moeten betreden, zie je ze vaak in een huishoudelijke rol terugvallen. Gelukkig zit er wel een positieve evolutie in de cijfers. Vrouwen vinden steeds makkelijker hun weg op de arbeidsmarkt.’

In vergelijking met andere landen werkt de Belg overigens helemaal niet lang. ‘Maar dat compenseren we met onze uitmuntende productiviteit’, zegt Vandeweyer. ‘Wat we in onze weinige werkuren allemaal gedaan krijgen, is indrukwekkend. Wellicht houden we het enkel vol omdat we een enorm korte loopbaan hebben. De Belg begint op late leeftijd te werken en hij stopt ook bijzonder vroeg.’

Een andere opmerkelijke vaststelling uit het TOR-onderzoek is dat mannen wekelijks zo’n vier uur meer vrije tijd hebben. Vandeweyer: ‘Vrouwen hebben duidelijk andere besognes. Je ziet mannen aan elke vrijetijdsactiviteit meer tijd spenderen, maar vooral op het vlak van sport is het verschil toch wel echt nadrukkelijk. Het aandeel informatica ligt in dit onderzoek (uit 1999, nvdr) nog vrij laag, maar in volgende enquêtes verwacht ik op dat terrein wel een spectaculaire stijging.’

Werken de Belgen in vergelijking met andere West-Europese landen relatief weinig, toch zitten ze voor het aantal uren vrije tijd maar in de middenmoot. ‘De verklaring is huishoudelijk werk’, zegt Jessie Vande- weyer. ‘Daar steekt de Belg echt wel zijn tijd in. Het is maar waar je je prioriteiten legt natuurlijk. Dit cijfer wordt wel enigszins vertekend door de huisvrouwen uit typische kostwinnergezinnen die onwaarschijnlijk lange uren aan huishoudelijke taken spenderen. Belgische tweeverdienersgezinnen doén in vergelijking gewoon veel minder, en ze besteden af en toe ook al eens wat uit.’

G.M.

‘Wat we in onze weinige werkuren allemaal gedaan krijgen, is indrukwekkend.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content