Het aantal ‘detacheringen’ van buitenlandse werknemers in België stijgt dit jaar spectaculair tot boven de 80.000. Hollandse bemiddelaars leuren agressief met goedkope Polen. ‘Pure koppelbazerij’ volgens onze hoogste fraudebestrijders.

Toen op 1 mei 2004 de Europese Unie in één klap uitbreidde met tien nieuwe lidstaten, laaide de discussie hoog op over een massale toestroom van Oost-Europese werknemers. In alarmerende verhalen werd het beeld geschetst dat onze arbeidsmarkt overspoeld zou worden. De voorbije weken kwamen er steeds meer berichten over grote aantallen Polen die in België aan de slag zijn. Veel nieuwe Polen blijken hier ‘gedetacheerd’ te worden door Nederlandse uitzendbureaus en intermediairs, waarvan er duizenden als paddestoelen uit de grond zijn geschoten. Een groot deel daarvan heeft zich op de lucratieve ‘Polenmarkt’ gestort. Volgens officiële cijfers is het aantal detacheringen van buitenlandse arbeidskrachten in ons land dit jaar spectaculair gestegen tot 62.904 voor de eerste drie kwartalen (waarvan ongeveer 15.000 Polen). Dat betekent ruim 80.000 op jaarbasis, een stijging met bijna 70 procent sinds 2003, het jaar voor de Europese uitbreiding.

Bij het vleesbedrijf Struik Foods in Schoten konden Belgische werknemers, die voor hun job vreesden, met een staking de directie dwingen om een aantal goedkope Polen te ontslaan en terug te sturen. De directie gaf toe dat er een onwettige constructie was opgezet met het Nederlandse uitzendbureau Covebo en dat dit een loonvoordeel van wel tien euro per uur opleverde. Ook bij het groenteverwerkende bedrijf La Corbeille in Stabroek voerde de arbeidsinspectie al een onderzoek uit omdat er een vijftigtal Polen in dienst waren. Zij waren gestuurd door het Nederlandse verpakkingsbedrijf Otto Packaging, dat officieel als onderaannemer werkte en niet als uitzendbureau (waarvoor het geen erkenning heeft). Maar Otto Packaging is wel een spin-off van het grote uitzendbureau Otto, dat marktleider is voor het leveren van Poolse werknemers. Elke dag heeft Otto tussen de 1500 en 2000 Polen aan het werk. ‘ Otto werkt voor twee! Minder mensen, meer winst!‘ luidt hun reclame voor de bedrijven.

Bij de Europese uitbreiding hebben bijna alle landen (behalve Zweden, Ierland en het Verenigd Koninkrijk) beperkende overgangsmaatregelen voorzien voor het vrije verkeer van werknemers uit de nieuwe Oost-Europese lidstaten. Alvast tot 30 april 2006 heeft een werkgever in België daar nog een arbeidsvergunning voor nodig. Personen uit de nieuwe lidstaten die andere bestaansmiddelen hebben, zoals zelfstandigen, gepensioneerden en renteniers, kunnen zich wel al vrij in België vestigen. Ook het vrije verkeer van diensten is in België al volledig van toepassing. Dat betekent dat ondernemers uit de hele Europese Unie opdrachten kunnen uitvoeren met al hun personeel, als zij hiervoor een detacheringsbewijs hebben. Gedetacheerden zijn dus werknemers die door hun werkgever tijdelijk naar een andere lidstaat worden gezonden om een dienst uit te voeren of ‘een werk aan te nemen’. Intussen blijven zij onderworpen aan de sociale zekerheid en belastingen in hun eigen land, wat minder duur is dan hier, en ook moeilijk te controleren. Vandaar de vele misbruiken.

Poolshoogte

Vooral Nederlandse uitzendbureaus en arbeidsbemiddelaars hebben zich in zogenaamde ‘Polenconstructies’ gespecialiseerd, al dan niet met een vestiging in Polen zelf. Volgens het recente rapport Poolshoogte zijn er in Nederland tussen 34.000 en 53.000 Polen werkzaam – zonder de pure illegalen gerekend. Soms gaat het om malafide ondernemingen en worden er nooit premies of belastingen afgedragen, wat een aanzienlijk concurrentievoordeel oplevert. Vooral de ‘Duitse Polen’ zijn voor die bureaus een gouden zaak. Het gaat vooral om Polen uit de streek van Silezië (Opole), wat tot de oorlog een deel van Duitsland was. Honderdduizenden Polen hebben daar een Duits paspoort. Zij mogen vrij werken in de hele Europese Unie. De intermediairs voeren dan ook hevig slag voor die Duitse Polen, die ze door goede huisvesting of leaseauto’s (per groep) aan zich proberen te binden. Maar die Duitse Polen vormen natuurlijk ook geen onuitputtelijk reservoir.

Het is vooral met die Polen dat de Nederlandse intermediairs nu actief zijn op de Belgische markt, vaak in ‘onderaanneming’ met gedetacheerden. Volgens de Belgische arbeidsinspectie, die speciale controles heeft opgezet, gaat dat gepaard met aanzienlijke sociale en fiscale fraude. Bij meer dan negentig procent van de gecontroleerde bedrijven uit Oost-Europa liggen de lonen systematisch onder de Belgische minimumlonen en wordt de arbeidsduur overschreden (tot meer dan zestig uur per week). Er wordt geknoeid met fictieve detacheringen, postbusfirma’s en frauduleuze papieren. In een concreet dossier van een Nederlandse zetbaas werden de volgende vaststellingen gedaan: de Duitse Polen kregen 7,5 euro bruto per uur; er waren geen toeslagen voor ploegenarbeid, nachtwerk of overuren; en er werden kosten voor huisvesting en materiaal onwettelijk afgetrokken. Steeds meer Belgische aannemers richten een filiaal in Polen op om van al die voordelen te profiteren. Daarnaast – maar dat zijn totaal verschillende problemen – constateert de arbeidsinspectie ook meer problemen met Poolse schijnzelfstandigen én meer zwartwerk door Poolse illegalen in Brussel en Antwerpen (maar ook steeds meer in de provinciesteden). ‘Het lijkt soms alsof onze interne arbeidsmarkt een jungle wordt’, zegt een inspecteur.

In de nabije toekomst moet de Belgische regering beslissen of ze de arbeidsmarkt op 1 mei 2006 helemaal openstelt, of nog langer afschermt. Het lijkt de keuze tussen de voordeur of de achterdeur. Het federaal comité voor de strijd tegen de illegale arbeid en sociale fraude – met coördinator Marie-Paule Smets en coördinator-generaal Didier Verbeke – zal zich in dat debat alvast roeren.

Didier Verbeke: ‘Ik stel vast dat bijna alle lidstaten, op drie na, het nodig gevonden hebben om restrictieve maatregelen in te bouwen. Zelfs de Oost-Europese landen. Om in Polen te gaan werken, hebben wij ook een arbeidskaart nodig. Het zal nu afhangen van de gevoeligheid van ieder land, en dan speelt het huidige negatieve klimaat over de zogenaamde ‘invasie uit het Oosten’ zeker een rol. Omwille van de moeilijke economische en sociale situatie wordt er nu meer gefocust op die problemen. En we moeten alle begrip hebben voor arbeiders die vrezen overspoeld te worden, zoals de media schrijven. Maar anderzijds zijn er ook argumenten om het vrije verkeer van werknemers helemaal door te voeren.’

En worden we nu overspoeld?

DIDIER VERBEKE: Ja en nee. Het gaat niet om een massale invasie, er is geen reden tot paniek, maar het is wel verontrustend. Dat er in België meer dan tienduizend Poolse illegalen zijn, lijkt mij evident. En daarnaast zijn er zeker tien à vijftienduizend Poolse gedetacheerden. De detachering was bedoeld als uitzondering om tijdelijk een dienst in een andere Europese lidstaat te doen, terwijl je onderworpen blijft aan de sociale zekerheid in je eigen land. Maar helaas heeft men van de uitzondering de regel gemaakt. Dit jaar zijn er al ruim 62.904 detacheringen voor de eerste drie kwartalen, tegen 50.995 voor heel 2003. Die sterke toename is zonder twijfel aan de uitbreiding van de Europese Unie te danken.

Dat fenomeen bestaat al langer. Er zijn Portugezen die hier al tien jaar ’tijdelijk’ werken. De markt in Roeselare is zo door Portugese kasseileggers gemaakt. Zelfs Europese gebouwen in Brussel. En net de Europese Commissie maakt het ons steeds moeilijker om daar tegen op te treden. Het probleem is dat er nu zo veel misbruik gemaakt wordt van die detacheringen, dat het tot een ernstig concurrentieel voordeel leidt. Er zijn malafide constructies opgezet en er heeft zich een vorm van criminaliteit op geënt. Dat leidt tot fraudemechanismen, zoals het voortdurend veranderen van firma, van naam, enzovoort. En die illegale circuits zijn momenteel op agressieve en georganiseerde wijze onze bedrijven aan het bestoken.

Het is dat probleem dat nu zo verontrustend is. Omdat het zich al niet meer beperkt tot de bouwsector, maar zich naar andere sectoren aan het verspreiden is. Zoals de vleessector, wat nu bij Struik Foods gebleken is. Zoals de metaalsector ook. In alle sectoren waar men gemakkelijk delen van het bedrijf los kan maken, is dat nu aanlokkelijk. En dat creëert een klimaat van oneerlijke concurrentie en sociale dumping, dat zowel bij werkgevers als vakbonden onrust verwekt.

Het prijsvoordeel dat zij zien, is alleen maar mogelijk door te frauderen. Ofwel door de arbeiders minder loon te betalen en meer uren te laten kloppen dan op papier. Ofwel door in het thuisland weinig of geen sociale bijdragen en belastingen te betalen. Ofwel door zodanige structuren op te zetten dat je aan alles ontsnapt. Dan heb je te doen met Hollandse zetbazen, die een firma in Duitsland stichten, een lege doos, en mensen in Polen ronselen om ze in België tewerk te stellen. Dan spreken we over moderne koppelbazen. Die hebben hier nu overal hun mannetjes om onze markt af te schuimen.

Dan hebt u het concreet over de Nederlandse interimbureaus en arbeidsbemiddelaars?

MARIE-PAULE SMETS: Ja, sinds de uitzendbureaus en intermediairs daar geen vergunning meer nodig hebben, zijn er duizenden opgekomen, grote en kleine. Iedereen mag daar nu mee beginnen. Onze bedrijven worden nu bewerkt met telefoontjes, mails, faxen en zelfs advertenties waarin met Polen geleurd wordt: wij kunnen zoveel arbeiders leveren, het uurloon is zoveel goedkoper… Enkele maanden geleden was hier een studiedag over de bouw, waarop wij een uitleg gaven, en zelfs daar stond zo’n intermediair folders uit te delen aan de deur!

Nu, er is maar één Nederlands uitzendbureau in de bouw erkend, zoals bij ons nog verplicht is. Anderen overtreden gewoon het verbod op de terbeschikkingstelling, de wet tegen de vroegere koppelbazen. En niet alleen dat: zij respecteren soms niet onze loon- en arbeidsvoorwaarden, zij betalen soms nergens sociale zekerheid, dus dat is pure koppelbazerij zoals vroeger. We kunnen ook zeggen dat 95 procent van de mensen die door die Nederlandse detacheringsbureaus worden aangeboden, Polen met een Duits paspoort zijn. Die kunnen onze patroons ook zelf gewoon in dienst nemen. Hun klaagzang – dat ze wel een beroep moeten doen op die bureaus, omdat ze zelf geen arbeidsvergunning krijgen – is dus flauwekul. Zij hebben voor die Duitse Polen geen arbeidskaart nodig. Maar als zij ze gewoon in dienst nemen, kunnen ze natuurlijk ook niet meer profiteren van het gesjoemel met die malafide constructies in het buitenland.

Sommige interimbureaus blijken ook met echte illegalen te werken. Uit onderzoek van de Nederlandse arbeidsinspectie bleek vorig jaar dat er bij 25 procent van die uitzendbureaus sprake was van illegale arbeid. Een voormalige ambtenaar is daarom met een kwaliteitslabel begonnen. Maar ook bij tien procent van de bureaus met label werden al illegalen aangetroffen.

Kunnen die moderne koppelbazen grote aantallen mensen leveren?

SMETS: Ja, een tijdje geleden hadden we het voorbeeld van een Duitse firma, die hier tien Polen met Duits paspoort in een voedingsbedrijf had tewerkgesteld. Toen we inlichtingen in Duitsland vroegen, bleek dat er een Nederlander achter zat, dat hij nooit sociale zekerheid en slechts 15.000 euro loonbelasting had betaald, en dat hij in anderhalf jaar tijd ongeveer 700 mensen in dienst had. Die had misschien tegelijk mensen werken in België, Frankrijk, Luxemburg… En dat is nog maar één voorbeeld.

Een lucratieve bezigheid?

VERBEKE: Als je sociaal, fiscaal en op de werkuren fraudeert, kun je minstens 25.000 euro winst per werknemer per jaar maken. Die zetbazen, vooral van Nederlandse herkomst, hebben een bijzondere mercantiele aanleg. Maar ook de werknemer is medeplichtig natuurlijk, want hij weet dat hij geen belastingen betaalt en ziet zijn eigen voordeel. Zij houden er netto een beter loon aan over. En zeker die Duitse Polen worden nu in de watten gelegd: die krijgen echt geen matras in een kelder, maar zo goed mogelijke logies, satelliettelevisie, mooie busjes voor de reis naar Polen, enzovoort.

Ook onder illegalen kun je een soort sociale promotie zien. Vroeger zaten Turkse migranten aan de onderkant. Daarna waren het Turkse patroons die Polen gingen tewerkstellen. En de Polen zijn zelf inmiddels opgeklommen. Zij hebben natuurlijk het voordeel van een Europese cultuur, blank uiterlijk en katholieke achtergrond. Zij gaan makkelijker op in de samenleving dan Afrikanen. Komt daarbij dat werken als zelfstandige hoog staat aangeschreven in Polen. En dat proberen velen hier nu te doen.

Is dat het probleem van de schijnzelfstandigen?

VERBEKE: Niet noodzakelijk. Er zijn veel Poolse ondernemers in België, en ik beschouw die als Belgische ondernemers, die net als Belgen gecontroleerd moeten worden. Een schijnzelfstandige is iemand die eigenlijk in dienstverband werkt maar die doet alsof hij zelfstandige is omdat hij dan minder of geen bijdragen hoeft te betalen. Het voordeel is dat hij zich vrij kan vestigen zonder nog een arbeidsvergunning nodig te hebben. Het is vaak gebeurd dat we een illegale werknemer het land uitzetten, waarna hij gewoon als schijnzelfstandige terugkwam. Dat is nu een Europees probleem, dat zelfs in het Oostblok volop speelt.

De Nederlandse intermediairs zeggen vaak dat zij geen interimbureau zijn, maar mensen leveren ‘in onderaanneming’. En dat is dan wettelijk in orde?

VERBEKE: Dat de figuur van de ‘aanneming’ gebruikt wordt in de bouw en de voedingssector, is evident. En dat men daarvoor een ingewikkelde keten van buitenlandse bedrijven inschakelt, is ook niet nieuw. In de Antwerpse havensector leveren de buitenlandse onderaannemers soms wel 70 procent van de aanwezigen. Zeker tijdens shut-downs kun je die soms in busjes op de parkeerplaatsen zien kamperen. Ook in slachthuizen is het al jaren gebruikelijk om buitenlandse uitbeenders in onderaanneming in te schakelen. Een aanneming is een wettelijke manier om arbeid te leveren. Regie-overeenkomsten ook. Maar het probleem is dat de loon- en arbeidsvoorwaarden niet worden nageleefd, of dat het bedrijf in het buitenland een postbusfirma blijkt te zijn.

Wat verdient de Poolse werknemer zelf?

SMETS: Dat varieert sterk. In elk geval een stuk meer dan hij in Polen zou verdienen. Dat begint al vanaf vijf euro per uur, hoor ik. En pure illegalen soms nog minder. Ik had vorig jaar een geval van iemand die 200 euro per maand verdiende. Maar het is evident dat ook de Polen daarmee geen genoegen meer blijven nemen. Ook ginder is het leven duur en stijgt de welvaart. Maar dan krijg je Bulgaren en Oekraïners die wel nog goedkoper willen werken. Dat probleem van zwartwerkende vreemdelingen hebben zij nu al in Polen zelf. Ook daarom zijn ze meer en meer bereid om mee te werken in de strijd tegen het zwartwerk. Polen is een goeie leerling. Nederland is veel minder scrupuleus. Nederland is een grotere zondaar in het illegale circuit dan Polen, vanwege die intermediairs. Zelfs in officiële raamcontracten in Nederland lees ik dat er slechts werk is zolang er klanten zijn, en dat de werknemer bij ziekte geen geld ontvangt omdat er dan verondersteld wordt dat er geen klant is… En een deel van het loon betalen ze in de vorm van premies voor drank, voor schoeisel, voor gsm-verkeer… Dat is toch allemaal de klok terugdraaien.

Ik lees dat er ‘volgens de sociale inspectie’ wel 50.000 Polen in de bouw zouden werken, op 240.000 in totaal.

SMETS: Zwart werk kun je per definitie niet meten. Telt men dan ook die Polen die hier al tien jaar actief zijn in de renovatie of op de klusjesmarkt? En de Poolse gedetacheerden die eigenlijk Duitsers zijn? En de Poolse firma’s en zelfstandigen? Als je die allemaal optelt, kom je misschien aan 50.000 in de bouwsector. Maar het kunnen er ook 30.000 of 100.000 zijn.

VERBEKE: Kijk, de hele sociale fraude wordt in België door geleerden op 50 tot 150 miljard frank geraamd – vooral dankzij Belgische fraudeurs. Dat is dus een brede vork, die bewijst dat men het eigenlijk niet weet. En hetzelfde geldt voor het aantal illegale werknemers. Er is een studie van een Poolse onderzoekster die sprak over 50.000 Poolse illegalen in het Brusselse. Er is daar een enorme zwarte markt van Poolse poetsvrouwen. Maar 50.000? En dan gaat zo’n cijfer een eigen leven leiden. Vorig jaar hebben de sociale inspecties 1800 illegalen aangetroffen, dat is het enige wat wij zeker weten.

Maar de pakkans is maar één op honderd, zei u een paar jaar geleden?

VERBEKE: Dat is zeker toegenomen. Wij doen nu meer gerichte controles. Wij proberen efficiënt gebruik te maken van databanken en nieuwe technologieën.

In Antwerpen en Brussel lijkt het al jaren een normale, ingeburgerde praktijk om enkele Polen voor pakweg zeven euro per uur je zolder in het zwart te laten verbouwen.

VERBEKE: Die mentaliteit is juist het grote probleem. Daarom zijn de Belgen, samen met Grieken, Italianen en Spanjaarden, koplopers in de sociale fraude. De Belg vindt dat blijkbaar moreel in orde. Het is dus misschien meer een Belgisch dan een Pools probleem. De zwartwerkende Belg floreert beter dan ooit. Het gros van de omzet van onze inspectiediensten wordt door Belgische fraudeurs geleverd.

Er is langs onze kant blijkbaar een grote vraag naar illegale werknemers. En liefst als het nog door een of andere juridische constructie een schijn van wettelijkheid krijgt. De echte reden daarachter blijft natuurlijk de goedkope loonkosten. Tien euro per uur goedkoper, zei de man van Struik Foods vorige week. Mooi meegenomen natuurlijk. De tweede reden is een zo groot mogelijke flexibiliteit.

Als we nu niet streng optreden, zal de vraag nog toenemen.

In de fruitsector waren er nu wel 2500 Polen, wettelijk. In Sint-Truiden zag ik tientallen Polen bivakkeren in een soort barakkenkamp van afgedankte legercontainers.

VERBEKE: Die zaken worden nu grondig gecontroleerd door de sociale partners en zijn wettelijk in orde. Het aantal wantoestanden is gedaald, zeker ook in de fruitsector. Ja, er zijn andere problemen, zoals die verongelukte Moldaviër die gedumpt werd. Maar die werkgever is zijn erkenning als aannemer kwijt.

Kan de regering nu nog nieuwe maatregelen nemen? Er staan al enorme boetes op illegale arbeid, en toch herbeginnen velen altijd weer.

VERBEKE: Ja, ook al moeten ze nu 15.000 euro per illegaal betalen. Zo’n boete is soms ook een stimulans om te herbeginnen en het geld terug te verdienen. En de winsten blijven groot. Maar wij hebben nieuwe voorstellen klaar tegen de huidige problemen met detacheringen. Als wij de eindgebruiker, de Belgische bedrijfsleider, financieel aansprakelijk stellen voor wat er met de gedetacheerden op zijn werkvloer mis kan gaan, zal die misschien twee keer nadenken. Pak ze in hun portemonnee, dat blijft het beste devies.

Door Chris De Stoop

‘Nederland is een grotere zondaar in het illegale circuit dan Polen.’

‘Het lijkt soms alsof onze interne arbeidsmarkt een jungle wordt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content