De Venezolaanse president Hugo Chavez heeft veel vijanden en nog meer vrienden. En daar heeft hij zelf voor gezorgd.

De Amerikaanse predikant Pat Robertson (75) heeft dus zijn excuses aangeboden. Hij was verkeerd toen hij het had over een mogelijke, zelfs wenselijke moord op de Venezolaanse president Hugo Chavez, die hij kortweg een ‘gevaarlijke dictator’ noemde. Niet dat Robertson iets tegen dictators heeft. Hij was goed bevriend met Mobutu Sese Seko en vond Charles Taylor, de bloeddorstige baas van Liberia, best aardig. Dat diens mannen voor de lol mensen in stukken hakten, zag hij toen over het hoofd.

De diplomatieke gevolgen van wat Robertson dus niet wilde zeggen, zijn groot. Verontwaardiging alom in Latijns-Amerika, waar de Verenigde Staten zo al niet erg geliefd zijn, en bijkomende steun voor Chavez zelf. Die zegt immers al jaren dat de Verenigde Staten hem willen vermoorden of afzetten door een staatsgreep.

Tot de lente van 2002 nam hij zijn eigen uitspraken niet al te serieus. Maar toen een deel van het leger hem op 11 april 2002 wilde afzetten, was Washington wel erg tevreden. Sindsdien heeft Chavez gemeen uitziende lijfwachten om zich heen.

Waarnemers zijn het erover eens dat hij niet al te veel gevaar loopt, toch niet van de kant van Washington. Dat heeft de handen vol in Irak en Afghanistan en is niet meteen van plan zijn eigen olie-invoer in gevaar te brengen. Venezuela – de vijfde olieproducent van de wereld – levert 14 procent van de Amerikaanse olie-import en heeft over de 13.000 Amerikaanse benzinestations in handen. Ook in Washington weten ze dat de kans dat er na Chavez jarenlange chaos uitbreekt, bijzonder groot is. Want hij is enorm populair in eigen land.

Ondanks alles, want Hugo Chavez – geboren op 28 juli 1954 – is een vreemd man. Half-zwart, half-indiaans, wat in het door een blanke elite geregeerde Venezuela een handicap is. Maar hij is wel de held geworden van de doodarme indiaanse meerderheid in zijn land en meteen van de opstandige indiaanse bevolking in Bolivia en Ecuador. Voor hen is hij de nieuwe Simon Bolivar. En net zoals die Venezolaanse libertador de idealen van de Verlichting en de Franse Revolutie naar Latijns-Amerika bracht en de Spaanse kolonisators eruit gooide, wordt Chavez gezien als de ‘bevrijder’ die Latijns-Amerika kan loshaken van de Noord-Amerikaanse invloed. Chavez zelf vindt dat blijkbaar prima en noemde zijn politiek alvast de ‘Bolivarrevolutie’.

Grootse plannen

Wat die revolutie inhoudt, is gemakkelijk negatief te definiëren. Ze is anti-Amerikaans, gekant tegen het wilde neoliberalisme en tegen de plannen van Washington om de beide Amerika’s in één grote handelszone te verenigen. De Bolivarrevolutie is zeker geen vermomd Cubaans socialisme, al is Fidel Castro een van de – bonte groep – raadgevers van Chavez. Maar waarom het dan wel draait, is niet zo eenvou- dig.

Eén ding is wel duidelijk: de opbrengsten van de Venezolaanse olie gaan niet meer naar de kluizen van enkele rijke families en corrupte politici, maar wel naar allerhande kleine projecten voor gewone mensen. Scholen, ziekenhuizen met Cubaanse dokters, betere huizen, kleine bedrijfjes. Of naar het heropstarten van fabrieken die al enkele jaren failliet zijn. Alleen moeten de eigenaren in ruil voor de staatsinvesteringen en de bijbehorende aandelen dan wel comanagement van hun arbeiders toestaan. In de praktijk is dat een kopie van het Zweedse model, waar arbeiders mee bepalen hoe de productie verbeterd kan worden, hoe de taken verdeeld worden. Zevenhonderd bedrijven zouden voor zo’n directe financiële injectie in aanmerking komen, berekenden internationale economen die niet goed weten of ze het hele experiment moeten toejuichen als een geniale vorm van werkverschaffing dan wel afwijzen als een verkapte vorm van nationalisering.

Idem voor de landhervorming. Landloze boeren die delen van grote plantages of veeboerderijen illegaal bezetten, worden verplicht te onderhandelen met de eigenaars. Dat draait er in de meeste gevallen op uit dat de boeren een coöperatie vormen en de landeigenaars door de staat uitgekocht worden.

Land en werk, dat hebben de Venezolanen nodig. En toch.

Chavez steunt bij zijn hervormingen vooral op het leger. Als kind van arme onderwijzers uit het binnenland was soldaat worden een mogelijkheid om carrière te maken. Blijkbaar erfde hij de talenten van zijn ouders want hij was een populaire leraar aan de militaire school. Samen met andere officieren stichtte hij een geheime beweging die hij ook al Simon Bolivar noemde. Tien jaar later, in februari 1992, pleegden ze een staatsgreep, verbitterd over de besparingen die het Internationaal Muntfonds het failliete Venezuela oplegde. De coup mislukte en kolonel Chavez werd gevangengezet. In november van datzelfde jaar deden zijn medeofficieren een tweede staatsgreep. Ook die mislukte.

Populaire militair

Chavez zat tot 1994 in de gevangenis. Dan stichtte hij zijn eigen partij, de ‘Beweging van de Vijfde Republiek’ (MVR), werd politicus en won in 1998 de presidentsverkiezingen. Hij begon meteen met zijn hervormingen, tot grote woede van de blanke elite die deze ‘halfbloed’ echt niet zag (en ziet) zitten. Stakingen legden het land lam, de staatsgreep van 2002 leek het einde van Chavez. Maar hij kwam terug en kreeg opnieuw af te rekenen met stakingen. Uiteindelijk moest zelfs de Organisatie van Amerikaanse Staten tussenbeide komen. Het compromis was simpel: een referendum zou beslissen over het lot van Chavez. Hij won met een enorme meerderheid. En ging door met zijn hervormingen. Hervormingen die hij in geestige en volkse speeches aan de bevolking uitlegt, waarbij hij steevast racisme als een verklaring van de schrijnende armoede biedt.

Sinds zijn eclatante verkiezingsoverwinning daagt hij de Verenigde Staten uit. Hij veroordeelt de invasie in Irak en gaat op bezoek in Cuba en Iran. Hij verklaart dat hij wel zal zorgen voor de arme Amerikanen en biedt hen gratis medische zorg aan in Venezuela. Hij richt samen met de Caribische landen een eigen regionale oliemaatschappij op. Venezuela zal aan de leden van die Petrocaribe goedkope olie leveren. Ook aan Cuba. Op de vergaderingen van de OPEC-landen pleit hij voor een verhoging van de prijs van ruwe olie. De Verenigde Staten steigeren, maar de olieprijs blijft stijgen. Net als de populariteit van Chavez in heel Latijns-Amerika. Ook in Venezuela zelf wordt hij aanbeden. Hij beschuldigt Washington ervan een invasie voor te bereiden en richt steeds meer milities op, die hij bewapent met Russische wapens uit Rusland en Cuba. Protesten van buitenlandse regeringen wuift hij weg: in Zwitserland hebben alle mannen een wapen in huis en de Amerikanen hebben hun Home Guard. Waarom wordt hij dan verdacht die milities te gebruiken om de oppositie te intimideren?

Elk openlijk of verborgen protest van Washington wordt meteen beantwoord. Venezuela een doorvoerhaven van drugs? De Amerikaanse drugsbestrijders moeten het land verlaten, beschuldigd van spionage. Hij wil de revolutie verspreiden? Volgende maand gaat zijn eigen Latijns-Amerikaaanse zender – Telesur, het echte gezicht van Latijns-Amerika – aan het werk. Washington wil niet dat hij Cuba bezoekt? Zijn partij de MVR, allerlei soorten volksbewegingen of ‘Bolivargroepen’ marcheren door de straten van de hoofdstad en eisen ‘respect voor de binnenlandse aangelegenheden’ van hun land. De rest van Latijns-Amerika kijkt gefascineerd toe. Dat continent kan een integere Bolivar goed gebruiken.

Maar is Chavez een Bolivar? Of een coupleider die in verkiezingen een middel zag om toch aan de macht te komen? Een populist met groot verbaal talent en onmiskenbaar charisma? Een democratisch leider die het beste wil voor zijn volk? Of een progressieve kolonel die snel een militair dictator aan het worden is? De meerderheid van de Venezolanen staat achter hem. Zeker zolang het oliegeld vloeit.

Misjoe Verleyen

Het oliegeld gaat nu naar de gewone mensen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content