Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Zaterdagavond spelen de Rode Duivels in Belgrado tegen Servië-Montenegro in de voorronde van de wereldbeker 2006. Winnen moet. En winnen kan. Want de bal is rond, behalve in Anderlecht-La Louvière.

Precies één jaar geleden zag het er voor de Rode Duivels nog allemaal zeer rooskleurig uit, in de voorronde van de wereldbeker. Ze hadden toen namelijk nog geen enkele wedstrijd gespeeld, en dan heerst er in de meeste rangen wel enig optimisme.

Niet zodra hadden de Duivels hun eerste wedstrijd wél gespeeld, of het optimisme was verdwenen als sneeuw voor de zon. Thuis in Charleroi 1-1 tegen Litouwen! En nadat de eerste drie wedstrijden waren afgewerkt, was de verslagenheid totaal: met 2-0 verloren in Spanje, en met 0-2 op de Heizel tegen Servië-Montenegro.

Dat betekende één punt op negen, en dan nog na twee thuismatchen… het woord catastrofe klonk te positief. Tot overmaat van ramp werden de Belgen enkele maanden later met 4-0 afgeslacht in een tussendoor-oefeninterland in Egypte. In februari. Honderden keren hebben wij in deze kolommen al gewaarschuwd tegen oefeninterlands in februari. Weg ermee! Afvoeren! Verbieden! Maar al boter aan de galg.

En toen werd het zaterdag 26 maart, twintig uur zestien, het moment waarop bondsvoorzitter Jan Peeters getroffen werd door een hartaanval. Wij schetsen de context van dit tragische voorval. Na alle vernietigende commentaren van de buitenwereld moést België in de Heizel absoluut winnen tegen Bosnië om nog een miniem waterkansje op kwalificatie te vrijwaren.

Om twintig uur elf stonden de beide teams keurig op een rijtje voor het aanhoren van de nationale hymnes. En toen werd het plotseling akelig stil in het Koning Boudewijnstadion. En dat bleef het. Geen volksliederen! Nooit meegemaakt. Zelfs niet in Ouagadougou. Desnoods grijpt de Burkinabese president daar zelf de microfoon. In Brussel, la capitale de l’Europe, niets. Volgens de mannen van de public address stond er geen enkel lied, laat staan een volkslied, op het ceedeetje dat de mannen van de bond hen hadden gegeven. Volgens de mannen van de bond waren de mannen van de public address te stom om een simpele ceedee af te spelen. Twee, drie eindeloos lange minuten gebeurde er dus niets. Toen had de scheidsrechter er genoeg van, en begon a capella aan de plichtplegingen van de toss.

Om twintig uur vijftien floot hij de wedstrijd op gang. Om twintig uur zestien gaf Yves Vanderhaeghe een plompverloren breedtepas in de voeten van een Bosnische middenvelder, en twee tellen later prijkte de 0-1 op het bord. Op de eretribune legde Jan Peeters (72) zijn bonzende hoofd te rusten in de schoot van zijn charmante, zij het wat onervaren piepjonge echtgenote Francine Borremans (38), en ontsliep zachtjes in de Heer. In wie hij overigens niet gelooft. ‘Wat zou u zeggen mocht u na uw dood, een van deze weken, God tegenkomen?’ vroeg ooit een journalist die van alternatieve vragen zijn specialiteit had gemaakt. Waarop Peeters: ‘Ik zou zeggen: tiens, U bestaat toch.’ En dan zal Jan wel binnen mogen, in de hemel. Om eens te proeven of de paling op smaak is. Jan is van Mariekerke.

Men kan zich moeilijk nóg slechtere omstandigheden indenken dan die waarin zich de Rode Duivels bevonden na anderhalve minuut in de wedstrijd België-Bosnië. En zie, dan gebeurt het altijd, behalve bij de VLD: de catharsis. Het keerpunt. Emile Mpenza en Thomas Buffel ontbonden plotseling hun en de duivels, achterin vond het duo Van Buyten-Kompany ineens zijn draai, en op het middenveld werkten Yves Vanderhaeghe en Timmy Simons voor zes. Of voor zeven, dat valt niet zo exact te becijferen.

4-1 voor de Belgen werd het, en plots begon er aan het einde van een heel donkere tunnel weer een klein lampje te gloeien. Toen na een slopende receptie de verrezen Jan Peeters in zijn auto stapte en het fameuze ceedeetje in zijn eigen recorder uittestte, schalde het Bosnisch volkslied uit de boxen: ‘O dierbaar Bosnië, o heilig land der vaaa-deren…’

Zevende kwalificatie

Vier dagen later wonnen de Belgen ook in Serravalle, 1-2 tegen het gevreesde San Marino, en zonder in al te veel aritmetica te verdwalen, moet u maar van ons aannemen dat kwalificatie voor Duitsland nog altijd mogelijk is. De zevende WK-kwalificatie op rij zou dat worden, iets waarmee geen enkel ander land kan pronken. Brazilië, Duitsland en Italië zijn er ook wel al die jaren bij geweest, maar zij moesten zich niet elke keer kwalificeren, omdat ze nu eens organisator, dan weer titelverdediger waren. Komt het zo ver, dan kan het unieke karakter van die prestatie niet genoeg onderstreept worden. Want aan al dat gekanker over de belabberde kwaliteit van ons voetbal doen wij niet mee.

Onze grootste vrees betreft de scheidsrechter voor zaterdag. Want op dat gebied hebben we al meermaals reden tot klagen gehad. Pavel Kazakov in Nederland-België (doelpunt Jan Verheyen onterecht afgekeurd), Kurt Röthlisberger in Duitsland-België (penalty op Weber niet gefloten), Peter Prendergast in Brazilië-België (doelpunt Wilmots onterecht afgekeurd), Pierluigi Colina in Bulgarije-België (penalty op Mbo Mpenza niet gefloten), Kim Milton-Nielsen in Spanje-België (rood voor Deflandre én Goor)… wij worden nog kwaad als we eraan terugdenken. Bondscoach Aimé Anthuenis wordt door sommigen over de hekel gehaald omdat hij te vaak naar die scheidsrechterlijke dwalingen verwijst, maar wij zien geen reden waarom hij dat niet zou doen. Waren wij van hem, wij zouden het nog veel dikker in de verf zetten.

De Engelse manager Ron Atkinson verklaarde ooit na een match waarin de ref tegen zijn Manchester United had gefloten: ‘Ik heb nog nooit van mijn leven een denigrerend woord gesproken over een scheidsrechter, en ik ga die goede gewoonte niet veranderen voor die imbeciel van vandaag.’ Atkinson werd vorig jaar afgedankt als analist van ITV, nadat hij Marcel Desailly in de rust van Monaco-Chelsea ‘een luie dikke neger’ had genoemd. Atkinson wist niet dat de microfoon nog open stond, al was niet iedereen daarvan overtuigd. En deed het, bij nader inzien, ook niet terzake.

‘Big Ron’ haalde wel vaker de pers. Toen hij bij Atletico Madrid werkte, vertelde hij Spaanse journalisten: ‘Er is maar een handvol trainers in de wereld bekwaam een grote club te leiden. Toevallig behoor ik tot dat handvol.’ Twee weken later werd hij ontslagen.

‘Ik heb lang geleden de jonge Mick Jagger eens ontmoet’, was nog een van zijn vermakelijke quotes. ‘Toen ik bij Oxford voetbalde, kwamen de Rolling Stones daar een concert geven. Nooit gedacht dat die vieze jongen ooit even beroemd zou worden als ik.’

Engelse coaches hebben allemaal wel een steek los. Glenn Hoddle nam naar de wereldbeker in Frankrijk een gebedsgenezeres mee. En beweerde dat gehandicapten de prijs betaalden voor hun zonden in een vorig leven! Waarna het blinde parlementslid David Blunkett boos opmerkte: ‘Als Hoddle gelijk heeft, dan ben ik in een vorig leven wellicht een even slechte bondscoach geweest als hij.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content