Patrick Martens

Als de Vlaamse, Waalse en Brusselse werknemers er niet beter van worden, hoeft een nieuwe staatshervorming niet voor ACV-voorzitter Luc Cortebeeck.

Om een win-winresultaat te bereiken, moet een vakbondsleider zich niet alleen in de plaats kunnen stellen van de eigen achterban, maar ook van de onderhandelaars van de andere vakbonden en de werkgeversorganisaties. Voor ACV-voorzitter Luc Cortebeeck is dat een ‘essentiële vereiste’ voor het sociaal overleg.

In een nieuw boek over De solidaire samenleving merkt de topman van de christelijke vakbond op dat net het ontbreken van die ‘sleutelcompetentie’ aan de basis ligt van ‘een hallucinant politiek schouwspel’ sinds de verkiezingen van 10 juni. Het is geen rechtstreekse vingerwijzing aan het adres van Yves Leterme (CD&V) – daarvoor is Cortebeeck te diplomatisch. Maar als de premier straks aan de onderhandelingen over een tweede pakket van een nieuwe staatshervorming begint, is het duidelijk dat hij nog eens aan die overweging mag denken. In een hoofdstuk over de communautaire agenda van de regering-Leterme maakt Cortebeeck ook onverbloemd zijn punt: ‘Zij die zouden azen op meer autonomie voor de Vlaamse regio om de sociale zekerheid op een waakvlammetje te zetten, het arbeidsrecht te beknotten en het centraal sociaal overleg te kortwieken, komen het ACV tegen.’

De ACV-voorzitter vindt dat Vlaanderen ’te veel naar zijn eigen navel staart’. Tijdens internationale ontmoetingen wordt hij geconfronteerd met een negatief imago van ‘bekrompenheid, eng nationalisme en extreem rechts’. Cortebeeck meent niet alleen dat Vlaanderen iets kan leren van Wallonië (de competentiecentra van de Waalse VDAB, het marshallplan), hij zou ook graag weten wat aan Vlaamse kant bedoeld wordt met een grote staatshervorming en een geregionaliseerd arbeidsmarktbeleid. Vooral de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka krijgt een veeg uit de pan omdat ze volgens Cortebeeck via die regionalisering aanstuurt op een harde aanpak van werklozen, een verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt en onderhandelingen die nog enkel in de bedrijven worden gevoerd. ‘Een basisbeginsel van een beschaafd sociaal model is de autonomie van het sociaal overleg.(…) Het behelst ook de keuzevrijheid om als sociale partners het niveau te kiezen waarop overleg wordt gevoerd’, aldus Cortebeeck.

Het ACV wil debatteren over meer bevoegdheden voor de regio’s om mensen aan werk te helpen. Maar bij een responsabilisering van de regio’s maakt Cortebeeck voorbehoud. Hij denkt niet dat ze financiële sancties wegens een ondermaats werkgelegenheidsbeleid zullen aanvaarden. En alleen boni toekennen voor een succesvolle aanpak, brengt de federale overheid nog meer in financiële ademnood, terwijl die meer dan 90 procent van de kosten van de vergrijzing zal moeten dragen. Het ijkpunt van Cortebeeck is of de werknemers in Vlaanderen, Wallonië en Brussel baat hebben bij een bevoegdheidsherschikking. ‘Zo niet, dan niet a.u.b.’

In zijn boek pleit de ACV-voorzitter uiteraard voor ‘sterke vakbonden’. ‘Maar de vakbeweging moet meer doen dan afwachten wat de werknemers zal overkomen. Soms moet men rechten durven herformuleren’, aldus Cortebeek, die dit toepast voor het stakingsrecht en de harmonisering van het statuut van arbeiders en bedienden.

DE SOLIDAIRE SAMENLEVING. OVER DE ROL VAN STERKE VAKBONDEN VAN LUC CORTEBEECK IS EEN BOEK IN DE REEKS ‘KOPSTUKKEN IN VLAANDEREN’, VAN HET DAVIDSFONDS.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content