In de Alpen kwamen de voorbije weken tientallen mensen om onder lawines. Viel zoiets te vermijden?

Neem het Oostenrijkse Galtür, waar de meeste slachtoffers zijn gevallen bij het alpiene lawineoffensief van eind februari. Een dorpje van 700 inwoners met 3.600 Gästebetten, 1.580 meter boven de zeespiegel. De tweevaksweg door het Paznauntal loopt er na 30 kilometer klimmen dood op parkeergelegenheden. Drieduizend vakantiegangers zaten er geblokkeerd sinds die enige uitvalsweg op 16 februari werd gesloten wegens lawinegevaar. In een val, want gelijk roffelden schuivende sneeuwmassa’s in hun richting.

Op dinsdagnamidag 23 februari trof een poedersneeuwlawine van een halve kilometer breed het dorp als een bom. De volgende dag was het gehucht Valzur aan de beurt. Gezamenlijke balans: 38 doden.

Galtür bleek direct na de ramp onbereikbaar vanuit de lucht. Pas toen het weer op woensdag 24 februari wat opklaarde, begonnen dozijnen Oostenrijkse, Duitse en Amerikaanse helikopters toeristen en inwoners te evacueren. Daarna schoof de luchtbrug op naar het grotere en lager gelegen skioord Ischgl, tien kilometer van Galtür vandaan. In het hele Paznauntal zaten 10.000 wintersporters vast, want de weg bleef almaar gesloten voor het verkeer.

In de meters sneeuw die midden februari in de Alpen vielen, hadden velen aanvankelijk geen kwaad omen gezien. Zo schreef het Oostenrijkse nieuwsmagazine News: “Österreich gegen den Winter: 1-0. Duizenden ingesloten toeristen grijpen naar de sneeuwschop, honderden lawines worden onschadelijk gemaakt.” In Lech, dat nochtans ook van de wereld was afgesloten, pochten ze met hun geavanceerde technologie. Op computercommando gaat op strategische plaatsen de deur van een raketsilo open. Een orgel van tien stuks springladingen van elk 2,5 kilogram gelatine-donarit staat afvurensklaar. Een klik op de muis volstaat. Het systeem loopt op zonne-energie, de datatransmissie gebeurt via radiogolven. Geen probleem als de elektriciteit uitvalt. Gedaan met per helikopter of ambachtelijk kleine lawines af te schieten om het ontstaan van rampzalige exemplaren te voorkomen. Het hightechsysteem is tegen alle weer bestand.

Chef-liften Michael Manhart van Lech ontwikkelde het gerief met de Oostenrijkse liftenconstructeur Doppelmayr. Volgens hem kan het een revolutie in de lawinebestrijding teweegbrengen. Verkeerswegen die nu gesloten worden, zouden open kunnen blijven; de veiligheid zou verhogen op nevralgieke plekken.

Jammer genoeg hadden de slachtoffers van de nachtmerrie in Galtür en elders geen boodschap aan de lofzang op het lawineorgel. In de match tegen de winter was de bal inmiddels herhaald in het open Oostenrijkse doel gerold.

DE MACHT VAN HET GETAL

Bondskanselier Viktor Klima betuigde de nabestaanden van de slachtoffers zijn rouwbeklag. “We deden alles wat redelijkerwijze mogelijk is om lawines te voorkomen. Maar tegen natuurrampen zoals deze staan we machteloos.”

Afgaand op het kroniekboek “Ins Paznaun geschaut” is Galtür altijd lawinegevoelig geweest. Er gebeurden heel wat ongevallen in de loop van de geschiedenis, zelfs in de nazomer. Maar zoveel doden vielen er nooit in een klap. De recente concentratie van vakantiegangers – de macht van het getal – voerde het menselijk leed op. Sommigen van de 250 Belgen die in het dorp vastzaten, beschouwden het vroege sluiten van de ontsnappingsroute als een factor van de balans. Onverantwoord een verkeerstroom loslaten, had tot een nog grotere catastrofe kunnen leiden, riposteerden de plaatselijke lawinecomités. Laaglanders, die zelfs met zomerbanden durven aankomen, hebben weinig argumenten om ze tegen te spreken.

Afgezien van de inschatting van de toestand, werd de algemene lawinepreventie tegen het licht gehouden. De weerman van de openbare omroep ORF voorspelde op 20 februari dat de volgende dagen drie meter sneeuw ging vallen. De toeristische sector reageerde kregelig op zijn waarschuwing. Burgemeester Herbert Aloys van Ischol haalde uit naar de besparingswoede van de Tiroolse deelregering. “Ze hongert de regio uit. De voorzieningen tegen lawines kunnen ons hier alleen voor het ergste behoeden. In het Paznauntal moeten nog vijftig gevoelige plekken worden beschut. Het sluiten van de toegangsweg kost ons 20 miljoen shilling.” Omgerekend 60 miljoen frank. De dalweg blijkt economisch en op het stuk van veiligheid het zwakke punt.

Wat doet de overheid? De Tiroolse besteedt jaarlijks 1,4 miljard frank aan lawinebescherming. Ze plaatst onder meer schutsels op gevaarlijke hellingen en overkapt wegen. Elke meter galerijbouw over een bergweg kost 300.000 frank. Verantwoordelijke voor de federale lawinecontrole Gerhard Mossberger rekent voor dat Oostenrijk 2 miljard frank per jaar uitgeeft om dorpen tegen lawines te beschermen. “Maar zelfs een veelvoud van die investering kan geen absolute zekerheid bieden. Altijd heeft de natuur het laatste woord.”

Minister-president Wendelin Weingartner zit op dezelfde lijn. “Zo’n ramp is Tirol sinds eeuwen niet overkomen.” En leider Josef Magreiter van de dienst voor toerisme in Tirol: “Galtür is niet het lawinegevoeligste gebied. Stel u de paniek voor die we zouden hebben veroorzaakt met de preventieve evacuatie van tienduizenden.” Geen zinnig mens die trouwens een luchtbrug tot stand ziet komen om zoveel vakantiegangers voor een eventuele ramp weg te halen.

De Alpen volstouwen met lawineschuttingen dan maar? Het doet denken aan overal in Vlaanderen de dijken verhogen. En geschut opstellen om ze bij watersnood zo nodig te doorbreken. A propos: elke winter wordt in de Alpen 500 ton springstof verbruikt om lawines af te schieten. Oostenrijk alleen trekt daarvoor 300 miljoen frank uit.

EEN HEMEL VOOR VROUWEN

Milieuorganisaties bekritiseerden het fatalisme van beleidsverantwoordelijken. “De sneeuwarme winters van de jongste jaren hebben skiërs hogerop gejaagd. De rijkdom in skioorden is toegenomen met de vraag naar hooggelegen vastgoed. Dat gebeurde ten koste van allerlei soorten ecologische belasting”, stelt Greenpeace-Wenen vast. “De regering erkent het gevaar niet van de opwarming van het klimaat en van de toeristische expansie naar grotere hoogte. Zo staan meer mensen bloot aan lawinegevaar. Er wordt gebouwd op plaatsen en hoogten waar het niet zou mogen.”

De grond van kritiek mag terecht zijn, hij slaat nergens op in het geval van de dorpen in het Paznauntal. Ook Galtür, het hoogste, bestaat al eeuwen. Getuige de barokkerk, ooit gefinancierd door gegoede zakenlui op de Silvrettaweg. Er zijn veel bossen, er wordt niet woest hogerop gebouwd. Het oord verkoopt zich niet aan skitijgers, maar aan beginners, aan gezinnen die op hun budget letten en aan 40 kilometer pistes voldoende hebben. De streek wemelt niet van liften, er is te veel schaduw om er een explosief station van te maken. De naam van een van de schaarse après-skigelegenheden, de Weiberhimmel, herinnert eraan dat vrouwen in Galtür nooit landbouwarbeid moesten verrichten. Er valt namelijk niets te oogsten op die barre hoogte.

Het rooien van bossen is geen argument in de discussie over de lawineramp. De grote ontbossing had plaats in de Middeleeuwen, bij het zoeken naar landbouwgrond, bouwmateriaal en brandstof. Het Paznauntal werd toen bevolkt vanuit het Zwitserse Ardez (Engadin). Elke lente moesten de in de winter ingevroren doden daar worden heengebracht, om ze op het parochiekerkhof te begraven. Eeuwenlang trokken stoeten met lijken over de weer begaanbare Futscholpass. Die enige niet verglestjerde pas over de Silvrettahoogte verklaart ook de smokkelwaarde van de buurt en de rijkdom van vroeger. Van de negentiende eeuw tot halfweg de twintigste eeuw kwam er echter niets dan ellende aanwaaien. Uit armoede verkocht het Paznauntal nog deze eeuw zijn kinderen als slaven op Duitse markten. Gelukkig kwamen de toeristen er uiteindelijk aan.

Frans Vuga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content