Een akkoord sluiten is één zaak, het uitvoeren een andere. Dat geldt zeker voor de Lambermontakkoorden, de recentste fase in de staatshervorming. Ook het juridische protest tegen de akkoorden neemt toe.

Het aantal vernietigingsberoepen bij het Arbitragehof tegen de Lambermontakkoorden loopt nu al in de honderden. Het Arbitragehof moet onderzoeken of de Lambermontwetten al dan niet conform de grondwet zijn. Uiteraard niet, meent Hugo Vandenberghe, CD&V-fractieleider in de Senaat, die vindt dat de paars-groene regering over het algemeen weinig blijk geeft van waardering voor de rechtstaat. ‘Het loopt de spuigaten uit’, zegt Vandenberghe. ‘De meerderheid legt de adviezen van de Raad van State gewoon naast zich neer. Terwijl de grondwettelijke bezwaren die de Raad van State nu heeft geformuleerd, belangrijker zijn dan indertijd met het Egmontpact, waarover een regering is gevallen. Dat is een van de redenen waarom mijn partij naar het Arbitragehof stapt.’

Naast de zorg om het behoud van de rechtstaat spelen natuurlijk ook minder verheven, partijpolitieke motieven mee in het CD&V- protest tegen Lambermont, maar dat wil Vandenberghe niet gezegd hebben.

Ook de N-VA, PSC- en FDF-mandatarissen, en een aantal particulieren hebben de juridische strijd tegen Lambermont aangebonden. Het verzet van het militant francofone FDF betreft hoofdzakelijk de overheveling van de gemeente- en de provinciewet naar de gewesten, waardoor Vlaanderen voortaan meer greep krijgt op de faciliteitengemeenten rond Brussel. De PSC van Joëlle Milquet is dan weer ontevreden omdat de regering geen haast maakt met de ratificatie van het Europese minderhedenverdrag – vorige zomer nog beloofd aan de PSC om die partij over te halen zich bij de stemming over Lambermont te onthouden.

De klagende partijen baseren zich hoofdzakelijk op het kritische advies van de Raad van State over de Lambermontwetten. Volgens senator Vandenberghe kan het haast niet anders of het Arbitragehof volgt de kritiek van de Raad van State: ‘Voor de juridische wereld is dit een kwestie van geloofwaardigheid. Die zou sterk op de proef worden gesteld indien het Arbitragehof, na een vernietigend advies van de Raad van State, zou oordelen dat er geen vuiltje aan de lucht is!’

Ondertussen wachten sommige onderdelen van de Lambermontakkoorden nog altijd op uitvoering. Inzake landbouw en buitenlandse handel, twee bevoegdheden die grotendeels naar de deelstaten zijn overgeheveld, is er nog discussie over hoeveel ambtenaren in federale dienst kunnen blijven. Vlaanderen wil dat aantal beperken, de federale en de Waalse regering zien dat anders, die laatste vooral om budgettaire redenen. Ook het dossier van de plantentuin van Meise blijft aanslepen, omdat Ecolo bepaalde punten uit het samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en Wallonië opnieuw ter discussie stelt. ‘Dat komt ervan als je die overheveling niet meteen bij wet regelt, maar verschuift naar een samenwerkingsakkoord’, zegt Vandenberghe. Overigens tast de Vlaamse regering zelf in het duister wat betreft de stand van zaken in de andere samenwerkingsakkoorden die in het kader van Lambermont werden gesloten. Ze heeft de federale regering om opheldering gevraagd. Kwestie van het overzicht niet te verliezen.

BRUSSELSE ‘MARCHANDAGE’

Ook de uitvoering van het Brusselse hoofdstuk van de laatste staatshervorming, het zogenoemde Lombardakkoord, loopt niet van een leien dakje. De afgesproken benoeming van extra Vlaamse schepenen heeft in sommige gemeenten al tot potsierlijke taferelen geleid. Zoals in Vorst, waar het gemeentebestuur het bestond om de manifest francofone PRL’er Jean Vanroy middels een nieuwe identiteitskaart van taalkundig geslacht te laten veranderen, met de bedoeling hem tot Vlaamse schepen te benoemen. Het plan mislukte wegens te doorzichtig en het gemeentebestuur van Vorst greep naast het verhoopte Lombardgeld. Pro memorie: het Brusselakkoord voorziet in 25 miljoen euro, te verdelen onder de gemeenten met een Vlaamse schepen in het college.

Dat heeft de Vlamingen tot nu toe twee nieuwe schepenen opgeleverd, een in Elsene en een in Sint-Gillis. Een derde kandidaat-schepen, Annemie Vermeylen (Agalev), staat in Watermaal-Bosvoorde sinds begin dit jaar in de coulissen te wachten. Als het aan de FDF-burgemeester Martine Payfa ligt, mag Vermeylen daar wortel schieten. Payfa vindt een opgelegde Vlaamse schepen namelijk een aanfluiting van de democratie. Als die Vlaamse groene er dan toch moet komen, dan zal dat ten koste gaan van een Ecolo-collega, zodat de huidige machtsverhoudingen in het FDF-PRL-Ecolo-schepencollege niet uit balans raken.

Deze vertoning brengt de Vlaamse meerderheidspartijen in het Brusselse parlement in een vervelende situatie, omdat de criticasters van het Lombardakkoord met de recente gebeurtenissen gelijk lijken te halen. De afspraken over de Vlaamse vertegenwoordiging in de Brusselse gemeenten bieden allerminst waterdichte garanties. De Brusselse SP!AGA-fractie (SP.A en Agalev) en Sven Gatz (Spirit) dreigen er nu mee de verdeling van het Lombardgeld te blokkeren, zolang het probleem Watermaal-Bosvoorde niet uit de voeten is. Als dat niet lukt, ontstaat er een ‘ernstige politieke crisis’ in de Brusselse regering.

’25 miljoen euro voor twee schepenen, dat gaat toch ál te ver’, beseft nu ook Brussels SP.A-parlementslid Rufin Grijp, die vindt dat de andere Vlaamse meerderheidspartijen in Brussel zich wat ‘Vlaamser’ moeten opstellen. Vooral de CD&V moet het ontgelden: ‘Die partij steunt ons op geen enkele manier, omdat ze zogenaamd principieel tegen de Lambermontakkoorden is gekant. Maar ze blijft wel met Jos Chabert in de Brusselse regering zitten. Dat is het toppunt van inconsequentie.’

De CD&V, die een scherper Vlaams profiel zoekt, ervaart het ministerschap van Chabert zelf ook steeds vaker als een blok aan het been. Grapjes over de overlevingskunstenaar Chabert – ‘hij is al minister sinds 1830’ – circuleren al langer in de partij, maar ze beginnen stilaan een zure ondertoon te krijgen. Het feit dat de aan zijn portefeuille verknochte Chabert interne afspraken over de Brusselse strategie van de CD&V geregeld aan zijn laars lapt, schept grote frustratie. Maar de CD&V slaagt er niet in vat te krijgen op haar minister met de langste staat van dienst. Dat bleek ook tijdens de commotie over de Brusselse ondertekening van het minderhedenverdrag van de Raad van Europa. Chabert weigerde toen zijn vetorecht te gebruiken om de ondertekening van het verdrag in Brussel tegen te houden.

GEHEIME STUDIE

De Franstaligen, en niet alleen de PSC, zien de ratificatie (de laatste stap in de procedure voor de goedkeuring van het verdrag die begint met de ondertekening) van het minderhedenverdrag van de Raad van Europa als een instrument om in de faciliteitengemeenten, maar liefst ook daarbuiten, bijkomende rechten af te dwingen. Die ratificatie is evenwel niet voor morgen. Vlamingen en Franstaligen moeten het eerst eens geraken over een definitie van het begrip minderheid. De Vlamingen peinzen er niet over de Franstaligen in de Rand de status van minderheid te verlenen. Alleen de Duitstalige gemeenschap komt eventueel voor die kwalificatie in aanmerking.

Het N-VA van Geert Bourgeois meent echter dat de ratificatie van het minderhedenverdrag in alle omstandigheden nadelig is voor Vlaanderen. De partij zegt dat omdat ze de hand heeft kunnen leggen op een ‘geheime studie’ van ULB-professor Nicolas Lagasse, die werd gemaakt in opdracht van de PRL. Lagasse, nu adviseur staatshervorming bij vice-premier Louis Michel (PRL), verdedigt daarin de stelling dat de goedkeuring van het minderhedenverdrag, ongeacht het voorbehoud dat België maakt bij de erin vervatte definitie van nationale minderheid, de Franstaligen in staat stelt voor een Europees hof de status van minderheid af te dwingen, ‘in de Vlaamse Rand en in heel Vlaanderen’. Dat risico moet tot elke prijs worden vermeden, vindt Bourgeois. Hij doet daarom een dringende oproep aan de Vlaamse partijen om het minderhedenverdrag zonder meer in de prullenmand te gooien.

Jammer voor Bourgeois, maar de publieke belangstelling voor dit onderwerp valt niet bepaald breed te noemen. Ook de vernietigingsberoepen tegen de Lambermontakkoorden kunnen de meeste mensen maar matig boeien. Een uitspraak van het Arbitragehof wordt bovendien op z’n vroegst over twaalf maanden verwacht. Slimmeriken rekenden al voor dat die uitspraak normaal gesproken, dat wil zeggen als de regering de hele regeerperiode uitzit, in volle verkiezingsperiode valt. Alsof de paars-groene meerderheid de oppositie zo’n droomkans zou gunnen.

Han renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content