‘Eva, Hitlers lief’ van Stefan Kolditz bij Theater Malpertuis: een meisje dat wereldvreemd is blijven dromen.

Wie gaat er van mij houden, als niemand mij kent?’ Dat is de vraag die Eva Braun zich voortdurend en in vele varianten stelt in Eva, Hitlers lief, het eerste toneelstuk van scenarist en dramaturg Stefan Kolditz. Het werd in 1996 in opdracht van het Berliner Ensemble geschreven, en gecreëerd op een ogenblik dat dat gezelschap door intern gekrakeel in puin lag. De opvoering had daar toen fel onder te lijden. Dat het stuk toch werd opgemerkt, zal vooral te maken hebben met de mythe rond Eva Braun, die zestien jaar lang een afgeschermd leven heeft geleid naast Adolf Hitler om tenslotte met hem te huwen en de dag daarop met haar ‘Wolf’ zelfmoord te plegen. Over Hitler is het hoe en waarom van omzeggens elke stap die hij zette geregistreerd, maar Eva Braun ontsnapt nog aan diepgaand onderzoek. Geregeld duiken nieuwe getuigenissen op, al zijn er nog weinig mensen in leven die Eva Braun van nabij gekend hebben. Gertraud Weisker, 75 en een nicht van Eva Braun, bezocht haar in 1944 in de ‘Alpenfestung’ op de Obersalzberg. Deze uitzonderlijke getuige is het hoofdpersonage in de recent verschenen roman van Sibylle Knauss Evas Cousine (Claassen Verlag, München). Eva voelde zich vooral eenzaam en stelde alles in het werk om het haar gaste aangenaam te maken. Toch nam Weisker afscheid met de stellige indruk dat Eva doodongelukkig was en dat haar relatie met Hitler in een gezamenlijke dood moest eindigen. In twee voorafgaande pogingen tot zelfmoord had Eva Braun trouwens een duidelijke schreeuw om aandacht geuit en deze is nooit bevredigend beantwoord.

Voor Jeroen Brouwers in Adolf & Eva & de Dood (De Arbeiderspers, 1995) was Eva Braun ‘de menselijke kant van Adolf Hitler’ en hield hij haar daarom voor de buitenwereld verborgen. Het is vooral op dat menselijke, met zijn vele kleine kantjes en domme uitspraken, maar ook met zijn dromen en verwachtingen, dat Kolditz wedt in zijn stuk waarin Eva haast voortdurend alleen aan het woord is. De tekst is een samenraapsel van gedachten die tussen het feit van het huwelijk en het uur van de zelfmoord door Eva’s hoofd flitsen en waarin ze de stille film van haar leven met Hitler voorbij ziet schuiven. Hitler had haar ooit beloofd na de vestiging van het Groot Germaanse Rijk met haar naar Hollywood te gaan, waar ze de hoofdrol zou spelen in de film van hun liefde, in een regie van een joodse regisseur, want ‘die weten wel wat cultuur is’. Eva zou beroemd worden en minstens zo bekend als Zarah Leander, daar geloofde ze in. Ze maakt voor zichzelf al een filmscenario met de treffendste momenten, zoals deze waar ze haar aanbeden Wolf tegenspreekt. Zij mag dat, Hitler tegenspreken, want van politiek weet ze toch niets af en niemand hoort haar. En ze mag ook roken als een deerne en drinken, als ze alleen is. En ze is veel alleen. Ze laat zich ook informeren hoe dicht de Russen en de geallieerden al genaderd zijn. En ze beleeft haar Gethsemane als ze fantaseert hoe het zou zijn als rode soldaten haar vinden.

ONNOZEL SCHAAP

Regisseur Sam Bogaerts situeert de handeling tegen een enorme rode wand met in het midden een grote witte schijf met een zwart hakenkruis waarop Tania Van der Sanden als Eva stevig is vastgekleefd. De verwijzing naar het offer van de gekruisigde Christus is duidelijk. Eva als zoenoffer voor Hitlers misdaden tegen de menselijkheid?

Mieke Dobbels, die als scriptgirl voor Eva’s zogezegde film fungeert en af en toe de gedachten die Eva niet uitspreekt naar het publiek toe fluistert, heeft ook de rol van wachter bij het kruis. Aan de andere kant van de scène staat Steve De Schepper. Met zijn rug naar het publiek werpt hij een grote schaduw op het decor, deze van Wolf.

Eva tracht te converseren met die schim waarvan ze niet exact weet welk een onmetelijke ellende deze verbergt terwijl ze er letterlijk en figuurlijk aan verkleefd is. Eva blijft dromen van een wereld die wereldvreemd is. Wanneer De Schepper zich naar het publiek keert, is hij een kunstenaar die zijn mooiste lied zingt over eeuwigheid en dood, maar evengoed is hij de denker en ideoloog die uit Mein Kampf citeert of uit een zeer actueel extreem-rechts geschrift.

Kolditz, Bogaerts noch Van der Sanden streven ernaar Eva historisch juist te tekenen en maken er evenmin een karikatuur van. Ze is geloofwaardig in haar onvoorwaardelijk geloof dat de grootheidswaan van haar idool haar ooit eens groot zal maken. Van der Sanden weet door haar relativerende, vaak ironiserende interpretatie die naïviteit in het voordeel van Eva om te buigen, waardoor we haar als een onnozel schaap willen bekijken, liever dan te geloven dat ze wolfje was met Wolf.

Info over reisvoorstellingen: www.malpertuis.be Tel. 051/40.62.90

Roger Arteel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content