De nacht van Calvo

'Kristof Calvo zou aan dit project kunnen meehelpen door als fractieleider de regering af te schermen.' (Vlnr: Björn Rzoska, Kristof Calvo, Meyrem Almaci, Filip Watteeuw, Tinne Van der Straeten en Petra De Sutter.) © studio chapo

Kristof Calvo is dan toch geen minister geworden in de regering-De Croo. De interne clanstrijd, die Groen anderhalf jaar lang binnenskamers kon houden, is evenwel nog niet beslecht. ‘Het is beter dat Almaci een stap opzij zet.’

Haast niemand van de buitenwereld heeft de beslissing van de partijinstanties zien aankomen om Petra De Sutter en Tinne Van der Straeten en níét Kristof Calvo aan te wijzen als federale ministers van Groen.

Nochtans heeft Kristof Calvo zich in de nacht van 30 september op 1 oktober tot het uiterste verweerd om zijn kandidatuur goedgekeurd te krijgen, tegen het advies van partijvoorzitter Meyrem Almaci in. ‘Ik smeek jullie’, zo kruidt hij een van zijn vele interventies. ‘De hele pers noemt mij als minister. Jullie kunnen dit niet maken.’ En: ‘Dit stelt heel mijn politieke leven ter discussie.’ Het baat niet. De ochtend gloort al in Hotel NH Belfort Gent als de laatste stembeurten duidelijk maken dat Calvo geen minister wordt.

Een aanwezige: ‘De sfeer was geladen. Voor het eerst in bijna twintig jaar krijgt Groen weer federale ministers. Wat een feest had moeten zijn, is uitgedraaid op een nachtelijke vergadering die is geëindigd in een bedrukte stemming. Toen wist ik: dit wordt heavy shit.’

Inderdaad: de dag daarna belandt Groen in het oog van de storm. Kristof Calvo laat in een aantal persinterventies doorschemeren dat hij het slachtoffer is van een interne afrekening. Zijn supporters noemen man en paard: Meyrem Almaci heeft ‘een politieke moord’ op haar geweten. Plots is Calvo de sympathieke underdog. Een zorgvuldig opgebouwde toespraak – ‘Het was niet mijn ambitie om hier te staan’ – aan het begin van het investituurdebat voor de regering-De Croo wordt beloond met een minutenlange staande ovatie van de meerderheidspartijen. Vanuit de oppositie noemt ook Theo Francken (N-VA) zijn felste tegenstander ‘een groot politicus’.

Het gros van de Wetstraatpers neemt de uitleg van het kamp-Calvo in grote lijnen over. Die luidt als volgt: partijvoorzitter Almaci en Kamerfractieleider Calvo konden al langer niet door één deur. Almaci gebruikte het advies van een door haar aangesteld trio om Calvo de alom verwachte promotie tot minister door de neus te boren.

Dat klinkt inderdaad plausibel. Maar wat is er echt gebeurd tijdens ‘de nacht van Calvo’? Waarom kon Kristof Calvo zijn partijgenoten er niet van overtuigen dat hij een betere minister zou zijn dan Europarlementslid Petra De Sutter en Kamerlid Tinne Van der Straeten? Waarom liet Almaci zich adviseren door een trio? Knack zocht en vond antwoorden op een aantal nog niet gestelde vragen.

Overwinningsnederlaag

‘Dit gaat niet om Calvo, maar om Groen’, zegt een kopstuk van de partij. ‘Al meer dan een jaar ettert een persoonlijk conflict tussen voorzitter Almaci en Kamerfractieleider Calvo. Tot nu toe heeft Groen dat kunnen afschermen van de buitenwereld.’ Ook al liet de onderlinge na-ijver sporen na in de verkiezingscampagne van 2019.

Het gaat niet alleen om echte politieke tegenstellingen. Natuurlijk leggen verschillende kopstukken van Groen andere accenten – dat gebeurt in alle partijen. Björn Rzoska, fractieleider in het Vlaams Parlement, heeft al gepleit voor coalitievorming met de N-VA. Kristof Calvo is ‘de liberale groene’ en gaat ver mee in het liberale verhaal om bevoegdheden te herfederaliseren. Meyrem Almaci gaat à la Mieke Vogels voor een zelfstandige groene koers. De toon werd bepaald door verschillen in karakter en botsende ambities. In zo’n klimaat halen ego’s de bovenhand.

Dat heeft ertoe geleid dat men zich vooral concentreerde op de mediatieke kant van de zaak, minder op de inhoudelijke. Een partijsoldaat: ‘Onze studiedienst had tijdens de verkiezingscampagne weinig omhanden. Normaal zou die juist dan overuren moeten draaien.’ Het gevolg was dat de neuzen niet in één richting stonden, ook niet over cruciale thema’s. Dat slaat Calvo als een boemerang in de nek wanneer hij in het VRT-programma De afspraak op vrijdag niet kan antwoorden op de vraag van De Standaard-journalist Bart Brinckman en moderator Ivan De Vadder hoeveel de afschaffing van de salariswagens de betrokken werknemers zal kosten. Die blunder achtervolgt Groen de hele campagne.

Almaci heeft persoonlijk rondgebeld naar parlementsleden om Rzoska en Calvo te dumpen als fractieleiders.’ Een parlementslid

Op 26 mei 2019 betaalt Groen ook de prijs. De verkiezingsuitslag is goed, maar veel minder goed dan verhoopt. De symbolische grens van tien procent wordt wel doorbroken bij de Vlaamse en de Europese verkiezingen – daar haalt Groen meer dan 12 procent, met Petra De Sutter als boegbeeld – maar bij de Kamerverkiezingen wordt de vreugde voor de winst van twee zetels overstemd door de teleurstelling over de lage score van 9,7 procent. In de geesten is Groen een verliezer, maar voorzitter Almaci geeft dat niet toe. Dat tast haar gezag aan, zegt een parlementslid. ‘Dat je een overwinningsnederlaag naar de buitenwereld verkoopt als een overwinning, tot daaraan toe. Maar dat je dat intern óók doet, dat is niet gezond.’

Kwaad bloed

In het anderhalve jaar tussen de verkiezingen van 26 mei 2019 en de aantrede van de regering-De Croo op 1 oktober 2020 loopt bij Groen steeds meer mis. Bij de voorzittersverkiezingen kan Meyrem Almaci haar uitdager – Vlaams fractieleider Björn Rzoska – pas in de tweede ronde afhouden met een nipte meerderheid van 53 procent of amper 25 stemmen. De Standaard schrijft: ‘Almaci kan niet om Rzoska heen.’

Het tegendeel gebeurt. Een parlementslid: ‘Meyrem heeft persoonlijk rondgebeld naar parlementsleden met de vraag om Björn als Vlaams fractieleider te dumpen, idem met Kristof in de Kamer. Dat is niet gelukt. Je kunt je indenken hoeveel kwaad bloed dat heeft gezet.’ De klad komt in het voorzitterschap. Gelukkig voor Groen zuigt de coronacrisis alle media-aandacht op. Al worden steeds meer barstjes zichtbaar. In De Morgen breekt Kristof Calvo een lans voor de omvorming van het partijmodel naar Nederlandse leest. Daar oefent de partijvoorzitter een eerder administratieve functie uit en is de fractieleider in de (Tweede) Kamer de echte politieke leider. Een voormalig parlementslid: ‘Dat was een echte scud richting Almaci.’

De 33-jarige Calvo wil zich niet meer neergezet zien worden in de pers als eeuwig enfant terrible. In Knack kondigt hij de nieuwe ‘Kristof 2.0’ aan: ‘Ik ben niet de boze oppositieleider.’ Dat gaat niet ongemerkt voorbij. Een partijgenoot: ‘Kristof is briljant. Hij denkt twee keer zo snel als de gemiddelde verkozene van Groen. Eerder dan wie ook wist hij dat hij tijd moest kopen om van imago te veranderen. En dus eiste hij dat de partij voor de duur van de regeringsvorming – maanden dus – haar kop zou houden. Groen moest kleur-, smaak- en geurloos worden, de meest gewillige regeringspartner die het land in decennia heeft gezien. Dat heette dan “ons verantwoordelijk opstellen”. Kristof wist toen al dat hij kans maakte om de eerste groene vicepremier te worden in een nieuwe federale regering. Hij heeft de hele partij een prijs laten betalen voor zijn ambitie.’ Een ander kopstuk: ‘Calvo heeft het beeld gebruikt dat hij maandenlang “door de woestijn is gegaan”. Laten we zeggen dat hij door een zandbak is gestapt.’

Inspraakronde

Als in september de regeringsvorming van Vivaldi in een stroomversnelling komt, moet ook Groen zich beraden over de benoeming van zijn ministers. Oudgediende Jos Geysels is de enige groene partijtopper die al voor dat ‘probleem’ had gestaan, bij de vorming van Paars-Groen in 1999. Geysels: ‘Het uitgangspunt bij Groen is duidelijk. Eén: de voorzitter beslist niet alleen over de nieuwe ministers. Twee: na brede interne inspraak moeten de partijinstanties zich uitspreken over de namen.’ Wat Almaci heeft gedaan, en wat haar achteraf bakken kritiek oplevert, is eigenlijk niets meer dan de regels van Geysels toepassen. Ze oordeelt niet alleen, maar organiseert de inspraakronde. Ze stelt daarvoor een driemanschap aan dat een brede consultatie moet organiseren bij de groene achterban. Het drietal bestaat uit een nationale mandataris (de Brusselse minister Elke Van den Brandt), een lokale mandataris (de Leuvense schepen David Dessers) en één vrijwilliger (de Antwerpenaar Niel Staes, de voorzitter van het partijbestuur). So far, so good.

Het is een koude douche voor Almaci als ze verneemt dat zij níét in aanmerking komt voor een ministerspost.

Toch is meer aan de hand. Waarom liet Almaci de voordracht van de kandidaten over aan een trio? Een goede bron: ‘Omdat zij dat zelf niet kon doen. Ze had zelf de ambitie om minister te worden, maar ze wilde niet in een Wouter Beke-scenario terechtkomen. Als zij zichzelf zou aanwijzen en bijgevolg Kristof Calvo zou uitschakelen, zou dat uitgelegd worden als een vorm van rancune. Dus koos ze voor het trio.’

De drie gaan aan het werk. Ze spreken met meer dan honderd partijgenoten. De antwoorden zijn op zijn minst verrassend. Eén mandataris blijkt in alle provincies, bij alle verkozenen en bij alle militanten en vrijwilligers brede steun te genieten: Petra De Sutter. In deze coronatijden is de roep blijkbaar algemeen naar een politica of politicus die rust en degelijkheid uitstraalt. Vergelijk het met de SP.A die Frank Vandenbroucke naar voren schuift, en de Open VLD die dat doet met Alexander De Croo.

Het trio komt tot het besluit dat er voor de eigen achterban maar één valabele vicepremier is: Petra De Sutter. Dat heeft zijn consequenties, en die zijn best hard. Bijvoorbeeld: exit Kristof Calvo. Ook al blijkt uit diezelfde consultatieronde een grote waardering voor Calvo, toch zien velen hem nu liever niet als minister. In voetbaltermen: het is geen tijd voor dribbelaars en spitsen, maar voor spelverdelers en werkpaarden.

Politieke bonus

Een ander slachtoffer is Meyrem Almaci zelf, want ook in de voorzitter ziet de groene achterban geen vicepremier. De Gentse schepen Filip Watteeuw toont interesse, maar dringt niet aan op zijn kandidatuur. Vlaams fractieleider Björn Rzoska daarentegen is wel kandidaat.

Natuurlijk zal Groen nog een tweede regeringslid mogen aanwijzen. De invulling van die naam laten veel groenen liever afhangen van de bevoegdheden die Groen zal binnenhalen in de regeringsonderhandelingen. Omdat velen vermoeden dat daar Klimaat of Energie bij zullen zijn, valt voortdurend de naam van Tinne Van der Straeten, die als advocate gespecialiseerd is in energie- en milieurecht. Er vallen nog namen. Stel dat Groen ontwikkelingssamenwerking zou krijgen, dan zou Wouter De Vriendt, voorzitter van de bijzondere Congocommissie, de eerste keuze zijn. Voor Justitie valt de naam van de oerdegelijke Oost-Vlaming Stefaan Van Hecke.

Fast forward naar de eindsprint van de regeringsonderhandelingen. Opeens is het erg kort dag. Jos Geysels: ‘Dat is het grote verschil tussen mijn opdracht in 1999 en die van het trio: ik kon mijn consultatie in alle rust organiseren, zij stonden onder geweldige tijdsdruk.’ Maar het is niet aan het trio om de naam van de kandidaat-ministers bekend te maken. Die voordracht moet van de partijvoorzitter komen. Pas in het laatste weekend van september, luttele dagen voor de ministers op 1 oktober hun eed zullen afleggen, wordt duidelijk dat Groen met ‘grote waarschijnlijkheid’ Energie krijgt. Het trio draagt dus Petra de Sutter en Tinne Van der Straeten voor.

Het is een koude douche voor Almaci als zij verneemt dat zij níét in aanmerking komt. Ze zegt niet meteen toe om De Sutter en Van der Straeten voor te dragen. Knack verneemt dat tijdens datzelfde weekend Elke Van den Brandt Kristof Calvo telefonisch inlicht dat zijn kansen gering zijn. Het einde van het gesprek is emotioneel, de kans lijkt onbestaande dat Calvo het zich niet meer zou herinneren. Toch rept hij er achteraf met geen woord over, niet tegen zijn medestanders en ook niet in de pers. Voor zijn medestanders maakt het trouwens weinig uit: ‘Kristof kreeg sowieso te weinig tijd om de verdediging van zijn kandidatuur te organiseren.’

Speelpleintjesgesprek

Pas in de laatste dagen voor het partijcongres laat Almaci weten dat zij de keuze van het trio accepteert en De Sutter en Van der Straeten zal voordragen. Zoals Jos Geysels al aangaf, draagt het erg krappe tijdsbestek bij tot het drama. Enkele uren voor het Groen-congres zal beslissen over de toetreding tot Vivaldi, heeft het trio nog altijd geen definitief ‘ja’ van de twee kandidaten die Almaci zal voordragen als de nieuwe groene ministers. Pas wanneer de eerste groene congresgangers in het Gentse Kinepoliscomplex binnendruppelen, gaan Petra De Sutter en Tinne Van der Straeten akkoord. Al zijn ze verbouwereerd als ze vernemen welke bevoegdheden Almaci, bijgestaan door Bogdan Vanden Berghe, de directeur van de studiedienst, ‘maar’ uit de brand heeft kunnen slepen: een karig departement Energie voor Tinne Van der Straeten, een saaie en taaie brok Overheidsbedrijven en Ambtenarenzaken voor vicepremier Petra De Sutter.

Ook in de coulissen van het partijcongres zwelt de ontevredenheid aan. Een belangrijk parlementslid heeft het over ‘veel onbegrip en onvrede’: ‘Dit is werkelijk om bij te huilen. Energie is goed maar te weinig, en Ambtenarenzaken en overheidsbevoegdheden zijn shitbevoegdheden. Wij hebben ons laten rollen. Dit slepen we mee tot het einde van de regeerperiode.’

Op datzelfde moment heeft Elke Van den Brandt tijdens het bewuste ‘speelpleintjegesprek’ het definitieve verdict gemeld aan Kristof Calvo. Calvo zou achteraf de aandacht van de pers vestigen op de locatie waar hij te horen kreeg dat zijn naam niet zou worden voorgedragen door Almaci: ‘Buiten in het donker op een speelpleintje in Gent.’ Hij ziet er het zoveelste teken in van een gebrek aan respect van het trio en de partijleiding. Maar Calvo zou zichzelf niet zijn als hij zich bij dat negatieve nieuws zou neerleggen. Dat Petra De Sutter door bijna heel Groen als ‘de natuurlijke nummer één’ naar voren wordt geschreven, lijkt hij evenwel niet goed te beseffen. Een partijlid: ‘Ik hoor het vaak in de partij: “Je zegt het Kristof wel, maar het dringt niet tot hem door.” Hij rationaliseert alles weg wat niet in zijn kraam te pas komt. Hij schat zichzelf te hoog in. Hij vindt zich tegelijk een ploegspeler en de enige logische vicepremier. Daarom ook ziet hij elke andere kandidaat voor die functie als een soort usurpator: iemand die onterecht de functie bezet waarop hij als van nature recht heeft.’ Daarom ook zal hij in de daaropvolgende uren een ultieme poging doen om zijn partij ervan te overtuigen de voordracht van Almaci naast zich neer te leggen.

Kristof heeft nog een belangrijke rol te spelen in onze partij. Alleen nu even niet als minister.’ Jos Geysels

Wonden

Het wordt in Hotel NH Belfort Gent een lange en hoogst emotionele avond. In twee afzonderlijke vergaderingen, eerst die van de politieke fracties en dan die van de politieke raad, wordt urenlang gedebatteerd over de keuze van de groene ministers. Naast De Sutter, Van der Straeten en Calvo houdt ook Björn Rzoska tot het einde vol. Hij wil verbinden, zo laat hij de zaal weten. Het is voor hem het consequent doortrekken van het engagement dat hij aangegaan is toen hij vorig jaar kandidaat-voorzitter was. Maar tegen het ticket De Sutter/Van der Straeten kan niemand op. Ook Calvo niet, al haalt hij de hele nacht lang, voor en achter de schermen, alle mogelijke argumenten uit de kast.

Het gebeuren slaat wonden. Calvo’s achterban heeft bittere kritiek ‘op de manier waarop’ hem het ministerschap is ontzegd. Een parlementslid: ‘Al in het begin van de avond heeft Almaci hem “niet verbindend” genoemd, en eraan toegevoegd dat hij “te veel tegenwind kreeg van de leden”. Dat is een bom droppen. Een voorzitter moet op zulke verscheurende momenten evenwicht brengen, moderator zijn.’ Zijn medestanders blijven vinden dat Calvo persoonlijk onrecht is aangedaan: ‘Het is altijd Kristof geweest die heeft gevochten, bruggen sloeg naar andere partijen, dag en nacht onderhandelde. Oké, hij ligt bij de publieke opinie niet goed door die verkiezingsnederlaag. Velen begrijpen dat Petra beter was. Maar de manier waarop dit is afgehandeld, is ontoelaatbaar.’

Toch moet ook Calvo in eigen boezem kijken, vinden andere partijgenoten: Als Kristof toch de knapste politicus is, als hij toch de bekendste kop is, hoe komt het dan dat hij er niet in slaagt om de vrijwilligers van Groen daarvan te overtuigen en te doen wat zo logisch zou moeten zijn: hem plebesciteren als minister? Gaat hij echt blijven vertellen, of gelooft hij dat zelf, dat dit alles alléén maar het gevolg is van een machinatie van het kamp-Almaci?’

Dienstmaagd

En toch is er niet één Groen-lid dat af wil van Calvo. Niemand die het zo kernachtig uitdrukte als Jos Geysels: ‘Kristof heeft nog een belangrijke rol te spelen in onze partij, en we hopen nog lang op hem te kunnen rekenen. Alleen nú even niet als minister.’ Het zou ideaal zijn, vinden niet weinig partijgenoten, mocht Calvo de komende jaren doen wat hij deed tijdens het parlementaire investituurdebat. Een parlementslid: ‘Kristof heeft een beetje het licht gezien, hij wil geen oppositie meer, hij wil dat dit project echt slaagt. Hij zou daar perfect kunnen aan meehelpen door als fractieleider de regering af te schermen.’

Vraag is natuurlijk of hij ook zal renderen als fractieleider in de meerderheid. Zulke fractieleiders zijn dienstmaagd en wapenschild tegelijk van de ministers. Ze moeten slechte compromissen zonder verpinken in het parlement en in de buitenwereld kunnen verdedigen. En Calvo is een vedette, geen voorstopper die ballen wegkopt. Vandaar dat vele groenen rekening houden met de mogelijkheid dat hij wel eens naar Mechelen zou kunnen verkassen om daar schepen te worden, en zo zichzelf in oktober 2024 te lanceren als de nieuwe burgemeester. ‘Dat zou een nieuw, positief en ambitieus project zijn dat bij zijn allure past.’

Anderen vermoeden dat hij zijn rol gaat spelen in een front tegen voorzitter Almaci. Zij staat er écht slecht voor. Door haar zinnen te zetten op een ministerschap, heeft ze aangegeven dat ze mentaal afscheid heeft genomen van een toch al kwakkelende tweede termijn als voorzitter. ‘Ik ben geen Meyrem-hater, maar het is beter dat ze een stap opzijzet’, zegt een parlementslid. ‘Als we moeten begrijpen en aanvaarden dat Kristof geen minister kon worden, dan moeten we ook zo eerlijk zijn om toe te geven dat er voor Meyrem geen rol meer is op de eerste lijn.’

Eén zaak staat vast: er zál bij Groen gepraat worden over een andere partijleiding. In Knack heeft de Gentse schepen Filip Watteeuw zich al opgeworpen als kandidaat-bemiddelaar. Dezelfde Watteeuw die ook al op het lijstje van het trio stond van kandidaat-ministers, zonder daarvoor tot het uiterste te willen gaan. Maar wat geldt voor Almaci, gaat ook op voor Watteeuw. Op één of andere manier heeft hij discreet aangegeven dat hij wel zin heeft in ‘iets nieuws’. De ministerposten zijn ingevuld voor de rest van de regeerperiode. Maar als het functioneren van Almaci ter sprake zou komen, dan ziet Watteeuw wel een bijzondere rol voor hemzelf. Zelf zou hij niet meteen aan dat hoogste mandaat denken: hij kent zijn gebreken, én de vereisten die nodig zijn om Groen te leiden. Watteeuw stelt zich bescheiden op: hij zou niet ‘nee’ hebben gezegd tegen een ministerspost, maar dringt er vervolgens niet op aan. Net zoals hij nu niets claimt. Maar als Meyrem Almaci haar mandaat vacant stelt: wie wordt dan voorzitter?

Dit artikel is een licht bijgewerkte en sterk verkorte versie van een bijdrage op onze site: knack.be/groen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content