De mest van zes miljoen Vlamingen mag niet op landbouwgrond. De mest van zes miljoen varkens wel. Leefmilieu werkt aan een nieuw reglement.

In 1994 is het Vlaams afvalstoffendecreet grondig gewijzigd. Het gros van de uitvoeringsbesluiten moet daaraan worden aangepast. We hadden de keuze : ofwel dertig nieuwe besluiten schrijven, ofwel ze bundelen, zodat het beleid voor iedereen doorzichtiger wordt. We kozen voor de bundeling.? Aan het woord is Frans Wambacq. Hij werkt op het kabinet van minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans (CVP) aan het Vlaams reglement op de voorkoming en het beheer van afvalstoffen. Afgekort wordt dat iets als Vlarvoba. ?We zoeken nog een andere naam. Het klinkt wat te Russisch,? zegt Wambacq.

Iedereen, van milieubeweging tot bedrijfswereld, wil deze uitvoeringsbesluiten. Maar velen vinden het werkstuk van het kabinet ontoereikend. Niet alleen de milieubeweging is bang voor de inhoud van het reglement. Experts in het leefmilieu vrezen dat op sommige terreinen de klok tien jaar wordt teruggedraaid en dat van Vlarvoba misbruik wordt gemaakt om de milieunormen te versoepelen. Juristen vinden dat de ontwerpen van het kabinet met haken en ogen aan elkaar hangen en krijgen heimwee naar de tijd dat koninklijke besluiten weliswaar in verschrikkelijk Nederlands waren gesteld, maar samenhang vertoonden. Met wat tegenslag gaat het met Vlarvoba bovendien de weg op van Vlarem-2, het reglement op de milieuvoorwaarden. Dat andere geesteskind van Wambacq werd door de Raad van State vernietigd.

De administratie werd bij de opmaak node geconsulteerd. De top van de direct betrokken dienst, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam), kreeg slechts terloops weet van het eerste ontwerp en mocht het vervolgens in ijltempo van commentaar voorzien. Van andere versies waren sommige bedrijvensectoren eerder op de hoogte dan de administratie.

Het nieuwe reglement herhaalt gedeeltelijk de bestaande wetgeving. Het voegt ook nieuwe maatregelen in, in uitvoering van het decreet. Zo komt er een regelgeving voor secundaire grondstoffen, afval dat kan herbruikt worden als grondstof. Er komt ook een regeling voor het medisch afval. En de terugnameplicht voor autobanden en -wrakken wordt ingevoerd. Belangrijk daarbij is de ophaalregeling. Sinds mei 1995 erkent Ovam de ophalers van gevaarlijke afvalstoffen, zoals gebruikte olie. Ovam kan die vergunning ook schorsen of intrekken, zoals uitzonderlijk bij het bedrijf Maes-Eelen in Schoten gebeurde.

In het ontwerp krijgt niet langer de administratie, maar het politieke kabinet van de minister die bevoegdheid. Dat is een merkwaardige evolutie in een periode waarin depolitisering en herwaardering van de administratie hoog op de agenda staan. ?We voeren het decreet van 20 april 1994 uit,? zegt Wambacq. Met datzelfde decreet in de hand legde Norbert De Batselier (SP), de voorganger van Kelchtermans, de bevoegdheid in 1995 bij de administratie. Wat de administratie twee jaar geleden verwierf, riskeert ze vandaag weer te verliezen. Tegenstanders vrezen dat de minister in de eerste plaats de milieu-inspectie aan banden wil leggen. De minister kan het werk van die inspectie ongedaan maken door een vergunning niet te schorsen.

VREES VOOR POLITISERING

Het kabinet overweegt bovendien om per 1 januari 1999 het gebruik van rioolslib als meststof in de landbouw te verbieden. Waarnemers zien daarin de hand van de boerenorganisaties. De mest van zes miljoen Vlamingen mag niet op het veld, die van zes miljoen varkens wel. Het slib van de huishoudelijke rioolwaterzuivering kan, volgens het ontwerp, wel worden verbrand in elektriciteitscentrales op steenkool. Het slib verandert op die manier van een afvalstof in een brandstof. Maar voor het zo ver is, moet het slib worden gedroogd en wordt er dus brandstof gebruikt om een minderwaardige brandstof te maken. Bovendien zou slib met niet meer dan veertig procent droge stof als gedroogd worden beschouwd.

Met dit voorstel gaat het kabinet regelrecht in tegen het standpunt van Ovam, dat in de herfst van vorig jaar op dringend verzoek van het kabinet een nota schreef over het gebruik van secundaire grondstoffen. Met die nota is maanden niets gedaan. Nadien werkte het kabinet iets volledig anders uit.

Een andere kritiek is dat de voorstellen nergens op steunen. Zo schrijft het kabinet dat tegen 2000 liefst 85 procent van de voertuigwrakken moet kunnen herwonnen worden. Tegen 2015 moet dat 95 procent zijn. Mooie doelstelling, maar niemand weet hoe die kan gehaald worden. Hetzelfde geldt voor de beperking van het afval van autobanden. Dat zou met vijf procent dalen tegen 2000. Hoe dat rijmt met de groeiende automobiliteit waarvan het beleid vertrekt, is niet duidelijk. En de klap op de vuurpijl is de versoepeling van de normen voor de afvaloliesector die tien jaar niets investeerde in betere milieukwaliteit.

Voor kabinetsmedewerker Frans Wambacq is er geen vuiltje aan de lucht. ?Deze voorstellen zijn nog embryonaal en kunnen nog alle kanten uit.? Of het kabinet de hoogdringendheid zal inroepen voor het advies bij de Raad van State ? ?Daar zijn verschillende procedures mogelijk.? Of de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Sociaal-Ekonomische Raad van Vlaanderen (Serv) worden geraadpleegd ? Daar is het kabinet nog niet uit. Voorts is alle vrees voor politisering, versoepeling van de normen en slap juridisch werk uit de lucht gegrepen. Het kabinet werkt in stilte voort.

P.R.

Velen vrezen dat van de bundeling en de vernieuwing van uitvoeringsbesluiten op het afvalstoffendecreet misbruik wordt gemaakt om de milieunormen te versoepelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content