Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Volgende dinsdag spelen de Rode Duivels in Belfast tegen Noord-Ierland. Het is de eerste opdracht voor bondscoach Georges Leekens.

Zullen we even het wel en wee van de Rode Duivels gedurende de jongste vijf maanden in herinnering brengen ? We beginnen eind augustus. De eerste kwalificatiewedstrijd voor de wereldbeker ’98, thuis tegen Turkije. Het begin van een nieuwe campagne en dan is de opperste concentratie van eenieder geboden. De Koninklijke Belgische Voetbalbond gaf, als zo vaak, het goede voorbeeld.

Eerst was er de affaire Philippe Leonard. De gewezen Standardspeler, in het tussenseizoen getransfereerd naar AS Monaco, gold op dat moment als onze beste linksachter. Eén dag vóór de wedstrijd vernam bondscoach Wilfried Van Moer dat Leonard in feite geschorst was. Hij had een jaar voordien rood gekregen tijdens een belofteninterland in Armenië en kreeg van de Europese voetbalbond Uefa twee wedstrijden schorsing. De eerste was met de beloften in Cyprus, een tweede was er nog niet geweest. Dat was iedereen ontgaan : de speler, die ook wel wat beter had mogen opletten, de coach, de technisch directeur, en de secretaris-generaal. Die laatste, Alain Courtois, is nochtans zelf lid van de Uefa-tuchtcommissie, waar een paar dagen vóór België-Turkije herinnerd werd aan het feit dat de wereldbond Fifa de Uefa-schorsingen overneemt. Aan Leonard was niet gedacht. Tot vrijdagochtend.

Gevolg : speler kwaad, want speciaal voor deze interland een match van zijn nieuwe club gemist. Bondscoach kwaad, want die zat zonder linksachter. Secretaris-generaal ook al kwaad, omwille van het gezichtsverlies. En de bond is bang voor elk gezichtsverlies, in het vooruitzicht van Euro 2000. Courtois kondigde een onderzoek aan, en dat kwam tot een onverwacht besluit : niet de Belgische bond had geblunderd, wel de Uefa. Helaas lieten ze dat in Nyon niet zomaar zeggen. Zwart op wit werd bewezen dat de nodige formulieren zowel per fax als per aangetekende postzending waren opgestuurd. Hierna werd op de Houba De Strooperlaan het deksel op de doofpot geschroefd.

Eén uur vóór de aftrap zat de bond weer met de handen in het haar. Vooraf waren tickets voor bepaalde stadionvakken aan de Turkse federatie geleverd, maar uiteraard waren de vele Turken uit België, Duitsland en Nederland hun kaarten gewoon in Brussel komen kopen. Kaarten die voor Belgische supporters bestemd waren. Precies dezelfde vergissing die in 1985 aan de basis had gelegen van het Heizeldrama. De compartimentering die sindsdien vereist is, bleek dus opnieuw niet gegarandeerd.

De rijkswacht was onvermurwbaar : in vakken waar Turkse supporters in vol ornaat en met veel lawaai hadden plaatsgenomen, mochten geen Belgen binnen. Ook al hadden ze abonnementen van meer dan drieduizend frank. Deze pechvogels werden naar de hoofdtribune gestuurd, waar dan weer niemand op de hoogte was gebracht en waar de nu razende fans voor de tweede keer de toegang geweigerd werd. De gedupeerde bezoekers werden nadien gepaaid met extra kaartjes voor België-Nederland, maar met het Heizeldrama in het achterhoofd en Euro 2000 in het voorhoofd maakte de bond een slechte beurt.

ZES OP ZES MET SLECHT VOETBAL

Datzelfde deed op het terrein het Belgische elftal. De Rode Duivels wisten lange tijd niet van welk hout pijlen maken, omdat de tactiek van Van Moer doorkruist werd door de opstelling van de Turken. Die speelden met twee spitsen in de plaats van met één, en zoiets is onmogelijk op te vangen door de Belgische voetballer anno ’96. Gelukkig leverde een onverantwoord ver oprukken van libero Dirk Medved een doelpunt op, gemaakt door Marc Degryse.

Daarna kwam het grootste gevaar lange tijd van de Turken. Er was bij momenten een uitstekende Filip De Wilde nodig. En een uitstekende paal. Toch scoorden de Rode Duivels nog vóór de rust een tweede keer, na een goeie actie van Luc Nilis, afgewerkt door de teruggekeerde verloren zoon Luis Oliveira. In de tweede helft waren de Turken duidelijk beter en kwamen tot 2-1 terug met een goal van Sergen, die onmiddellijk daarna wegens spuwen werd uitgesloten. Ook met elf tegen tien hadden de Belgen het behoorlijk lastig, maar de winst vergoelijkte veel.

De tweede opdracht leidde naar Serrevalle in San Marino, een makkelijk hapje maar de Belgen aten het maar voor de helft op. Voor de rust doelpunten van Gert Verheyen en Luc Nilis. Eén minuut na de rust opnieuw Nilis voor 0-3. En toen was het gedaan. De Sanmarinezen begonnen zich beter te organiseren, dekten de flanken af, en haalden af en toe de grove borstel boven. Het zware veld was een excuus, maar niet een dat veel indruk maakte.

Van Moer kon voor de tweede keer enkel tevreden zijn met de drie punten, zeker niet met het vertoonde spel. Tegen Nederland zou uit een heel ander vaatje getapt moeten worden. Philippe Albert, die door een slechte start bij Newcastle uit de nationale kern was gevallen, werd weer opgeroepen. Net als Marc Wilmots, die na zijn desastreuze prestatie tegen Saudi-Arabië zelf had afgezegd maar goed draaide bij Schalke 04. België miste de geblesseerden Enzo Scifo en Medved, en was voor de rest op zijn sterkst.

BELACHELIJK IN VIER MINUTEN TIJD

De week voor de match begon Van Moer aan een spelletje dat regelrecht naar zijn ondergang zou leiden. Zou hij met vier of met vijf verdedigers spelen, dubbele of enkele bezetting op de flanken, Degryse en Wilmots, wie op de libero ? Van Moer hield het allemaal geheim en liet de laatste training achter gesloten deuren doorgaan. Trainerstrucjes van dertig jaar geleden. De Nederlandse coach Guus Hiddink gaf op donderdag zijn elftal.

De Belgen traden uiteindelijk in 5-3-2 aan. Eric Van Meir libero met Pascal Renier en Albert voor zich, en Eric Deflandre en Leonard op de flanken. In het middenveld Staelens en twee offensieve middenvelders : Degryse links en Wilmots rechts. Nilis en Oliveira in de spits. René Vandereycken, gastcommentator op VTM, stelde al om half zeven dat het met zo een opstelling nooit zou lukken, en dat we het middenveld hopeloos zouden verliezen bij gebrek aan ballen-afpakkers. René was wel zo collegiaal om dat niet op antenne te vertellen, maar de feiten spraken negentig minuten lang voor zich. Raymond Goethals, die andere sluwe vos, had het eerder in de week al in alle kranten uitgeschreeuwd : ?Uuug spelen, en eule vast zetten in het middel.? En Jonk lam leggen.

Jonk werd niet lam gelegd en de Nederlanders speelden op het middenveld met de handen in de zakken. Ze konden, dixit Goethals, eerst nog een sigaret smeure voor ze de pas moesten geven. Toen de Belgische verdedigers met zijn vijven ook nog de buitenspelval gingen openzetten, werden ze in vier minuten tijd af- en belachelijk gemaakt. Bergkamp en Seedorf scoorden, Ronald De Boer schoot centimeters naast. Tijdens die vier fatale minuten werd pijnlijk duidelijk hoeveel jaren achterstand het Belgische voetbal heeft opgelopen.

Adjunct-bondscoach Ariel Jacobs moest zuchtend toegeven dat de Belgen niet alleen qua techniek en snelheid tekort kwamen, maar nu ook al qua tactisch inzicht, vroeger ons sterkste wapen. Niet meer in staat om de opdrachten van de coaches uit te voeren, en zeker niet meer in staat om zich op het veld aan de situatie aan te passen. De Nederlanders, met negen spelers die bij Ajax hun opleiding hadden genoten, deden dat zonder enige ingreep van aan de lijn wel.

Toen na zes minuten in de tweede helft Pascal Renier werd uitgesloten voor het neertrekken van Ronald De Boer, was het lot van de Rode Duivels definitief bezegeld. Vroeger, toen mannen als René Vandereycken of Michel Renquin een rode kaart kregen, werd hun tegenstander per draagberrie afgevoerd. Waarna de uitgeslotene de hoofdtribune ging provoceren met beledigende gebaren. Vandereycken in de testmatch op Club Brugge bijvoorbeeld. Renquin bracht zelfs ooit in een bomvol Müngersdorfer Stadion in Keulen de Hitler-groet. Onder het goedkeurend applaus van een enthousiaste tribune. Ronald De Boer evenwel, stond op eigen kracht onmiddellijk recht en speelde verder.

Met zijn tienen kwamen de Rode Duivels er helemaal niet meer aan te pas. In de slotminuut beging Albert een onnodige fout op Marc Overmars en Jonk schoot de 0-3 vanop de stip binnen. Mochten ze echt gewild hebben, de Hollanders, het was veel meer geweest. Gelukkig waren er dankzij een massale ordemacht rond het Koning Boudewijnstadion geen incidenten. Al kwam dat voor een deel ook omdat de tienduizend Nederlandse supporters medelijden hadden met hun Belgische collega’s. Veel dieper kan een natie niet vallen.

DE DODENGANG VAN VAN MOER

Naar buiten toe hielden de bondsleiders zich kranig. Nederland was hors catégorie voor de groepswinst, en de Rode Duivels moesten zich op de tweede plaats concentreren. Maar dat was praat voor de vaak. Net als twee jaar voordien met de 1-4 tegen Spanje, draaide ook deze koude zaterdagavond in december uit op een catastrofe. De pijnlijke manier waarop de onmacht van het Belgische voetbal was blootgelegd, zorgde voor zware morele averij. Het beeld van de aangeslagen Wilfried Van Moer die in zijn eentje naar de kleedkamer vluchtte, door een haag van sombere en vooral zwijgende officials en fotografen, sprak boekdelen. Het deed denken aan de dodengang in de Feyenoord-Kuip, waar Leo Beenhakker in ’85 in zijn eentje door moest nadat Georges Grün Nederland uit de wereldbeker had gekopt. Beelden vertellen zo veel meer dan woorden.

Van Moer liet alle nabeschouwingen aan anderen over, en bleef voor iedereen onbereikbaar. De week van België-Nederland had ook dat schrijnend duidelijk gemaakt : net als zijn voorganger raakte de nieuwe bondscoach overgeïrriteerd door de druk vanuit de media. Dat valt te begrijpen en Hugo Camps kan er prachtige zwaarmoedige en volstrekt onbegrijpelijke stukken over schrijven, maar de wereld zijnde wat hij is, kan een voetbaltrainer zich niet meer aan de pers onttrekken.

De afgang tegen Nederland toonde aan dat de bondsleiders zich voor de derde keer in minder dan tien jaar tijd vergist hadden bij de belangrijkste beslissing die ze moeten nemen : de keuze van de bondscoach. Met Paul Van Himst en Wilfried Van Moer waren twee identieke figuren aangesteld. Twee zelfstandigen die het voetbal eigenlijk niet nodig hebben, die er geen fanatieke interesse meer voor opbrengen, en die al een tijdje van het hoogste niveau verdwenen waren. Innovaties inzake training, voorbereiding, scouting, tactiek en communicatie hadden zij niet van binnenuit mee beleefd.

Nadien is het makkelijk praten, maar de gebeurtenissen hebben geleerd dat je monumenten als Van Himst en Van Moer niet het risico van een mislukking mag laten lopen. Nu zijn zeven Gouden Schoenen bij het groot vuil gezet, dat is heiligschennis. Van Himst en Van Moer moeten op de eretribune zitten en daar hun visie ten beste geven. Zij moeten studiogast zijn en kritiek geven, in de plaats van er te krijgen. Michel D’Hooghe heeft altijd beweerd dat het moeilijkste moment in zijn voorzitterschap, het ontslaan van Walter Meeuws was. Hij heeft zich intussen aardig bekwaamd in deze discipline.

JAMMER EN SI EN LA

Enfin, de kater na België-Nederland werd snel naar de achtergrond gedrongen door de vuistslag van Gilles De Bilde aan Krist Porte. Terwijl iedereen daarover aan het moraliseren ging, kon Van Moer beginnen sleutelen aan zijn kern voor de oefenwedstrijd in Noord-Ierland. Op maandag 20 januari overlegde hij met Ariel Jacobs en met Karel Vertongen, de voorzitter van de Technische Commissie. Van Moer zou woensdagochtend naar Sicilië vliegen om Italië – Noord-Ierland te gaan bekijken. Kwestie van tenminste tegen die drinkebroers al niet af te gaan. Wat Van Moer niet wist, was dat hij eigenlijk al ontslagen was. Vertongen wist dat wel.

Bij de bond waren ze namelijk de week voordien alweer bevallen van een voortreffelijk idee. Die Georges Leekens scheen het niet slecht te doen bij Moeskroen. Er werd gefluisterd dat hij aan de leiding stond in eerste klasse. Zou die misschien niet… Woensdagavond, op de uitreiking van de Gouden Schoen, werd discreet gepolst en ja, Leekens was geïnteresseerd. Er werd afgesproken om zondag met enkele bondsmensen te overleggen, thuis bij Georges Ingelbrecht, lid van de Technische Commissie en de man die voor Cercle Brugge al die gouden transfers heeft gedaan. Daarna zou de clubleiding van Moeskroen op de hoogte worden gebracht, formaliteitje, en woensdag zou de pers worden ingelicht. ’s Ochtends moest dan maar iemand telefoneren naar Van Moer om te zeggen dat hij niet naar Italië moest vertrekken. Een uitstekend scenario.

Komt het toch niet in de gazet zeker ! Jamaar, maak zoiets mee. Dinsdagochtend in Het Volk. Gelukkig had journalist Eddy Soetaert maandagavond nog om confirmatie gevraagd, zodat men te elfder ure in dit geval letterlijk Van Moer nog kon opbellen. Zat net een mooi boek te lezen, en had zijn koffer voor Palermo klaar gezet in de gang. Ontslagen, Wilfried. Jammer en si en la. Om elf uur ’s avonds !

De reacties in de pers waren niet van de poes. Gebrek aan fatsoen, gebrek aan deontologie, matchvervalsing zo vlak voor Anderlecht-Moeskroen, competitievervalsing door de leidersploeg haar trainer te ontnemen, aansporing tot contractbreuk… de bondsvaderen kregen de verwijten met stortbakken tegelijk over hun arme hoofden uitgekapt. In menig commentaarstuk werd het ontslag van de volledige bondsleiding geëist. Er werd op gewezen dat de bond nu zelf het zo verguisde arrest- Bosman toepaste, en nog uitbreidde : zonder vergoeding bij een club iemand weghalen tijdens zijn lopende contract. Op de Houba de Strooperlaan hielden ze zich van den dove toen Moeskroen-voorzitter en burgemeester Jean-Pierre Detremmerie over een schadevergoeding sprak.

Michel D’Hooghe wist niet meer waar hij het had. Om te beginnen moest het zulthoofd eruit dat zijn mond had voorbijgepraat. Ingelbrecht ! Ene van de Cercle. Met die mannen hebben ze in Brugge heel hun leven al last gehad. En als ze in het Uitvoerend Comité vonden dat de voorzitter zelf moest opstappen, dan zou hij dat doen. Natuurlijk vond niemand dat de voorzitter moest opstappen. Ingelbrecht deed het trouwens zelf ook niet. Ja, uit de Technische Commissie, maar niet uit het veel belangrijker Uitvoerend Comité.

Daarna haastte D’Hooghe zich om in de pers nog eens duidelijk uit te leggen hoe de vork werkelijk aan de steel zat, want dat hadden de journalisten weer verkeerd begrepen. Neen, de bond had niet aan competitievervalsing willen doen. Het voorstel dat aan Moeskroen had moeten voorgelegd worden, was dit : de bond zou Leekens vanaf 1 juni in dienst nemen, maar zou het op prijs stellen mocht Moeskroen hem voordien al drie keer een weekje uitlenen om de nationale ploeg te leiden. Tegen Noord-Ierland, Wales en Turkije. Met andere woorden : een clubtrainer die zich tussendoor eventjes met de Rode Duivels bezig houdt, vonden ze beter dan een fulltime Wilfried Van Moer. Een belediging die kan tellen.

En wat vertelt Karel Vertongen vorige week in Voetbal Magazine : ?Vandaag zeg ik : als we zoeken naar de beste oplossing om toch nog Frankrijk te halen en klaar te staan voor het Euro 2000, kom je tot de vaststelling dat je moet overstappen naar iemand die zich fulltime met de zaken kan bezig houden. Niet zoals Pol of Wilfried.? Waarmee Vertongen het verhaaltje van D’Hooghe formeel tegenspreekt. Hier is een taak weggelegd voor Marc Verwilghen.

HONDERD JAAR AMATEURS

Het opeenstapelen van vergissingen en onhandigheden, vooral rond de nationale ploeg, vraagt om een drastische ingreep. Daarom deze tip : maak Louis De Vries afgevaardigd bestuurder. Betaal hem 25 miljoen frank per jaar (indien Louis dit te weinig vindt, wat kan, dan 26 miljoen), en laat hem met onbeperkte bevoegdheden de zaken organiseren. Gooi alvast de hele Technische Commissie buiten, en vervang ze door Ariel Jacobs en Frankie Vercauteren. D’Hooghe zelf moet voorzitter worden van de raad van bestuur. Hij mag rustig proberen zijn internationale ambities te realiseren, maar dan moet hij wel ophouden met in het openbaar het onverdedigbare te willen verdedigen.

Een bedrijf als de voetbalbond moet in deze tijden geleid worden door hoog gekwalificeerde voltijdse professionals, maar het tegendeel is waar. Nieuwsblad-journalist François Colin schreef het in ’95 in een ondeugend boek naar aanleiding van het eeuwfeest van de KBVB : ?Honderd jaar amateurs.? Bij de bond dachten ze dat hij het over de voorbije honderd jaar had. Çois zou ook iets moeten worden bij de bond, al weten wij niet meteen wat.

Koen Meulenaere

Het beeld van de aangeslagen Wilfried Van Moer sprak boekdelen die door Hugo Camps waren geschreven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content