Walter Pauli

Het afgelopen weekend leverde twee merkwaardig parallelle interviews op met twee partijvoorzitters. Zaterdag zei voorzitter één in De Gazet van Antwerpen/Het Belang van Limburg: ‘Na de verkiezingen van 25 mei gaan we de vorming van een regering niet afhankelijk maken van een staatshervorming. De formatie moet over het sociaaleconomische gaan.’ Eén dag later wist voorzitter twee in De Zondag: ‘Wij zijn op federaal niveau bereid om vanaf de eerste dag de regering-Di Rupo te vervangen door een sociaaleconomische herstelregering. We zijn bereid daarin mee te stappen.’ Voorzitter één is CD&V’er Wouter Beke, voorzitter twee is N-VA’er Bart De Wever. Beke voegde er nog aan toe dat ‘het niet mijn ambitie is om te regeren zonder de N-VA’. De Wever stipte aan dat een aanbod om met CD&V onverwijld een Vlaamse regering te vormen ‘op tafel ligt, ja’.

En de socialisten? De Wever herhaalde zijn afkeer van ‘Di Rupo II’. Maar ook Beke wil niet meer ‘op een neoliberale of gedateerde linkse manier’ werken – vandaag is hij de federale coalitiepartner van twee liberale en twee linkse partijen. Een voortzetting van de formule van Di Rupo II, zonder Vlaamse meerderheid in de Kamer, noemt Beke zelfs ‘niet wenselijk’.

En de communautaire zaken? Drijven die geen wig tussen de pragmatici van CD&V en de principiëlen van N-VA? Eigenlijk niet. Beke zegt dat de zesde staatshervorming ‘niet de laatste zal zijn’ en dat de volgende communautaire ronde alvast kan ‘worden voorbereid in de nieuwe Senaat’. De Wever stelt dat er ‘een kaderakkoord moet zijn voor het confederalisme. Maar we kunnen dat confederalisme niet vanaf dag één doen ingaan.’ Immers: ‘Dat zou niet realistisch zijn.’

Anders dan de harde kern van de Vlaamse Beweging, die blijft dromen van een big bang in 2014, voelt de N-VA-voorzitter aan dat het politieke klimaat in 2014 wezenlijk verschilt van dat in 2010. Toen kraakte het Belgische model in zijn voegen en was B-H-V een alom aanwezig letterwoord waarmee N-VA alle andere beleidspartijen naar hartenlust kon matrakkeren.

Wie de N-VA-voorzitter de laatste weken nog heeft horen fulmineren tegen de manco’s van de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, mag de vinger opsteken. Waarom zou hij ook, want behalve een aantal advocaten ligt daarvan (nog) niemand wakker. Zo veel luider en duidelijker verzet hij zich tegen de ‘liquidatietaks’ die Di Rupo II onlangs invoerde, en die alleen bedrijfsleiders en zelfstandigen treft. En dat is een politieke actie die wél aanslaat bij honderdduizenden zelfstandigen, ook in Brussel. Dat is het soort harde maar geslaagde oppositiewerk dat Open VLD doet bloeden – en met geen honderd ideologisch geïnspireerde boekjes kan Gwendolyn Rutten die wonde stelpen.

Natuurlijk valt Bart De Wever nog altijd Elio Di Rupo en zijn regering aan. Maar nu niet meer omdat de premier Franstalig is en zijn regering Belgisch, maar omdat hij een socialist is, en zijn regering te links, te laks, te soft. Dat is het mandaat dat De Wever van de kiezer vraagt: kies voor ons, en wij verlossen u van de PS. Hij staat daarmee niet helemaal alleen. Er is niet één interview met Wouter Beke bekend waarin hij zegt De Wever in die ambitie te willen dwarsbomen.

Maar die koerswijziging heeft een prijs. N-VA zal niet alleen Vlaanderen, maar ook België besturen. Siegfried Bracke heeft die beweging ingeleid, Bart De Wever zorgt voor de voltooiing ervan. En Wouter Beke ziet dat manoeuvre monkelend aan. Zelfs de radicaalste flaminganten mogen het intussen begrepen hebben: maandag na de verkiezingen zal het partijbestuur van de N-VA niet overgaan tot de praktische afhandeling van de splitsing van België. Toch niet als het van Bart De Wever afhangt.

Walter Pauli

Voor Bart De Wever is Elio Di Rupo niet te Belgisch, maar te links, te laks en te soft.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content