De nieuwe uitdager van generaal Ariel Sharon – of van zijn rivaal Benjamin Netanyahu – voor de leiding van Israël is weer een travaillist.

AMRAM MITZNA

Amram Mitzna, weer een generaal dus, want de legende wil nu eenmaal dat alleen generaals Israël uit verbanning of catastrofe kunnen leiden. Een ‘Yekke’ dan nog, een onvervalste Duitse jood, méér Ashkenazi dan dat kan niet. Yekkes, schrijft de Israëlische ‘nieuwe historicus’ Tom Segev, doen het goed in de Israëlische samenleving, maar haast nooit in de politiek. Ze zijn gespleten. Ze zijn misschien een beetje pretentieus. Of dat vinden de anderen toch, die rechts en voor de Likoedpartij stemmen, waar haast geen Yekkes zijn.

En toch: Amram Mitzna is geboren in 1945, in een kibboets weliswaar, uit ouders die zijn overgekomen uit Duitsland in de jaren ’30. Vader is geboren in Berlijn, moeder in Leipzig, na aankomst in Israël zijn ze pioniers. Vandaar dat de woordvoerder van de kolonistenbeweging even naar het juiste scheldwoord moest zoeken om hem te betitelen en uiteindelijk uitkwam op: ‘Een kibboets-nik!’ Want in Israël heb je pioniers, en dan kolonisten, dat is niet hetzelfde. En Amram Mitzna zegt dat de kolonisatie van de bezette gebieden moet worden stopgezet, en de kolonies, zeker gedeeltelijk, moeten worden teruggegeven en ontruimd.

Dat maakte hem, tot een paar weken geleden, tot een stoorzender in Israël, waar die mening nog steeds die van een minderheid lijkt. Al bedriegen opiniepeilingen in Israël meer dan elders. Maar dinsdag 19 november veranderde dat, toen Mitzna met 54 procent van de stemmen als nieuwe leider van de Arbeiderspartij verkozen werd, en daarmee zijn voorganger Benjamin Ben Eliezer, ex-minister van Defensie in de coalitieregering van Ariel Sharon, verpletterend versloeg. In de daaropvolgende partijconventie kreeg hij vervolgens niet alleen het gros van de partij maar ook de grote kanonnen achter zich. Ben Eliezer krijgt alvast de tweede plaats op de lijst, vóór Shimon Peres – die altijd verliest, maar naar verluidt zeer populair blijft – en zal dus, als hij weet wat goed voor hem is, aan de goede kant campagne voeren.

Verder dan het verhandelen van de eerste drie, vier plaatsen kan de partijtop niet gaan: de overige plaatsen moeten worden ingevuld op de voorverkiezingen van de partij, op 3 december. Voor de verkiezingen op 28 januari maakt het misschien niet veel meer uit: de algemene indruk is immers dat de tijd veel te kort is om van een halfgezonken tanker als de Arbeiderspartij nog een winnaar van verkiezingen te maken.

GEEN TOEKOMST

De Israëli’s herinneren zich immers de vorige keer nog dat ze de travaillisten aan de macht stemden: dat was toen Ehud Barak, een andere generaal, beloofd had het land naar vrede te leiden, met de Palestijnen, met de Arabieren, met iedereen. Het resultaat was een in elkaar gestuikt vredesproces met de Palestijnen, een opstand die nu al meer dan twee jaar duurt en alsmaar meer doden en verminkten eist aan beide kanten en die het leven in Israël met zijn terreuraanslagen tot een verschrikking maakt en de economie in vrije val heeft gebracht.

Natuurlijk hebben ze dan als reactie voor de hun bekende sabelsleper Ariel Sharon gestemd, en heeft die het allemaal nog veel erger gemaakt. Met de economie gaat het van kwaad tot erger, zijn herbezetting van de Palestijnse steden op de Westelijke Jordaanoever – sinds vorige week Bethlehem opnieuw bezet werd, is alleen Jericho nog in handen van de Palestijnse Autoriteit – heeft niets geregeld en zeker de aanvallen op Israëlische doelwitten niet geëlimineerd: nog nooit zijn er zoveel zelfmoordaanslagen geweest als onder zijn bewind.

Het is een bewind dat geen toekomst en geen openingen laat, en de Palestijnen als het ware vanzelf tot zelfmoord aanzet. Vorige week lieten twee Palestijnen een vissersbootje met springstof tegen een Israëlisch kustwachtvaartuig ontploffen. Het militaire schip werd beschadigd, de twee Palestijnen waren dood, de zee is voortaan gesloten en verboden gebied voor Palestijnse vissers. Bij een aanval op kibboets Metzer, in Israël niet ver van Tulkarm, werden vijf burgers vermoord, onder wie een moeder en twee kleine kinderen. In Hebron viel een gewapend commando van de islamitische Jihad een groep militairen en gewapende kolonisten aan: dertien doden in een militaire hinderlaag. In Jeruzalem deed een zelfmoordenaar een volle autobus ontploffen met natuurlijk weer veel kinderen erin, elf doden en tientallen gewonden als resultaat – en dit ná de benoeming van Mitzna als kandidaat, als welkomstgeschenk als het ware.

Het enige wat vaststaat, is dat het hiermee niet afgelopen zal zijn. Niet omdat de Palestijnen dat zo willen, of omdat de Israëli’s erdoor door de knieën zouden gaan, maar omdat de helse machine die geweld en terreur genereert, niet wordt stopgezet. Die machine, dat is de bezetting, en de opsluiting van de Palestijnen in een zwart gat, zonder enig politiek perspectief om er ooit uit te komen.

Zeker is ook dat de Israëli’s door de niet ophoudende aanvallen niet zachter gestemd worden tegenover de Palestijnen, en dat zij veeleer méér dan minder achter de regering van Sharon staan, die nu begonnen is met de bouw van een fysieke scheidingsmuur tussen de twee volkeren – een dure en nu al moorddadige illusie te meer.

reputatie

In die context moet Amram Mitzna proberen een door twee jaar regeringscoalitie met Sharon totaal gediscrediteerde Arbeiderspartij opnieuw aan de Israëli’s te verkopen. Om ze aan de man te brengen, heeft hij ruim twee maanden tijd. Dat is te weinig. Om dat te doen lukken, zegt men aan Israëlische linkerzijde, is een mirakel nodig. Nochtans heeft Mitzna twee dingen die hem bij het op touw zetten van dat mirakel kunnen helpen. Hij heeft een programma dat coherent lijkt, en hij heeft zijn eigen reputatie.

Mitzna is nu al sinds een jaar of negen burgemeester van de havenstad Haifa die hij naar verluidt goed beheert – een stad met een aanzienlijke Arabische minderheid, waar bij het begin van de intifada, in september twee jaar geleden, in tegenstelling met andere gemengde steden in Israël, geen enkele dode gevallen is. Maar daarvóór was hij generaal. Hij vocht in de zesdaagse oorlog in 1967 en werd gewond, verloor een knieschijf tijdens een tankslag in de Yom Kippoer-oorlog van 1973 en kwam in botsing met toenmalig minister van Defensie Ariel Sharon in de Libanese oorlog van 1982. Hij protesteerde tegen de rol van Sharon in de moordpartij van Sabra en Chatila en vroeg onbeperkt verlof aan tot Sharon zelf ontslag zou nemen. Slechts premier Menachem Begin zélf kon hem toen overhalen in het leger te blijven.

Tijdens de eerste intifada, in de late jaren ’80, was Mitzna chef van het centrale commando op de Westoever. Israëlische kolonisten die hem van pro-Arabische sympathie verdachten – omdat hij indertijd de kolonie Yamit in de Sinai had gesloten, die teruggegeven werd aan Egypte – zagen nu een harde militair aan het werk, die op een gegeven moment 120 Palestijnse huizen deed afbreken in drie dagen tijd. Zelf zegt hij nu dat hij zich daar toen ongemakkelijk bij voelde.

Deze Amram Mitzna – tegenwoordig ziet hij er meer uit als een professor dan als een generaal – lijkt opnieuw, door zijn eigen logica gedreven, de natuurlijke tegenstander te zijn van Ariel Sharon, net als twintig jaar geleden. Bij zijn roeping wordt hij ook geholpen door de stemmen van de zakenwereld van Haifa, die net als hij vindt dat er aan de economische ineenstorting iets moet worden gedaan.

Mitzna vindt dat ‘de tijd voor bombast voorbij is’, dat schreeuwen en geweld geen oplossing brengt, en dat Israël terug moet naar ernstige onderhandelingen met de Palestijnen. Ernstig, dat wil zeggen: waar ze afgebroken zijn in 2001, in Taba. En als dat moet met president Yasser Arafat, oké dan maar met hem, al zou ook hij liever een ander hebben. Eens tot premier verkozen, wil hij Israël en al zijn kolonies helemaal terugtrekken uit de Gazastrook. En het grootste deel van de kolonies op de Westoever wil hij ook weghalen. ‘Het is dom niet te willen onderhandelen zolang het terrorisme aanhoudt,’ zei hij in een interview, ‘dat geeft de terroristen het recht over de agenda te beslissen.’

Het is, zegt een woordvoerder van Israëlisch links, een programma als dat van Yossi Beilin, maar je moet misschien een generaal geweest zijn om het aan de Israëli’s te kunnen slijten. Mitzna is de eerste in zijn soort die dat probeert. Zelfs op het stuk van de scheidingsmuur: als de onderhandelingen met de Palestijnen succes kennen binnen het jaar, hoeft die muur niet. Anders wel, dan komt er een unilaterale scheiding, met een grens en een muur, die dan misschien minder zou dienen om nog meer Palestijnse grond te stelen dan het huidige parcours doet – maar vertrouwen we de generaal niet al te zeer, laat hem eerst dat mirakel maar eens organiseren. Als de Israëli’s hem verkozen hebben, zoals een Palestijn zei, dan zullen we wel zien. Dan zal de situatie trouwens anders liggen. Als.

Sus van Elzen

Mitzna heeft ruim twee maanden tijd om de gediscrediteerde Arbeiderspartij opnieuw aan de Israëli’s te verkopen. Daar is een mirakel voor nodig, heet het.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content