Shakespeare zei het al: ‘All the world’s a stage’. Vandaag lezen de theatermakers de zin liever omgekeerd: het podium is de wereld.

En de wereld is vandaag multicultureel, geglobaliseerd en consumptiegericht. In de nasleep van 9/11 en het grote cultuurparticipatiedebat wil het theater opnieuw ten volle in de maatschappij staan. NTGent nam dat streven behoorlijk letterlijk: Simons liet zijn acteurs in De asielzoeker en Platform op een scènevloer spelen die een satellietfoto van Gent voorstelde. Au milieu du monde is ook de ondertitel van de roman Platform van Houellebecq, waarin het hoofdpersonage Michel het westerse sekstoerisme in Azië aanprijst als een pure wetmatigheid van vraag en aanbod. De danstheatervoorstelling Oh Boy van Victoria formuleerde een zwakke kritiek op de zogenaamde assessmenttheorie waarbij psychologische profielen van sollicitanten aan economische rendabiliteit worden gekoppeld.

Bad van Marie gooide het over een straffere boeg met het realitytheater Balkanbusiness: het project Vasio-Levsky, dat het publiek confronteerde met zijn eigen morele grenzen. Het locatietheaterproject, opgevat als een jaarverslagvergadering van de (fictieve) firma Balkanbusiness, verwelkomde de toeschouwers als aandeelhouders in het project ‘Vasio-Levsky’. Nadat de firma het cultureel centrum van het gelijknamige pittoreske Bulgaarse dorpje in erfpacht had gekregen, bedacht ze een soort van Baltisch Zilverfonds, waar vooral Balkanbusiness beter van wordt. Het complex zal ingericht worden als rusthuis. De menslievende aandeelhouder adopteert een oudje, betaalt zijn onderhoudsgeld en wordt gelijk eigenaar van zijn woning. Het break-evenpoint van de investering ligt op tien jaar, niet eens rekening houdend met de gemiddeld jonge sterfteleeftijd, de overlijdenspremie, de fiscale aftrekbaarheid van humanitaire giften en het milde vooruitzicht van een steeds verder doorgedreven versoepeling van de euthanasiewetgeving.

Met deze eenentwintigste-eeuwse versie van Lijmen maakte Bad van Marie schitterend toneel. De ironie in de speelstijl en de hyperrealistische vormgeving sluiten perfect aan bij het concept om het vermarkte denken aan de kaak te stellen. Bij het binnenkomen word je betutteld door hostesses in mantelpakjes en goocheme executives, die je een businesskaartje toestoppen. De vestiaire en het drankje zijn ‘compliments of the house’. Alcohol wordt er niet geschonken, want de Arabieren onder de aandeelhouders stoot Balkanbusiness liever niet voor het hoofd. Na het cijferplaatje is er een filmprojectie met authentieke, in Bulgarije geschoten beelden. Die tonen hoe plattelandsbewoners omgepraat worden om in het project te stappen. De voorstelling eindigt omheen een grote maquette, die door Maya Albert (Aisha uit Thuis), de meter van het project, wordt ingehuldigd. Op de obligate receptie achteraf kun je het onversneden cynisme doorspoelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content