Precies zoals bij andere verdachte geldtransacties, geldt de witwaswetgeving bij de omzetting naar de euro. Zonder beperkingen.

Wie zijn lang bijeengespaarde bankjes in de loop van 2002 naar zijn bankkantoor brengt, krijgt ongetwijfeld zonder problemen een pak euro’s in ruil. Toch zullen de bankbedienden op hun hoede zijn. De witwaswetgeving van 1993 is immers ook van toepassing voor de euro-operatie van 2002.

Bovendien zijn er niet alleen de banken. Anders dan bijvoorbeeld in Nederland hebben ook beroepsgroepen uit de niet-financiële wereld een meldplicht zodra ze maar vermoeden dat er geld wordt witgewassen. Blijkbaar heeft zich in het witwasfenomeen een verschuiving voorgedaan: witwassen langs het puur financiële kanaal boert achteruit. Sinds eind ’98 zijn daarom niet alleen banken, wisselkantoren of beleggingsinstellingen verplicht om verdachte geldtransacties te signaleren. Ook notarissen, vastgoedmakelaars, verzekeraars, boekhouders, bedrijfsrevisoren en sinds kort ook exploitanten van casinospelen moeten verdachte transacties melden.

Voor banken en andere financiële instellingen zijn de instructies duidelijk. Voor elke transactie van meer dan 10.000 euro (ruim 400.000 frank), maar ook wanneer er een vermoeden bestaat dat er geld wordt witgewassen, moeten cliënten worden geïdentificeerd en moet de witwascontroleur van de bank op de hoogte worden gesteld.

Bankbedienden en wisselagenten die met fiscale fraude kunnen worden geconfronteerd, worden erop getraind om fraudemechanismen te herkennen. Maar het blijft gissen. Loketbedienden moeten bijvoorbeeld op hun qui-vive zijn wanneer cliënten:

– abnormale hoeveelheden geld willen omwisselen;

– massa’s kleine biljetten komen inruilen (wat zou kunnen wijzen op de inbreng van drugsgeld);

– zich aanmelden met ongewone coupures (massa’s briefjes van 10.000 frank of bijvoorbeeld duizenddollarbiljetten);

– geregeld cash deponeren of willen omwisselen terwijl hun bedrijf verlies lijdt;

– afkomen met geld in een verdachte verpakking;

– zich niet laten identificeren (een reispas van een EU-onderdaan vermeldt bijvoorbeeld geen adres);

– geld rechtstreeks willen storten op buitenlandse rekeningen;

– zich ongewoon zenuwachtig gedragen;

– als stroman optreden…

Als ze de zaak als ernstig inschatten, kunnen banken hun vermoedens melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking – de witwascel, een administratieve overheid die informatie verwerkt en verstrekt, met het oog op het bestrijden van witwaspraktijken en die in het kader van de witwaswet is opgericht in 1993. Als uit gegevensonderzoek blijkt dat het zo goed als zeker om witwassen gaat, zal de Cel de inlichtingen aan de bevoegde procureur des konings doorgeven.

Voor de niet-financiële beroepsgroepen (notarissen, vastgoedmakelaars…) met meldplicht is de toestand minder duidelijk. Hun verantwoordelijkheid wordt wel bepaald door de wet en per beroepsgroep zijn er toezichthouders aangewezen. Toch werken ze nog volop aan de concrete maatstaven en normen die ze in de realiteit zullen hanteren.

Een paar ‘risico-beroepsgroepen’ ontsnappen momenteel nog aan de meldplicht. Kunsthandelaars bijvoorbeeld, een sector waar traditioneel veel cash geld wordt verhandeld, hebben nog geen overkoepelende beroepsgroep en zijn dan ook niet opgenomen in de witwaswet.

Ook advocaten zijn vrij van elke meldplicht. De huidige wetgeving is onverenigbaar met hun maatschappelijke rol, zo luidt het. Bovendien heeft elke verdachte recht op een verdediging. Verwacht wordt evenwel dat ook deze beroepsgroep in de toekomst een meldplicht zal kennen.

Die plicht treft alle sectoren van de samenleving, zo lijkt het wel. Toch is het totale aantal meldingen dat in handen komt van het gerecht nogal beperkt. Sinds haar oprichting in 1993 tot medio vorig jaar heeft de Cel ‘amper’ 2027 dossiers doorgemeld. Samen zijn ze wel goed voor een bedrag van 200 miljard frank, en in totaal zijn 280 personen veroordeeld tot samen 588 jaar gevangenisstraf. Bovendien is, op basis van de inlichtingen van de Cel, voor meer dan 6,6 miljard frank in beslag genomen door het gerecht. Maar dan nog: hoofdzakelijk gaat het hier om crimineel geld.

Ingrid Van Daele Jos Grobben

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content