In de islam-wereld is Osama Bin Laden een held van mythische proporties. In de VS is hij staatsvijand nummer één. Het verhaal van een ingewikkeld leven.

“Onze gast is verdwenen”, luidde het bericht dat de Afghaanse Taliban op 13 februari de wereld instuurden. “Wij hebben hem niet gedwongen te vertrekken. We weten niet waar hij naartoe is.” Daarmee werd een zoveelste mysterie toegevoegd aan het leven van Osama Bin Laden. Wie is deze man? Een vrome moslim, telg uit een van de rijkste families van Saudi-Arabië, een begaafd burgerlijk ingenieur en landbouwkundige, een dappere oorlogsheld. En voor de Verenigde Staten: staatsvijand nummer één.

In november 1998 stelde het federale gerechtshof van New York hem in staat van beschuldiging voor de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Nairobi (Kenia) en Dar es Salaam (Tanzania) in augustus 1998. Twee weken na die aanslagen, waarbij meer dan 220 mensen om het leven kwamen, schoten Amerikaanse oorlogsbodems tachtig kruisraketten af op Bin Ladens trainingskampen in Afghanistan en op een bedrijf van hem in Sudan waar chemische wapens werden gemaakt. Het was de zwaarste militaire actie die een staat ooit tegen een enkeling ondernomen heeft. Bin Laden wist te ontkomen. En in de woelige steden van de islamitische wereld, bij de honderdduizenden jongeren die vijandig staan tegenover de goddeloze landen van het Westen én tegenover hun eigen corrupte regimes, bleef zijn legende groeien. “Bin Laden”, zegt Omar Bakri Mohammed, leider van een islam-netwerk in Londen, “is voor elke moslim hét symbool van verzet.”

Voor de Verenigde Staten en hun trouwe bondgenoten is Bin Laden vooral het symbool van terrorisme zonder grenzen. “We twijfelen er geen seconde aan dat Bin Laden en zijn bondgenoten en sympathisanten waar ook ter wereld, nog meer aanvallen tegen ons beramen” meldde CIA-chef George Tenet in een senaatscommissie. En dus worden de grote middelen ingezet. Over de hele wereld zijn al tachtig islam-militanten, verdacht van banden met Bin Laden, opgepakt.

Bin Laden zelf is onvindbaar. Volgens de laatste berichten zou hij opnieuw een basis hebben in Afghanistan, enkele kilometers ten zuiden van de stad Jalalabad. Het verhaal van Bin Ladens leven zegt bijna evenveel over de jagers als over de prooi. In zekere zin is hij twee keer tot terrorist gemaakt: een eerste keer door de spanningen in de moderne islamitische wereld, en een tweede keer door diegenen in Washington die achter het internationale terrorisme graag één meesterbrein zien.

DE ISLAM MOET TERUG NAAR DE BRON

Osama Bin Laden werd halfweg de jaren vijftig geboren in een vooraanstaande familie in Saudi-Arabië. Zijn vader, Mohammed Bin Laden, was uit Yemen naar het Saudische koninkrijk geëmigreerd. Hij richtte een bouwonderneming op die uitgroeide tot de grootste van het land. In de jaren vijftig werd Saudi-Arabië in ijltempo gemoderniseerd: overal werden ziekenhuizen en scholen gebouwd en wegen aangelegd. De betonmolens draaiden onophoudelijk. En dankzij de steun van het koningshuis werd de familie Bin Laden steenrijk.

Osama’s moeder was een van de laatste en minst gerespecteerde vrouwen van zijn vader. Osama was dus een van de jongste van de vijftig kinderen van Mohammed, wiens broer en zakenpartner ook een vijftigtal kinderen heeft. Het netwerk van de familie Bin Laden is niet klein.

Mohammed stierf in 1967. Osama, die weinig aanzien genoot in de familie, keerde zich tot God. Zijn broer Abdel Aziz herinnert zich de jonge Osama als lang, mager en zeer godsdienstig. Er zijn geruchten dat Osama in de jaren zeventig, zoals vele rijke Arabieren, playboy was in Londen of Beiroet. Dat is haast zeker onjuist. Hij spreekt slecht Engels, kent geen Frans en was kennelijk van jongs af bijzonder vroom.

Bin Ladens geloof werd gevormd aan de Koning Abdul Aziz-universiteit in Jedda, zo’n twintig jaar geleden. In de vrije discussiesfeer die daar toen heerste, ontmoette Bin Laden een leraar die hem sterk zou beïnvloeden: sjeik Abdallah Azam. Deze Palestijn verpersoonlijkte de vervlechting van staat en politiek in de Arabische wereld. Hij was een vertrouweling geweest van PLO-leider Yasser Arafat, maar had zich uit onvrede over de corruptie van de PLO afgekeerd. De islam, zo betoogde hij, moest opnieuw naar de bron. De islam moest een jihad voeren tegen de ongelovigen. In december 1979 bood zo’n heilige oorlog zich aan. Niet in Israël, maar in Afghanistan.

De sovjetinvasie in Afghanistan is één van die episodes waarvan de betekenis achteraf steeds groter lijkt te worden, een beetje zoals het werk van de decodeerders in de Tweede Wereldoorlog. In Amerika kwam door Afghanistan de oude angst voor de Russen weer bovendrijven en dat bereidde mee de weg voor de verkiezing van Ronald Reagan. Uiteindelijk zou de oorlog duidelijk maken dat het trotse Rode Leger van bordpapier was. Maar wellicht het belangrijkst van al: de Amerikanen delfden ongewild hun eigen graf. De regering-Reagan steunde de islamitische rebellen tegen de Russen. Het beleid was simpel. “Dit was de strijd van de islam tegen het Kwaad”, zegt Robert Oakley die destijds lid was van de Nationale Veiligheidsraad. Washington maakte van iedereen die tegen de Russen vocht een held en spoorde jonge Arabieren aan om de wapens op te nemen tegen de atheïsten die Afghanistan waren binnengevallen.

Het plan lukte te goed. Toen de Sovjets zich in 1989 uit Afghanistan terugtrokken, stond een cohort van goedbewapende, doorgewinterde moslim-soldaten klaar om op een nietsvermoedende wereld te worden losgelaten. Het is uit die groep van Arabische veteranen in Afghanistan dat de terroristen zijn gerekruteerd. En tegen het einde van de oorlog stond Bin Laden klaar om hun leider te worden.

WAANZINNIG DAPPERE TROEPEN

Volgens één versie zou Bin Laden meteen na de invasie naar Afghanistan vertrokken zijn, en vervolgens naar Saudi-Arabië zijn teruggekeerd om geld in te zamelen voor de Afghaanse broeders. Moeilijk was dat niet: voor rijke Saudi’s was financiële steun verlenen bijna een plicht.

Wat vaststaat, is dat Bin Laden halfweg de jaren tachtig – toen de Israëlische inlichtingendienst hem begon te volgen – samen met zijn mentor Azam in Pakistan zat. Meer bepaald in Peshawar, die stoffige, met wapens overspoelde stad waar CIA-agenten, chique Pakistani-officieren, Afghaanse stammen en religieuze zeloten uit de Golf zich klaarmaakten voor de strijd. Net over de grens wisten de bange tieners van de Russische infanterie niet wat hen te wachten stond.

Aanvankelijk hield Bin Laden zich bezig met logistiek. Hij financierde en bouwde scholen en schuilkelders voor vluchtelingen in Pakistan. Zijn naam lag algauw op ieders lippen: in een stad waar corruptie een manier van leven was, gold hij als eerlijk, bescheiden en bekwaam. Van Pakistan trok hij naar Afghanistan. Hij bouwde er wegen en schuilplaatsen voor de oprukkende moedjahedien.

In 1984 werkte Bin Laden mee in een organisatie die Azam had opgezet om van de Afghaanse oorlog een religieuze zaak te maken. Die Maktab al-Khidamat, of dienstenbureau, was een rekruteringscentrum en een verrekeningskamer voor wereldwijde islamitische giften. MAK had kantoren in Detroit en Brooklyn en de rekrutering werd in die jaren aangemoedigd door de regering van Ronald Reagan.

Jaren later, in 1998, zou het federale gerechtshof datzelfde MAK aanwijzen als de haard van een – verondersteld – complot tegen de Amerikaanse belangen. Het kantoor in Brooklyn werd namelijk gebruikt door de blinde sjeik Abdel Rahman en zijn aanhangers die in 1993 een bomaanslag pleegden in het World Trade Center.

Maar halfweg de jaren tachtig hadden Bin Laden en de Amerikanen nog hetzelfde doel, namelijk Russen doden. Bin Laden werd stilaan meer dan een wegenbouwer, hij legde zich nu ook toe op de eigenlijke strijd. En hij vocht zo goed dat de Russen een beloning op zijn hoofd zouden hebben gezet. “Bin Ladens troepen”, zegt een Israëli die hen aan het werk zag, “waren waanzinnig dapper”.

Begin 1989 trokken de Sovjets zich uit Afghanistan terug. De moedjahedien en de Arabische vrijwilligers rukten op naar Jalalabad. Ze wilden een belangrijke stad in handen krijgen, als eerste stap om de Moskou-gezinde regering omver te werpen. De stad werd heftig verdedigd. Aangemoedigd door de Amerikanen en door de Pakistaanse regering die graag Afghanistan wilde controleren, vielen de moedjahedien aan. Ze werden afgeslacht. De ene aanvalsgolf na de andere werd weggemaaid. Bin Laden, die de luchthaven in handen wou krijgen, werd in de aanval gewond. Enige tijd later kwam zijn mentor Azam om het leven. Die had behoorlijk wat vijanden gemaakt. Op een vrijdag toen hij naar de moskee ging in Peshawar, kwam hij samen met z’n twee zonen om bij een bomaanslag.

Bin Laden keerde terug naar Saudi-Arabië. Hij ging in de familiezaak werken en richtte een bijstandsorganisatie op voor de Arabische Afghanistan-veteranen. Die werden algauw huurlingen in Bosnië, Tsjetsjenië, Somalië en de Filipijnen, overal waar de moslims vochten tegen de ongelovigen. Bin Laden was op zoek naar zijn heilige oorlog.

MADONNA EN GEMENGDE FEESTJES

In 1990 reikte de Iraakse dictator Saddam Hoessein hem die aan. Nadat Irak Koeweit was binnengevallen en Saudi-Arabië bedreigde, bood Bin Laden aan het koninkrijk te verdedigen. Maar tot zijn ontzetting haalde de koninklijke familie daarvoor de Amerikanen binnen. In het land waar twee heilige steden van de islam liggen, hielden de goddelozen nu gemengde feestjes en dansten op de muziek van Madonna. Bin Laden was intussen een populaire figuur geworden in Saudi-Arabië. Toen bekend werd dat hij gekant was tegen de alliantie met de Amerikanen, kreeg hij het bevel in Djedda te blijven. In april 1991 verliet hij Saudi-Arabië. In 1992 dook hij weer op in de Sudanese hoofdstad Khartoem. Zijn aanhang volgde snel.

In het begin van de jaren negentig leek Khartoem op het Casablanca van 1941. Amerikaanse, Britse, Israëlische en Egyptische spionnen liepen elkaar voor de voeten. De Arabische Afghanistan-veteranen, radicale Egyptenaren en Somalische krijgsheren waren al even talrijk. Volgens de Amerikanen vormde die periode in Sudan voor Bin Laden het keerpunt. Hij arriveerde in Khartoem als criticus van de Verenigde Staten, zij het een die aan Amerikaanse kant gevochten had. Toen hij vier jaar later uit Sudan weg moest, noemde het ministerie van Buitenlandse Zaken hem “een belangrijke financier van het terrorisme”. Wat was er gebeurd?

In het begin van zijn verblijf in Sudan leek Bin Laden zich alleen bezig te houden met goede werken. Hij legde een weg aan van Khartoem naar Port Sudan bij de Rode Zee. Hij deed aan landbouw: journalist Jamal Khashogji herinnert zich nog dat Bin Laden met hem in alle ernst de voor- en nadelen van genetisch gemanipuleerde gewassen besprak. Maar hij deed duidelijk nog veel meer. Veel Arabische Afghanistan-veteranen sloten zich bij hem aan, en hij werd beïnvloed door het werk van Hassan Turabi. Deze briljante wetenschapper was de drijvende kracht achter het Sudanese regime. Eén van zijn stellingen is dat alleen Amerikaanse steun “anti-islamitische” regimes in het zadel houdt. Bin Laden had in elk geval ook nauw contact met Egyptische fundamentalisten die hun hoofdkwartier hadden in Khartoem. Eén van die groepen was de Islamitische Jihad (tegenwoordig is Jihad-leider Ayman al Zawahiri een nauw medewerker van Bin Laden). En via een door hem gefinancierde organisatie in Londen bleef Bin Laden oproepen tot radicale veranderingen in Saudi-Arabië. Tegen 1994 wilden de Saudi’s, die zijn staatsburgerschap hadden ingetrokken, hem uit hun achtertuin. De Amerikanen zetten Sudan mee onder druk om Bin Laden uit te wijzen. In de lente van 1996 trok Bin Laden weer naar Afghanistan.

Tot op dat moment had hij de Verenigde Staten nog nooit openlijk uitgedaagd. Zijn doel was de hervorming en vernieuwing van de islamitische wereld. Maar op 23 augustus 1996 kwam het keerpunt: in zijn Oproep tot de Heilige Oorlog riep hij alle gelovige jongeren op om de Amerikaanse bezetters van het Saudische koninkrijk over de kling te jagen. “De muren van onderdrukking en vernedering kunnen alleen gesloopt worden door een regen van kogels”, aldus de fatwa. In februari 1998 ging hij nog een stap verder. Na een vergadering met verschillende terroristische groepen – waaronder de Islamitische Jihad – riep hij op tot aanslagen tegen Amerikaanse doelwitten, waar ook ter wereld. In augustus werden de Amerikaanse ambassades in Tanzania en Kenya opgeblazen.

DE CHE GUEVARA VAN ZIJN TIJD

Er zijn sterke aanwijzingen dat Bin Laden inderdaad verantwoordelijk is voor de aanslagen op de ambassades. Maar de Amerikaanse overheid wil hem alles aanwrijven. Ze zien de schim van Bin Laden achter elke recente islamitische aanslag tegen Amerikaanse doelwitten.

En zo zijn er veel. In februari 1993 werd het World Trade Center getroffen. Daarna werd het tempo opgedreven. In de herfst van 1993 werden achttien Amerikaanse soldaten vermoord in Mogadishu (Somalië). In 1995 kwamen bij een bomaanslag in Riyad (Saudi-Arabië) vijf Amerikaanse soldaten om het leven. In 1996 stierven negentien GI’s bij een aanslag op hun kazerne in Dhahran. Vorig jaar werden de Amerikaanse ambassades de lucht in geblazen.

Washington ziet al die bloedige aanslagen als stukjes van één grote puzzel. Het federale hof had het in 1998 over een koepelorganisatie – Al Qaeda, of De Basis – geleid door Bin Laden. Al Qaeda zou een “internationale terreurgroep” zijn, samengesteld uit cellen (zoals de Islamitische Jihad) die beschuldigd worden van zowat elke recente islamitische terreurdaad tegen de VS. Het hof probeert dus niet eens te bewijzen dat Bin Laden de bommen heeft gelegd, maar beweert wel dat hij een organisatie leidt waarvan de verschillende afdelingen bommen leggen.

Tja. De Saudische minister van Binnenlandse Zaken, prins Nayef, ontkent dat Bin Laden of zijn organisatie achter de aanslagen in Riyad en Dhahran zaten. (De Saudi’s denken dat Irak achter de bomaanslag in Riyad zit en hebben dat ook aan de Amerikanen gemeld.)

Het Amerikaanse gerechtshof beschuldigt Bin Laden er ook van dat hij de soldaten heeft getraind die de GI’s in Somalië hebben vermoord. Bin Laden gaat daar zelf ook prat op. Wellicht kwamen een paar Arabische Afganistan-veteranen via Sudan Somalië binnen. Maar Robert Oakley, destijds Amerikaans ambassadeur in Mogadishu, is uiterst sceptisch over de aanwezigheid van moslimfundamentalisten daar. “We hebben ze gezocht”, zegt Oakley, “maar we hebben ze nooit gevonden.”

Als Oakley en prins Nayef gelijk hebben, ligt de conclusie voor de hand. Voor hij in 1996 uit Sudan werd gezet, financierde Bin Laden naar alle waarschijnlijkheid Arabische strijders die in de hele moslimwereld kleine oorlogjes uitvochten, en hij maakte zich ongetwijfeld ongeliefd bij de Saudische overheid. Maar dat hij haast alle aanslagen tegen Amerikanen zou hebben betaald of gepleegd, valt sterk te betwijfelen. Zijn vertrouwelingen wijzen erop dat zijn oproep tot een heilige en totale oorlog tegen de VS van zeer recente datum is. De kans is groot dat Washington Bin Laden maar al te graag voorstelt als de baas van het wereldterrorisme en hem dus met veel te veel zonden belaadt.

Maar Bin Laden is zonder twijfel echt gevaarlijk en hij lijkt de VS te verachten. Maakt het dan wat uit of hem meer wordt aangewreven dan billijk is? Ja, en wel om twee redenen. Hij is geen gewone anonieme terrorist. Hij is Osama Bin Laden, lid van een grote familie die nauwe banden heeft met het Saudische koningshuis. Sommige invloedrijke leden van die koninklijke familie – diegenen die graag een zuivere islam willen – zouden maar al te goed weten dat Bin Laden een echte held is voor veel jonge Saudi’s. Zij beseffen dat hij op een dag kan terugkomen.

En hij is een man met machtige vrienden. Vrienden die een koninkrijk leiden dat een bolwerk is van Amerikaanse belangen. Die mensen zouden zeker niet gelukkig zijn als Bin Laden in een Amerikaanse gevangenis terechtkomt of neergeschoten wordt.

Maar belangrijker is dat de Amerikaanse jacht op Bin Laden als een boemerang kan werken. In de VS mag hij dan de baarlijke duivel zijn, in de islam-wereld is Osama Bin Laden een legende en een mythe geworden.

Om het in Hollywoodtermen te zeggen: in hun ijver om het Kwaad een gezicht te geven, hebben de Amerikanen Bin Laden tot de Don Corleone van de internationale terreur gemaakt. Maar in de islam-wereld is hij de Che Guevara van zijn tijd geworden, een icoon van het verzet tegen de Amerikaanse hegemonie.

Copyright Knack/Newsweek

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content