Na jaren van grote stilte klimmen in Frankrijk en Nederland meer en meer moslima’s op de barricaden om te protesteren tegen hun schrijnende (seksuele) onderdrukking. Kan het zijn dat het in Parijs regent, zonder dat het minstens in Brussel druppelt?

In de Parijse voorsteden bombarderen moslimjongens die gefrustreerd zijn door hun sociale uitsluiting zichzelf tot cipiers van de maagdenvliezen van de moslimmeisjes. Ze voelen zich gesteund door mannelijke interpretaties van de Koran. Ze bewaken eerst hun zussen, later alle meisjes in de wijk. Het gevolg is een klimaat van angst en terreur. Het fenomeen leidt tot excessen: artsen schrijven maagdelijkheidsattesten voor radeloze meisjes. En moslima’s die er wat te bloot bij lopen, worden verkracht.

Die verschrikkelijke situatie werd in 2003 door Fadela Amara aangeklaagd in haar boek Ni putes, ni soumises (‘Geen sletten, geen slavinnen’), dat ook aanleiding gaf tot het ontstaan van de gelijknamige moslimabeweging in Frankrijk.

In ons land is er nog geen soortgelijke beweging van moslimmeisjes, al zijn de kiemen ervoor wel degelijk gezaaid (zie ‘Women power in Molenbeek’). Gynaecologen als Anne Verougstraete (VUB) hebben een goed zicht op de situatie in de Belgische migrantenwijken. Op een boogscheut van Molenbeek, in het César De Paepeziekenhuis, behandelt zij samen met een multicultureel team hoofdzakelijk migrantenvrouwen.

Anne Verougstraete: ‘Ik voel me als een vis in het water tussen de migrantenvrouwen, maar ik maak me grote zorgen over de toename van extreme standpunten die kunnen leiden tot gezondheidsproblemen. Steeds vaker merk ik dat mannen uit de Brusselse moslimgemeenschap hun vrouwen verbieden zich te laten behandelen door een mannelijke arts. De vrouwen vertellen dat enkele Brusselse moskeeën dit bij de mannen propageren. In geval van nood aanvaarden de meeste koppels dat een mannelijke dokter van wacht hen behandelt. Een groeiende minderheid wil dat niet. Die hardnekkige houding brengt soms wel het leven van moeder en kind in gevaar. Als we niet ingrijpen, zullen er vroeg of laat vrouwen of baby’s sterven.’

Hoe reageert het gynaecologisch team hierop?

ANNE VEROUGSTRAETE: Natuurlijk gaan we niet op die eis in. We leggen hen uit dat normale bevallingen door vroedvrouwen kunnen gebeuren. Als er een probleem opduikt, springt de dienstdoende dokter in. Dat kan een vrouw of een man zijn. Daar kunnen we niets aan veranderen. We zijn heus niet van plan ziekenhuizen met alleen vrouwelijke artsen op te richten.

Wat zijn hiervan de gevolgen?

VEROUGSTRAETE: We hebben een moslima gehad met een veel te groot kind, in stuitligging, bijna volledig ontsloten. De man is met zijn vrouw het ziekenhuis weer uitgewandeld omdat de dienstdoende gynaecoloog een man was. We weten niet hoe dat is afgelopen. Idem dito met een jonge, zwangere moslima met een niertumor. Haar man kon niet accepteren dat de radioloog en de nierspecialist mannen waren. Hij belde naar verschillende ziekenhuizen om afspraken te maken met vrouwelijke artsen. Op die manier kon niemand voor de behandeling een beleid uitstippelen. Het gaat niet op dat door zo’n houding levens in gevaar worden gebracht.

Kunt u daar niet tegenin gaan?

VEROUGSTRAETE: We staan vrij machteloos. In ons land is iedereen vrij zich al dan niet te laten behandelen. De overheid zou kunnen ingrijpen. Op sommige eisen moet het antwoord ‘njet’ zijn. Het lijkt me belangrijk dat de overheid de mensen informeert dat ze door dergelijke eisen het risico lopen een minder goede behandeling te krijgen.

Is het een Belgisch probleem?

VEROUGSTRAETE: Ik heb een paar weken in Marokko gewerkt, in een stadje in de woestijn. In het enige ziekenhuis dat het stadje rijk is, werken twee mannelijke gynaecologen. De vrouwen zijn er gewoon met een vroedvrouw te bevallen. Als er problemen zijn, doet een van de twee gynaecologen de bevalling. Nooit hebben mijn Marokkaanse collega’s het meegemaakt dat vrouwen er om religieuze redenen een probleem mee hadden dat de gynaecoloog een man was.

Hoe reageerden uw collega’s in Marokko op uw verhaal?

VEROUGSTRAETE: Ze vonden dat we ons in Brussel niet mochten laten doen door extremisten die onwaarschijnlijke eisen stellen.

Wat met het respect voor de cultuur?

VEROUGSTRAETE: Dat kan niet worden misbruikt om toestanden te promoten die tegen de waardigheid van de mens in gaan. In alle religies zijn er fanatieke excessen die bestreden moeten worden. Niet alles wat van andere culturen komt, moet worden gesteund. Ik vind dat de progressieve beweging in die val is getrapt.

Ontstaan er door de toename van extreme standpunten nog meer problemen?

VEROUGSTRAETE: Ja. Mensen die al jaren seksuele voorlichting geven in Brusselse scholen merken dat de weerstand daartegen toeneemt, wegens die traditie van maagdelijkheid. Blijkbaar wordt de sociale controle zelfs tot in de klas groter. Uiteindelijk pikken de tieners wel degelijk de informatie op. Dat is maar goed ook, want natuurlijk blijven ze niet allemaal maagd tot het huwelijk.

Wat met anticonceptie?

VEROUGSTRAETE: Ook dat is voor ongehuwde, jonge moslima’s een groot probleem. Eigenlijk kan het niet bij moslimmeisjes: anticonceptie is vrijen met voorbedachten rade! Je beslist dat je gaat vrijen en je wilt je op voorhand beschermen. Dat zorgt voor conflicten in de hoofden van de meisjes. Maagd willen blijven, komt in conflict met gevoelens die heel normaal zijn voor jonge mensen. Keurig elke dag de pil nemen, ligt bovendien niet voor de hand als het stiekem moet. Daarom is de driemaandelijkse prikpil of een vaginale ring een goed alternatief, want dat zijn geheime anticonceptiva.

De jonge meisjes zitten tussen twee culturen in.

VEROUGSTRAETE: Ze willen graag bij de moderne wereld horen én respect hebben voor de traditie. Dat is soms moeilijk te rijmen. Bij jonge moslima’s die seksueel actief zijn, zien we ook veel abortussen. Ze kunnen onmogelijk zwanger blijven, want ze zijn niet getrouwd. Het ligt voor de meisjes ook niet voor de hand om in de door mannen gedomineerde islamitische gemeenschap assertief te zijn en jongens ervan te overtuigen een condoom te gebruiken. Bijgevolg lopen ze een verhoogd risico op hiv en seksueel overdraagbare aandoeningen.

Hoe staan de jongens tegenover die maagdelijkheid?

VEROUGSTRAETE: Ze voeren een dubbel discours. Ze vinden dat ze mogen vrijen, maar de meesten willen wel trouwen met een maagd, zoals hun vader en grootvader.

In Frankrijk en Nederland doen artsen maagdenvliesherstellingen en schrijven ze maagdelijkheidsattesten. U ook?

VEROUGSTRAETE: In César De Paepe doen de meeste gynaecologen dat. Ik schrijf een paar maagdelijkheidsattesten per maand en doe een paar maagdenvliesherstellingen per jaar. In de twee gevallen doe ik wel altijd eerst een zwangerschapstest. Het maagdelijkheidsattest afleveren aan een zwanger meisje, kan gevaarlijk zijn.

Waarom?

VEROUGSTRAETE: In Frankrijk is een meisje op school bevallen in het toilet. Door een maagdelijkheidsattest was haar zwangerschap onopgemerkt gebleven. De baby is in het toilet verdronken en de arts is veroordeeld wegens het niet verlenen van hulp aan een persoon in nood. Er zijn nog meer problemen met de attesten. Als een meisje verkracht is geweest en mentaal niet sterk genoeg is om een klacht in te dienen, kan dat nooit meer nadat ze een attest heeft gekregen. Maagdelijkheidsattesten kunnen ook serieus misbruikt worden. Huwelijken kunnen bijvoorbeeld op basis van dit attest worden ontbonden, omdat ze ‘niet geconsumeerd’ zijn.

Terwijl maagdelijkheidsattesten eigenlijk compleet waardeloos zijn?

VEROUGSTRAETE: Ja, want maagdelijkheid kan niet in alle gevallen vastgesteld worden. Nogal wat vrouwen bloeden niet als ze voor het eerst vrijen. Bij hen is het maagdenvlies alleen een soepel randje.

Legt u dat aan de meisjes uit als ze voor zo’n attest bij u komen?

VEROUGSTRAETE: Uitvoerig! Ik zeg ook dat ik hoop dat ze later aan hun dochters andere eisen zullen stellen. Ik geef hen eveneens anatomieles. Ik teken de vagina. Vaak hebben de meisjes een beeld van hun lichaam dat van geen kanten klopt. Er zijn jongens die hen wijsmaken dat hun maagdenvlies 7 cm diep zit, om met hen te kunnen vrijen. Er zijn meisjes die anale seks hebben om hun maagdelijkheid te bewaren. Er zijn ook veel meisjes die onderzocht willen worden, terwijl ze nooit gevrijd hebben.

Hoe kan er iets aan de situatie van de moslima’s veranderen?

VEROUGSTRAETE: Verandering kan alleen van henzelf komen. Ik verwijs naar Frankrijk en Nederland, waar moslima’s zelf op de barricaden zijn gaan staan. Waar blijven de moslimvrouwen die uit verontwaardiging een beweging opstarten?

Dit onderzoek was mogelijk met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

‘Geen sletten, geen slavinnen’, Fadela Amara, Roularta Books, 2004.

Door Marleen Teugels en Najat Amerrouss

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content