Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Onder commentatoren is het tegenwoordig bon ton om de splitsing van de federale kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde af te doen als een politieke farce. De politici van de paarse meerderheid verzekeren ons intussen dat geen mens van die splitsing wakker ligt, laat staan dat iemand nog begrijpt waar de hele kwestie eigenlijk om draait. Brussel-Halle-Vilvoorde staat stilaan symbool, zo luidt het, voor alle pietluttige problemen waar ’s lands vaardige bestuurders hun kostbare tijd aan moeten verprutsen.

Het is een argument dat enige indruk zou maken mocht de federale regering ook daadwerkelijk regeren. Want het afkopen van een interprofessioneel akkoord met enkele honderden miljoenen euro die nog moeten worden gevonden, kan bezwaarlijk als doortastend regeerwerk worden bestempeld.

En er zijn de insinuaties dat die eis tot splitsing van het kiesarrondissement niet meer is dan een manoeuvre van gefrustreerde politici die bij recente regeringsvormingen naast een ministerpost hebben gegrepen. Vooral ten aanzien van gewezen Vlaams minister Leo Peeters (SP.A), die als burgemeester van Kapelle-op-den-Bos de leiding nam van de actie van de Vlaams-Brabantse burgemeesters, is dit een bijzonder lage insinuatie. Dat ze bij de SP.A zulke aantijgingen aan het adres van Peeters over hun kant laten gaan, is op z’n minst verwonderlijk.

Nog geen jaar geleden immers was het Louis Tobback zelf, socialistisch burgemeester van Leuven en zeker geen communautaire woelwater, die benadrukte dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde geen taalkwestie is, maar een zaak van behoorlijk bestuur. Zijn Leuvense gemeenteraad keurde daarop een motie goed waarin ze de actie van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde steunde.

De federale regering heeft de voorbije maanden haar best gedaan om de zaak te negeren, wellicht in de hoop dat het probleem vanzelf zou verdwijnen of een probleem zou blijven tussen CD&V en kartelpartner N-VA.

Maar eigenlijk heeft paars zelf deze oude Vlaamse eis opnieuw aangeblazen: door toe te laten dat de stemmen van overwegend Franstalige Belgen in het buitenland bij de federale verkiezingen van 2003 in Brussel-Halle-Vilvoorde, in het Vlaamse kanton Lennik, werden gedeponeerd – een ingreep die de Vlamingen een kamerzetel kostte.

Al zijn er onder politici van de meerderheid enkele spectaculaire gevallen van geheugenverlies te melden, toch zijn er de afgelopen maanden te veel dure eden gezworen, te veel schriftelijke akkoorden gesloten om de communautaire kwestie nog onder het tapijt te krijgen.

Na de betoging in Halle waar ruim 13.000 betogers op het appèl verschenen – toch behoorlijk voor een zaak die niemand interesseert – hebben de voorzitters van de meerderheidspartijen SP.A en VLD mee een document getekend waarin zij de splitsing van het nu tweetalige kiesarrondissement eisen zonder bijkomende toegevingen.

Die verklaring werd nog versterkt door het Vlaamse regeerakkoord van 20 juli waarin werd gesteld dat de splitsing er ‘onverwijld’ moet komen.

De Franstaligen beseffen intussen dat ze in het verleden een grote fout hebben gemaakt toen ze het Vlaamse voorstel verwierpen om de tweetaligheid over heel het Belgische grondgebied in te voeren. De meest radicale afwijzing kwam ooit van de Waalse socialist Jules Destrée in zijn beruchte open brief aan de koning. In de jaren 1960 kwam het voorstel opnieuw op tafel en werd prompt afgewezen.

Intussen is de taalgrens getrokken. Daar valt na de voorbije staatshervormingen niet meer aan te tornen. De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is ook de voltooiing van de federalisering. En zou dat ook moeten zijn voor de Franstaligen – als zij de solidariteitskanalen van Vlaanderen naar Brussel en naar Wallonië open willen houden.

De Vlamingen voelen zich – zoals Hugo Schiltz dat ooit noemde – ‘de machteloze sterkste’. Een gevaarlijke stemming, die sommige Vlaamse politici ertoe kan aanzetten om Walen en Brusselaars op hun nummer te zetten.

En dat draait altijd uit op een mislukking, schreef Schiltz jaren geleden al in Knack. ‘Want wie de arrogantie koestert en zijn tegenstander geen oplossing weet aan te bieden, waarbij deze zijn gezicht niet dient te verliezen, twijfelt aan de eigen waarden en de eigen macht. Wie slechts op een uitdagende manier wil winnen, heeft geen basis voor een fatsoenlijke politiek.’

Vlaamse politici die dezer dagen aan de onderhandelingstafel zitten, doen er goed aan deze overweging van een veteraan van vele communautaire veldslagen ter harte te nemen.

Rik Van Cauwelaert

‘Wie op een uitdagende manier wil winnen, heeft geen basis voor een fatsoenlijke politiek.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content