De macht van Maidan

© FOTO'S VICTOR BREINER

Drie maanden lang hielden de betogers op Maidan, het Onafhankelijkheidsplein in Kiev, stand tegen het regime. Met het plotse vertrek van president Viktor Janoekovitsj afgelopen weekend haalden ze hun slag thuis. Er komen nieuwe verkiezingen. Maar nog altijd staat Oekraïne aan de rand van het faillissement.

ZATERDAG 15 FEBRUARI

‘Vuurwapens? Wíj hebben die niet. Maar als de politie van plan is ze te gebruiken, zal ons dat niet stoppen. Wij zijn Oekraïners, onze grootvaders en vaders vochten ook voor hun vrijheid, het zit in de genen. Laat de politie maar komen, we zijn niet bang.’

Commandant’ Ruslan, leider van ‘De Leeuwen’, een van de best georganiseerde milities op Maidan, het Onafhankelijkheidsplein in Kiev, ziet er inderdaad niet uit alsof hij zich snel de bomen in laat jagen. In zijn legeruniform staat hij kaarsrecht voor ons en overschouwt de oude theaterzaal van het Vakbondsgebouw aan Maidan met de blik van een veldheer. Hij is hier om de eerste vrouwelijke sotnia te trainen. Een sotnia is een militaire eenheid van honderd man, maar op Maidan worden alle milities sotnia’s genoemd, maakt niet uit hoeveel leden ze hebben.

Ruslans militaire ervaring is zeer welkom bij de betogers. De afgelopen maanden is een uitgebreid netwerk van groeperingen ontstaan op het Onafhankelijkheidsplein. Veertig milities zijn aangesloten bij ‘Zelfverdediging’, een initiatief voor en door Oekraïense burgers. Niet alle sotnia’s hebben een politieke agenda. Sommige willen alleen het plein, de betogers en alle andere aanwezige burgers beschermen.

Aan de andere kant worden verschillende rechts-nationalistische milities op Maidan almaar groter en machtiger. De beruchtste is de Pravy Sektor (‘Rechtse Sector’) met de inmiddels tot halve volksheld uitgegroeide commandant Dimitri Yarosh aan het roer. Een status verworven uit onvrede op Maidan over de oppositie die ‘veel praat maar weinig doet,’ zoals we de laatste dagen constant horen op het plein.

Vooral het wantrouwen tegenover Vitaly Klitsjko groeit. Zijn Oedarpartij wordt verweten niet transparant te zijn en op organisatorisch vlak een puinhoop. In een land waar de bevolking volkomen moegetergd is door een uitermate corrupt bestuur moet je met daden komen, niet met woorden. ‘Vitaly is een sportman en dat zal hij altijd blijven. Hij gaat het niet voor ons waarmaken’, klonk het gisteravond eenstemmig in een café aan Maidan. ‘Het zijn de mensen van Maidan zelf die nu de revolutie leiden, van de oppositie verwachten we niet veel meer.’

Een van de oppositiepartijen naast Klitsjko’s Oedar is het extremistische Svoboda met Oleh Tjahnibok als leider. Svoboda is een kleine partij, maar haar betogers op Maidan horen bij de harde kern. Ze opereren via eigen milities of sluiten zich aan bij de Pravy Sektor. Veel Oekraïners maken zich zorgen om de opkomst van de nationalisten. Ze willen een vredig en stabiel land, geen wildgroei aan extreemrechtse ideologieën. Maar de harde hand waarmee de Pravy Sektor te werk gaat wordt ook bewonderd. Pravy bezit wel vuurwapens, de leden dragen bivakmutsen, helmen en maskers. Ze willen onherkenbaar blijven en praten niet of nauwelijks met de pers. Telkens als we naar de vijfde verdieping van het Vakbondsgebouw gaan om een van hun commandanten te spreken, worden we weggestuurd. Met hoeveel ze zijn, is niet bekend. Sommigen hebben het over honderden, anderen spreken zelfs van een paar duizend aanhangers, afkomstig uit het hele land.

De Leeuwen van commandant Ruslan zijn dan weer een onafhankelijke groep, niet in dienst van Zelfverdediging en ook niet gelinkt aan een politieke partij. ‘Ons doel is een onafhankelijk Oekraïne, onze eerste vijand is president Viktor Janoekovitsj, de tweede is Rusland. De Russen hebben ons altijd onderdrukt. Er is nooit iets goeds van gekomen. Ik hoop dat we ons in de toekomst bij Europa aansluiten. Maar dat is nu niet aan de orde. Het land raakt stilaan verscheurd, we moeten een splitsing voorkomen.’ Over de Pravy Sektor is Ruslan kort: ‘Het zijn taaie gasten, ze staan vooraan in de frontlinies, zijn voor niets en niemand bang. Maar wij ook niet. De Leeuwen zijn overal aanwezig waar het brandt.’

Mars van Afghanistanveteranen

Dat het een paar dagen later letterlijk zo hevig zal branden dat het halve Vakbondsgebouw in vlammen opgaat, dat kan geen mens op dit moment vermoeden. Het is het weekend vóór het geweld in Kiev losbarstte op dinsdag 18 februari. De betogers op Maidan zijn gespannen, er hangt iets in de lucht, daar is iedereen van overtuigd. De milities bereiden zich voor op een nieuwe confrontatie met de politie. Misschien vanavond al. Dan is er een mars naar het monument van de gevallen militairen van de Afghaanse oorlog (1979-1989).

De afgelopen weken bleef het rustig op en rond Maidan. Maar dat kan elk moment veranderen, volgens commandant Ruslan. Hij komt uit Lviv, in het westen van Oekraïne, net als de anderen van zijn militie. Ze zijn naar Kiev overgekomen ‘om Oekraïne bijeen te houden en te beschermen tegen de misdaden van Janoekovitsj’. Ze bivakkeren al weken in tenten op het plein. ‘We zijn met 130 man, allemaal goed getraind en bereid tot het uiterste te gaan.’

Ruslan – zijn achternaam wil hij niet geven – excuseert zich; hij moet de vrouwen trainen. Die staan al te wachten, in een rij opgesteld voor het podium van het theater in het Vakbondsgebouw. Op een enkele dertiger en veertiger na zijn het allemaal meiden van in de twintig met een brandende ambitie voor een beter leven, zonder een dictatoriale president en zijn almachtig clubje oligarchen, vertellen ze. Een ambitie die iedereen in het westen van Oekraïne deelt. Toch willen de meeste betogers op Maidan – nog – geen gesplitst land. ‘Eenheid en onafhankelijkheid’, klinkt het beslist. Zowel bij de Kozakken met de streep haar op hun geschoren hoofden, de getatoeëerde neonazi’s en de ijverig brood smerende huisvrouwen tot de linkse studenten. Ze hopen op financiële ondersteuning van Europa, in plaats van de gigantische leningen van Rusland die de eerste decennia niet afbetaald kunnen worden.

Revolutie doet rare dingen met een mens. ‘Nooit gedacht dat ik ooit vrouwen zou trainen met bloemen in hun haar’, zegt Ruslan grijnzend. Twee meisjes staan fier in de rij met hun gebloemde kapsel, een Oekraïense traditie. Ruslan moet de nieuwkomers leren marcheren, zich in een lijn op te stellen en in de pas te lopen. Het is de allereerste training en dat is te merken. Als Ruslan ‘linksom’ roept, draait een derde van de rij zich prompt naar rechts. ‘Links! Ik zeg links!’ brult Ruslan. Waarna de vrouwen achter elkaar en rond de rijen stoelen moeten marcheren. Eerst stappend, dan in draf. Het handjevol aanwezige mannen in de zaal kan enig gegrinnik niet onderdrukken.

‘Laat ze maar lachen’ zegt Anja, bezielster van de vrouwenmilitie. ‘Ik geloof in deze vrouwen. Ze zijn enorm gemotiveerd en niet bang om op de barricades te staan.’ Anja bivakkeert al bijna drie maanden op Maidan. Samen met andere studenten installeerde ze zich in de ijzige kou op het plein afgelopen november: ‘Toen de Afghanistanveteranen ons kwamen bijstaan, ontstonden er steeds meer groeperingen. Het verzet werd georganiseerder, ik sloot me aan bij een mannensotnia. Ik trainde mee en stond naast hen tegenover de politie. Er zijn nog meer vrouwen actief bij de milities, maar het is overwegend een mannenzaak. Het werd tijd voor een vrouwengroep. Ik ben er nu drie dagen mee bezig, we hebben al 75 leden. Elke dag melden nieuwe kandidaten zich aan. Bedoeling is dat we hetzelfde doen als de mannen. Sommige vrouwen hebben gevechtssporten gevolgd en worden verder getraind. Degenen zonder gevechtservaring beginnen van nul. Anderen houden zich alleen bezig met het vergaren van informatie. Ze zoeken onder andere uit waar de politie mee bezig is. We moeten allemaal de basis kennen van eerste hulp en weten hoe we met een gasmasker omgaan, dat is een vereiste.’

Om zeven uur ’s avonds staan alle sotnia’s klaar voor vertrek op Maidan. De meeste hebben een nummer, geen naam. Oplopend van 1 tot sotnia nummer 39, dat van de vrouwen. De groep van Anja komt vanavond voor het eerst buiten en krijgt heel wat aandacht van de pers. Ze dragen motorhelmen en sjaals voor hun gezicht en stappen onder applaus vanuit het Vakbondsgebouw het plein op. Anja monstert haar bende. Eén vrouw heeft haar handtas nog aan de arm. Ze wordt meteen teruggestuurd om het ding op te bergen. Handtassen en revolutie gaan niet samen. Maar de twee meisjes met de bloemen in hun haar mogen blijven. Ze zijn de enigen zonder helm. ‘Omdat we niet in geweld geloven.’ Een van de vrouwen toont een sms die ze juist kreeg: ‘Mevrouw Anna Romaniuk, u wordt ervan beschuldigd deel te nemen aan massale ordeverstoring.’ Verschillende mensen op Maidan hebben de afgelopen weken hetzelfde bericht ontvangen, altijd op persoonlijke naam.

Niemand veilig

‘Niemand is veilig in dit land’, zegt parlementslid Lesya Orobets van de Vaderlandpartij van Julia Timosjenko. ‘Je auto kan hier zomaar in brand worden gestoken door titoesjka’s (relschoppers betaald door de overheid, nvdr) alleen omdat je nummerplaat aantoont dat je in het westen van het land woont. Laat staan wat er kan gebeuren als je openlijk protesteert of kritiek uit op de overheid. Je gelijk halen in de rechtbank is onmogelijk. Bewijsmateriaal wordt vernietigd, vaak eindigt het ermee dat het slachtoffer geld betaalt aan de politie die hem in elkaar geslagen heeft. En wil je jezelf beschermen tegen het geweld van de overheid, dan word je als radicaal bestempeld. Ook ik heb klappen gekregen. Een keer in het parlement, daarna van de berkoet (oproerpolitie, nvdr) toen ik filmde hoe ze speciale granaten meenamen, om te gebruiken tegen betogers.

Acht maanden geleden moest Lesya’s man halsoverkop het land verlaten. De overheid had valse beschuldigingen tegen hem geuit, hij zou in de gevangenis terechtkomen. ‘Mijn tegenstanders maakten het al snel duidelijk: ik was de oorzaak. Onze regering gebruikt dezelfde praktijken als terroristen: burgers worden gevangengenomen en vervolgens als ruilmiddel voor onderhandelingen ingezet. Dit land staat aan de rand van een faillissement én van burgeroorlog. En aangezien Janoekovitsj zich nooit aan enige overeenkomst met ons houdt, zitten we muurvast. De gevangen demonstranten (in totaal 243, red.) zijn volgens afspraak nu net allemaal vrijgelaten, maar dat wil niet zeggen dat een aantal straks niet weer opgepakt wordt en alsnog maandenlang vastzit. Dat is typisch Janoekovitsj. Hij heeft altijd achterpoortjes waardoor hij op zijn beslissingen kan terugkomen of ze doodgewoon weer verandert. De mensen op Maidan kunnen zeggen dat de oppositie niets doet, maar we staan met onze rug tegen de muur. Wat is het alternatief? Het mag toch niet zo ver komen dat we straks alleen nog via geweld op straat communiceren. Dieper kunnen we niet zinken.’

De mars naar het Afghanistanmonument is zonder incidenten verlopen. De veteranen zijn tevreden, zegt commandant Oleg Mikhniuk. De Afghaanse oud-strijders – veertigers en vijftigers inmiddels – genieten groot respect bij de Oekraïners. Toen ze zich bij de Maidanbetogers aansloten, hadden ze een duidelijke boodschap: we vechten ons dood als het moet, maar we vermijden alle geweld indien mogelijk. ‘We hebben ons tegen Janoekovitsj gekeerd omdat hij het land in ijltempo naar de ondergang brengt. Wij zijn er om de bevolking te helpen en te beschermen. Vergeleken met wat we in Afghanistan hebben meegemaakt, is dit een peulenschil. We gaan net zo lang door tot we ons doel bereikt hebben; nieuwe verkiezingen. We hopen te voorkomen dat er bloed zal vloeien in de toekomst. Maar ik ben bang dat er eerst doden moeten vallen voor er echt iets gebeurt.’

DINSDAG 18 FEBRUARI

Drie dagen later worden zijn profetische woorden realiteit. Dinsdagmorgen 18 februari loop ik nog een stuk mee met de betoging naar het parlement waar een hervorming van de grondwet bekrachtigd moet worden. De spanning hangt metersdik in de lucht, maar het ziet er allemaal vredig uit. De afgelopen dagen bleef alles rustig, mijn vliegtuig vertrekt, ik verlaat Kiev. Een paar uur later hoor ik dat de hel is losgebarsten op Maidan.

DONDERDAG 20 FEBRUARI

Het eerste wat ik zie als ik terugkeer, zijn lijken. Jonge jongens met gaten in hun hoofd, nek en hals. De twee koffiehuisjes voor ons hotel zijn getransformeerd tot veldhospitaal. De dronkaard die elke dag bij de bushalte op de hoek rondhing, is er ook. Hij is bijna onherkenbaar door de zwarte roetlaag op zijn gezicht. Hij staart naar de doden, slaat een kruis en begint zachtjes te zingen, zijn hand op het hart. Het Vakbondsgebouw is zwartgeblakerd. De bovenste verdiepingen zijn compleet uitgebrand, de rest is een zee van zwartgrijze brokstukken.

Na urenlange felle gevechten de afgelopen morgen, is een akkoord bereikt en heeft de politie Maidan verlaten. Er wordt gesproken van meer dan 70 doden. Ik verwachtte verslagenheid, maar daar is geen sprake van. Overal wordt soep gekookt, thee gemaakt, brood gesmeerd. Nieuwe tenten worden opgezet. Een Kozak met woeste baard en indrukwekkend hoofddeksel duwt een appel in mijn handen en zegt dat we allemaal goed moeten eten om sterk te blijven. Ze hebben zich met man en macht verzet, vertelt hij. Maar tegen de sluipschutters konden ze niets beginnen. ‘De rotzakken zaten goed verstopt. Ze ontzagen niemand. Geen vrouwen, geen kinderen, niemand.’

Vanmorgen vroeg werd ook op onze fotograaf geschoten. Hij stond op het dak van ons hotel dat recht uitkijkt op het plein. Het was rustig, hij wilde een overzichtsbeeld maken. Tot er plots ettelijke kogels rondvlogen. Meteen stormden betogers het dak op. Ze dachten dat hij een sluipschutter was. De camera heeft hem gered. Toen de mannen zijn foto’s en perskaart zagen, was het in orde. Ze zeiden erbij dat ze niet hadden geschoten om hem te raken, het was bedoeld als waarschuwing. Het hotel is sinds vanmorgen gesloten nadat het werd overspoeld door hordes sotnia’s die volgens het meisje van de receptie agressief en dronken waren. Op Maidan zelf wordt iedere zatlap vakkundig buiten gewerkt door de bewakers. Maar gedronken wordt er, volgens mijn tolk Roman: ‘De voorraden voedsel, sigaretten en hulpmiddelen rijzen de pan uit. Het zijn allemaal giften van burgers die het goeie doel steunen. Maar een aantal demonstranten misbruikt de boel door dozen met voeding en andere goederen illegaal te verkopen aan nog geen tiende van de prijs. Met het geld halen ze drank. Ik heb het zelf gezien. Vanaf dat moment zijn de demonstranten voor mij van hun troon gevallen.’

ZATERDAG 22 FEBRUARI

Intussen is een ware klopjacht op de titoesjka’s ontstaan. De emoties op Maidan lopen hoog op. Het is zaterdagmorgen en opnieuw worden de doden in open kisten over het plein gedragen, omringd door een hevig ontroerd publiek. Vlak voor me wordt een man onder dwang meegenomen naar het verbrande Vakbondsgebouw. Omstanders schreeuwen dat hij een vuile verrader is en dat hij moet hangen. De twee mannen die de vermeende titoesjka begeleiden, proberen de woedende menigte tegen te houden. Het draait bijna uit op een openbare lynchpartij. Ze sleuren de man het Vakbondsgebouw in. Na tien minuten staat hij weer buiten. ‘Ik ben onschuldig’, stamelt de man met tranen in zijn ogen. ‘Zes mannen hebben me vanmorgen van mijn bed gesleurd en meegenomen. Zonder aanwijsbare reden.’ Hij zwijgt abrupt als een grote kerel met littekens op zijn gezicht en kaal geschoren hoofd op hem afstapt. ‘Ik zeg niets meer’, mompelt hij. Met de mannen van de Pravy Sektor valt niet te spotten, dat is duidelijk.

Op weg naar het Mariinskypark, gelegen naast het parlement, worden we ingehaald door de Leeuwen van commandant Ruslan. Ze zijn op weg naar het parlement want dat moet beschermd worden, zegt Ruslan. ‘We hebben haast, er is van alles aan het gebeuren. De leiding wordt overgenomen door de oppositie.’ Hij rent weg, schreeuwt naar zijn mannen dat ze door moeten lopen. We rennen mee, dit willen we niet missen. Ruim een uur later wordt omgeroepen dat Janoekovitsj ontslag heeft genomen. De verzamelde menigte juicht. Daarna blijkt Janoekovitsj géén ontslag te hebben genomen, hij is afgezet door de oppositie. De rest is geschiedenis. Ruslan schudt met iedereen handen, omhelst zijn broeders, deelt koeken en broodjes uit en zegt keer op keer dat hij fier is op zijn land.

We bellen met Olivier Vedrine, half Frans, half Oekraïner, professor politieke wetenschappen aan de universiteit van Kiev: ‘Dit is geen coup, maar een normale reactie van de bevolking. Janoekovitsj is verleden tijd, maar Oekraïne staat voor de gigantische taak om de brokken te lijmen. Het is een kwestie van weken voor we failliet gaan. We rekenen op financiële steun van Europa, hoewel ik besef dat het een zware dobber zal worden. We hebben 45 miljoen inwoners, torenhoge schulden, geen rooie cent op de bank en we blijven een verdeeld land want in het oostelijk deel steunen ze Janoekovitsj en willen ze dat Rusland ingrijpt. Een militaire actie van Rusland zie ik niet gauw gebeuren, dat kan het Kremlin zich niet permitteren. Het zal waarschijnlijk de geldkraan dichtdraaien, veel meer kan Poetin niet doen.’

Na de bevlogen speech van Julia Timosjenko zaterdagavond loopt Maidan snel leeg. Voor de andere sprekers van de oppositie is er weinig belangstelling. Tegen middernacht komen we de tweede commandant van de Afghanistanveteranen tegen. Hij vertelt dat het nog te vroeg is om te feesten. ‘We blijven paraat. Na het geweld afgelopen dinsdag vertrouwen we niemand meer. Maar we staan sterker dan voordien. We hebben dezelfde middelen als in Afghanistan destijds.’ Hij bedoelt vuurwapens, maar wil het niet luidop zeggen.

Als we het plein achter ons laten, wordt juist een enorme katapult binnengereden. De milities zijn nog niet vertrokken. De dronkenlap van de bushalte achteraan op Maidan ligt te slapen op de grond. Een vrouw legt een deken over hem heen, daarna een grote wollen sjaal. Ze zijn op weg om soep te maken, en brood te smeren. De strijd is volgens hen nog niet gestreden. ‘We blijven op Maidan totdat de nieuwe president wordt verkozen.’ Nog drie maanden te gaan. Gelukkig wordt het lente.

DOOR JOANIE DE RIJCKE, FOTO’S VICTOR BREINER

Eén vrouw heeft haar handtas nog aan de arm. Ze wordt meteen teruggestuurd. Handtassen en revolutie gaan niet samen.

‘De rotzakken zaten goed verstopt. Ze ontzagen niemand. Geen vrouwen, geen kinderen, niemand.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content