Ratingbureaus als Moody’s en Standard & Poor’s speelden een nefaste rol bij het ontstaan van de kredietcrisis. Hun invloed is sindsdien niet verminderd. Vraag het maar aan KBC of Spanje. En aan de Belgische regering.

We kennen ze vooral van naam: Moody’s en Standard & Poor’s.Deze ratingbureaus of kredietbeoordelaars spelen een cruciale rol in ons economisch systeem: ze onderzoeken de kredietwaardigheid van onder-nemingen en landen. Ze kijken hoe gezond ze zijn en of het verstandig is erin te investeren. Als ze bijvoorbeeld een staatslening beoordelen, nemen ze de staatsschuld, het begrotingsbeleid, de inflatieverwachtingen enzovoorts onder de loep.

Wat de sterren in de Michelingids zijn voor de restaurantbezoeker, zijn de quoteringen van zo’n ratingbureau voor de investeerder. Heeft een restaurant een ster verdiend, dan trekt dat volk aan. Verliest het een ster, kiezen mensen voor een andere keuken. Krijgt een bedrijf of land een hoge quotering van een ratingbureau, dan is er weinig risico om daarin te investeren en dus ligt de prijs hoog. Krijg je een lage quotering, dan haken investeerders af.

Een probleem is wel dat Moody’s en Standard & Poor’s nauwelijks concur-rentie hebben. Bovendien zijn het Amerikaanse privéondernemingen, die betaald worden door de instelling die zo’n beoordeling aanvraagt. Het is dus de vraag hoe eerlijk en onafhankelijk die quoteringen dan zijn. Hoe objectief is de restaurantbeoordelaar als hij gratis mag eten en drinken?

Na het uitbreken van de kredietcrisis werden de ratingbureaus al vlug met de vinger gewezen: ze hadden de rommelkredieten een veel te positieve quotering gegeven, zodat die door banken over heel de wereld in blind vertrouwen werden gekocht. Achteraf bleken ze nauwelijks iets waard te zijn. De kredietbeoordelaars deden hun job dus niet goed, al is het wat laat om daar nu pas achter te komen.

De ratingbureaus ontsnappen tot nu toe aan elke controle: in de VS heet het dat ze gewoon opinies afleveren en die vallen onder de vrijheid van meningsuiting. Maar die opinies veroorzaken wel soms heel grote schokken. Toen vorige week bekend werd dat Moody’s een nieuw model had om de waarde van bepaalde rommelkredieten te berekenen, werd meteen gevraagd wat de gevolgen zouden zijn voor de waarde van de rommelkredieten bij KBC. Niemand die daarop al kon antwoorden. Het gevolg was wel dat de aandelen van KBC in enkele dagen tijd 60 procent zakten. Het illustreert de invloed van ratingbureaus.

De ratingbureaus bekijken ook de financiële gezondheid van landen. Vorige week werd de kredietrating van Spanje door Standard & Poor’s verlaagd. De vrees bestaat dat België binnenkort volgt: onze hoge staatsschuld is al een negatief punt, als de begroting echt ontspoort, is een ratingverlaging mogelijk. Dat zal ons letterlijk duur te staan komen, want België moet dan meer betalen als het gaat lenen.

Natuurlijk moet iedereen zijn opinie kunnen uiten. Maar het is vanzelfsprekend ongezond dat ratingbureaus op een ongecontroleerde en niet-transparante manier bedrijven en landen kunnen ver-armen. Daarom zou het niet meer dan rechtvaardig zijn dat ze openheid bieden over hoe ze tot een beoordeling komen. Ze moeten bovendien aan duidelijke regels en effectief toezicht worden onderworpen. Nog maar eens een taak voor president Barack Obama.

door Ewald Pironet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content