De loge van de islam

Sinds haar oprichting in 1928 wordt de Moslimbroederschap omgeven door een waas van mysterie. Gevaarlijke islamisten voor sommigen, belijders van een gematigde islam voor anderen. Ook in ons land bewerken de Moslimbroeders het terrein. ‘De Moslimbroeders hebben heel erg hun stempel gedrukt op de religieuze beleving van de Belgische moslims.’

‘Ik verplicht mezelf voor God de Allemachtige dat ik de bepalingen en voorschriften van de islam rigoureus zal eerbiedigen, en dat ik de jihad zal voeren om de islam te verdedigen. Ik zweer voor Hem dat ik de voorwaarden van mijn pact met de Moslimbroeders zal respecteren en mijn plichten jegens onze broederschap zal volbrengen. Ik verplicht mezelf ertoe voor Hem dat ik zijn leiders zal volgen, zowel in goede momenten als tijdens beproevingen, zoveel ik kan, zolang de aan mij gegeven orders mij niet verplichten een zonde te begaan. Ik bevestig mijn trouw, en God is mijn getuige.’ Het licht in de kamer is zwak. Een zevental mannen staat hand in hand in een kring. Mohamed Louizi is emotioneel. Hij heeft zonet met trillende stem trouw gezworen aan de Franse tak van de Moslimbroederschap.

Het inwijdingsritueel staat beschreven in zijn autobiografische Pourquoi j’ai quitté les Frères Musulmans. Louizi (37) groeide op in een van de armste wijken van Casablanca. Op zijn dertiende ging hij er bij de lokale afdeling van de Moslimbroederschap. ‘Ik woonde in een wijk waar veel jongens op het slechte pad raakten. Behalve onze school was er niets voor jongeren. De enige vereniging die iets voor ons deed, waren de Moslimbroeders. Ze organiseerden Koranlessen, maar ook sportwedstrijden, toneelstukken en stranduitstapjes. Mijn ouders waren zelf gelovig, dus zagen ze er geen graten in om me aan een religieuze organisatie toe te vertrouwen. Liever Koranlessen dan een zoon op de dool.’

Gaandeweg ruimden de sportlessen baan voor doorgedreven lessen ideologie. ‘We lazen vooral Egyptische, Syrische en Arabische auteurs met een zeer conservatieve interpretatie van de islam. We werden helemaal ondergedompeld in de politieke islam.’ Wanneer Louizi in 1999 voor zijn studie ingenieurwetenschappen naar Rijsel verhuist, sluit de plaatselijke tak van de Broederschap hem onmiddellijk in de armen. Hij wordt er voorzitter van de lokale afdeling van de studentenvereniging Étudiants Musulmans de France, en gaat er aan de slag bij verschillende moskeeën. Maar naarmate hij zich opwerkt, begint de twijfel te knagen. Hij kan zich niet langer verzoenen met het politieke project van de Moslimbroeders en in 2006 zegt hij zijn pact met de Broederschap op. ‘Dat was bijzonder zwaar’, zegt hij. ‘Een groot deel van mijn vriendenkring keerde me de rug toe. Mijn vrouw kreeg het advies om van me te scheiden, omdat ik de Broederschap afvallig was geweest.’

Ethos

Louizi’s relaas is een van de weinige getuigenissen over de interne keuken van de Moslimbroederschap. Sinds haar oprichting in 1928 kent het genootschap vele gedaanten. Aanvankelijk was het een antikoloniale beweging, gericht tegen de Britse bezetting van Egypte. Als alternatief voor de koloniale dwingelandij wilde oprichter Hassan al-Banna een islamitische maatschappij oprichten, die dan uiteindelijk met andere moslimlanden zou versmelten tot een kalifaat. Om dat te verwezenlijken, moest de islam volgens al-Banna gezuiverd worden van westerse invloeden. In de voorbije decennia vervelde het Broederschap tot een netwerk van internationale organisaties die vooral in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten actief zijn. Na de Arabische revoluties wonnen de Moslimbroeders zowel in Egypte als in Tunesië de parlementsverkiezingen. Goed een jaar later werd de Egyptische Moslimbroederpresident Mohamed Morsi na een militaire putsch afgezet. Sindsdien geldt de viervingerige ‘rabia’ (ook gespeld als ‘r4bia’) als internationale groet van sympathie. De naam is ontleend aan het Rabaa al-Adawiyaplein in Caïro, waar in 2013 een zitstaking van de Moslimbroeders eindigde in bloederige confrontaties met de ordediensten. Er vielen honderden doden en duizenden gewonden. ‘Rabia’ is Arabisch voor ‘vierde’.

Er is geen beginselverklaring die de ideologie van de Moslimbroeders verwoordt. ‘Het is eerder een soort collectieve ethos’, zegt professor islamologie Brigitte Marechal, die aan de Université Catholique van Louvain-la-Neuve haar doctoraat schreef over de organisatie van de Moslimbroederschap in Europa. Hoewel veel Europese takken afstand nemen van hun Egyptische collega’s, toch inspireren ze zich op eenzelfde erfenis. Marechal onderscheidt twee grote principes. ‘Ten eerste zijn Moslimbroeders ervan overtuigd dat de islam allesomvattend is. Voor hen is de islam de intellectuele leidraad in hun leven. De islam moet voor elke moslim de hoeksteen van zijn identiteit zijn.’ Een tweede groot principe is het belang van de Oemma, de wereldwijde geloofsgemeenschap van moslims, vervolgt Marechal. ‘Ze propageren een soort renaissance van de islam. Moslims moeten de islamitische tradities herontdekken en in hun leven opnemen. Zo wil het Broederschap van onderaf een islamitische samenleving opbouwen.’

Experts schatten dat er hoogstens honderd Moslimbroeders in België actief zijn, maar die hebben wel veel invloed. ‘Ze hebben heel erg hun stempel gedrukt op de religieuze beleving van de Belgische moslims’, bevestigt Marechal. ‘Veel van hun ideeën zijn ondertussen gemeengoed geworden. Veel Belgische moslims zijn nauwelijks op de hoogte van hoe de verschillende stromingen de Koran interpreteren. Er zijn bijvoorbeeld heel wat islamitische wetenschappers die zeggen dat het geen religieuze plicht is om de hoofddoek te dragen, maar ze zijn doorgaans weinig bekend. Ze beseffen vaak niet eens dat ze een groot deel van het denkkader van de Moslimbroeders overgenomen hebben.’

In België hebben de Moslimbroeders zich georganiseerd in de Liga van Belgische Moslims (LMB). Het paradepaardje van de LMB is de Foire Musulmane de Bruxelles, een grote moslimbeurs die sinds 2012 jaarlijks meer dan 20.000 bezoekers naar Tour & Taxis lokt. De Zwitserse moslimgeleerde Tariq Ramadan is er een geziene gast. Ramadan, kleinzoon van de mythische Hassan al-Banna, heeft over heel Europa een enorme aanhang. Zelf beroept hij zich erop een onafhankelijk denker te zijn. ‘Dat klopt slechts ten dele’, zegt Marechal. ‘Hij is geen bestuurslid, maar als ideoloog is zijn invloed enorm. Hij zet de krijtlijnen uit waarbinnen er gediscussieerd wordt.’

Het gros van de deelnemers aan de moslimbeurs zijn organisaties en bedrijven die commerciële doeleinden nastreven. Islamitische kledij, islamitisch bankieren, islamitisch speelgoed: werkelijk elk aspect van het dagelijkse leven krijgt een halalinvulling. Bij inlichtingendiensten wordt de beurs met argusogen gevolgd vanwege het extremistische profiel van bepaalde sprekers. Zo werd in 2014 nog de Koeweitse prediker Tareq Al Suwaidan de toegang tot ons land ontzegd. Al Suwaidan, leider van de Koeweitse Broederschap, werd geweigerd wegens zijn sterke antisemitische preken. Ook de prominente aanwezigheid van de Grote Moskee van het Jubelpark, algemeen beschouwd als de voornaamste verspreider van het Saudische wahabisme in ons land, doet op zijn zachtst gezegd ongemakkelijk aan.

Discretie

LMB-vicevoorzitter en woordvoerder Karim Chemlal ontkent formeel dat zijn organisatie gelieerd is aan de Moslimbroederschap. ‘De Liga weigert categorisch beschouwd te worden als een branche van de Moslimbroeders. Wij ontkennen niet dat we op een bepaald moment enkele leden hebben gehad die in hun land van origine actief waren in stromingen die dicht bij de Moslimbroeders stonden. Maar daar hebben wij dus niets mee te maken.’ In een geschreven statement benadrukt de Liga ook dat de Moslimbroeders ‘in het algemeen niet oproepen tot geweld of extremisme’.

‘Schrijf maar gerust dat het wel degelijk Moslimbroeders zijn’, glimlacht Marechal. ‘De Liga onderschrijft het charter van de Federation of Islamic Organisations in Europe (FIOE), de officieuze koepelorganisatie van de Moslimbroeders in Europa. Hun filosofie, hun manier van werken, de waarden die ze onderschrijven: de Liga is duidelijk schatplichtig aan de traditie van de Moslimbroederschap.’ De vermoedens van affiliatie met de Moslimbroederschap gaan verder dan een gedeelde ideologie. Zo is voormalig LMB-voorzitter Walid Bennali vandaag parlementslid voor Ennahda, de Tunesische Moslimbroederpartij. Ook Mohamed Louizi bevestigt dat de LMB een zusterorganisatie is van de Franse Broederschap. Ten slotte identificeren ook inlichtingendiensten de Liga als koepelorgaan van de Belgische Moslimbroeders.

Naast het forum in Tour & Taxis heeft de Moslimbroederschap de voorbije decennia een netwerk aan moskeeën met bijbehorende Korancursussen opgebouwd. Zo heeft de LMB afdelingen in Gent, Antwerpen, Luik en Verviers. Imams worden doorgaans opgeleid in Frankrijk, bij het Institut européen des sciences humaines, een imamschool gelieerd aan de Franse tak van de Broederschap. Sinds vorig jaar organiseert de LMB ook het nationaal kampioenschap Koranrecitatie, waarbij jongeren uit het hoofd Koranverzen moeten zingen. De kampioenschappen zijn gedoteerd met aanzienlijke geldprijzen. Bij inlichtingendiensten groeit het ongenoegen over de toenemende aandacht voor de jeugd. ‘Tijdens weekends zitten heel wat Brusselse moslimjongeren soms hele dagen in de moskee’, klinkt het bij een hooggeplaatste bron. ‘Gezien het extremistische karakter van sommige instellingen is dat een reden tot ongerustheid.’

Naast de politieke ambitie heeft de Broederschap een onmiskenbare netwerkfunctie. Lidmaatschap kan deuren openen naar interessante jobs, bevestigt Marechal. Ook huwelijken onder leden versterken de onderlinge samenhang. Terwijl politieke partijen in de Arabische wereld die zich laten inspireren door het gedachtegoed van de Moslimbroederschap complexloos uitkomen voor hun identiteit, houden Europese Moslimbroeders steevast de kaken op elkaar. Zelfs toen de FIOE in 2010 voor de voltallige Europese pers haar visie op de Europese islam voorstelde, ontkende ze elke link met de Broederschap. ‘Ze weten dat het publiek wantrouwig is’, zegt Marechal. ‘Die geheimhouding zit er al lang in geslepen. Vergeet niet dat ze vroeger vaak in zeer vijandelijke contexten moesten werken. Vandaag beschouwen velen die discretie als een deel van hun identiteit.’

Een van de weinige Belgische Moslimbroeders die zich als dusdanig heeft geout, is de Vervierse bekeerling en islamoloog Michaël Privot. Enkele jaren geleden maakte Privot evenwel bekend dat hij de Broederschap had verlaten. Dat deed hij naar eigen zeggen om zijn functie als directeur van de antiracismeorganisatie European Network against Racism niet in diskrediet te brengen. ‘Ik stoorde me aan de geheimhouding’, aldus Privot. ‘Ik wilde niet dat mensen mijn werk zouden verwarren met mijn religieuze identiteit.’ In tegenstelling tot Louizi ziet Privot de Broederschap niet als een beweging die uit is op politieke islamisering. ‘Veel Moslimbroeders zien hun religie als inspiratie voor een democratisch project, zoals CD&V dat ook doet. Maar er zijn effectief ook Moslimbroeders die de democratie willen inruilen voor een kalifaat waar de sharia wordt toegepast. Ik had wel de indruk dat dat een minderheid was.’

‘Islam is de oplossing’

De sterke aanwezigheid van de politieke islam in België is een redelijk recent fenomeen. Tot de jaren tachtig was de politieke islam zo goed als afwezig, vertelt Alain Grignard, commissaris bij de federale gerechtelijke politie en islamoloog. ‘De migranten van de jaren zestig waren culturele moslims, die niet zoveel belang hechtten aan religie. Veel gastarbeiders zijn in de jaren zeventig en tachtig hun werk kwijtgeraakt en onder invloed gekomen van de politieke islam.’ Die wordt in de eerste plaats verspreid door Syrische Moslimbroeders, die sinds het presidentschap van Hafiz al-Assad – vader van de huidige Syrische president Bashar al-Assad – vervolgd werden. Issam Al-Attar, de toenmalige leider van de Syrische Moslimbroeders, installeert zich in 1978 in Aken. Vanuit Aken richten predikers moskeeën op in het naburige Heerlen en in Verviers.

Sinds de jaren negentig werd het salafisme gaandeweg het dominante discours in de Brusselse moskeeën. Een van de bevoorrechte getuigen van de opkomst van de politieke islam was Hamid Benichou, die in 1991 als een van de eerste politieagenten van Maghrebijnse origine aan het werk ging in Sint-Joost-ten-Node. Omdat hij als een van de weinige politieagenten in de hoofdstad Arabisch sprak, frequenteerde Benichou de moskeeën. ‘In enkele jaren tijd hoorde ik de toon in de moskeeën verharden’, vertelt Benichou. ‘Veel imams stuurden regelrechte haatboodschappen de wereld in. Geïmporteerde imams hielden preken die doorspekt waren van antisemitisme. Ze hielden ons voor dat het Westen de grote vijand was, de kruisvaarders die de islam wilden vernietigen. Ze vertelden aan hun gelovigen dat ze werkloos waren omdat ze zondig leefden en hun vrouwen geen hoofddoek droegen.’

Je kunt de opkomst van het salafisme niet los zien van het werk van de Moslimbroederschap, zegt Maréchal. ‘Zelfs al leven salafisten en Moslimbroeders op gespannen voet met elkaar, toch hebben ze een soortgelijke, conservatieve interpretatie van de islam. De Moslimbroeders hebben de voorbije jaren het pad geëffend voor de snelle verspreiding van salafisme.’ Volgens de Franse socioloog Samir Amghar (ULB) hebben de Moslimbroederschap en het Saudische wahabisme in ons land de voorbije jaren een opmerkelijke entente gesmeed. Toch vermoedt hij dat de hoogdagen van het salafisme achter ons liggen. ‘In Brussel is religieus fanatisme ook een soort modefenomeen. In de jaren 90 en 2000 was het salafisme nog een stroming die gemakkelijk jongeren aantrok, nu niet meer. Het is als het ware banaal geworden. Vandaag knutselen ze een eigen islam ineen, met elementen uit verschillende stromingen.’

In de jaren tachtig voerden de Moslimbroeders nog campagne onder de noemer ‘De islam is de oplossing’. Ook vandaag presenteren de Moslimbroederorganisaties zich graag als rationeel alternatief voor extreme interpretaties van de islam. Ook de LMB benadrukt het belang van ‘gematigheid, dialoog en uitwisselingen tussen volkeren en beschavingen, ver van gelijk welke vorm van extremisme’. ‘De Belgische grondwet heeft voorrang op de wet van God.’ De gewelddadige aanslagen in Parijs en Brussel worden zonder terughoudendheid veroordeeld. Moslims worden aangemoedigd om te studeren en zich maatschappelijk te ontwikkelen. De lezing van de Koran moet gebaseerd zijn op ‘openheid, dialoog en respect’, schrijft de LMB in haar intentieverklaring. Marechal tekent voorbehoud aan bij die openheid. ‘Ook bij de Moslimbroeders is het moeilijk om over religieuze thema’s te debatteren. ‘Over hun interne debatten wordt zelden geschreven, waardoor ze gemakkelijk een illusie van eenheid kunnen bewaren. Ze organiseren ook nauwelijks publieke debatten met vertegenwoordigers van andere stromingen.’

Onder gematigde Vlaamse imams heerst heel wat onvrede over de aanzienlijke invloed van de politieke islam. ‘Dit is niet het soort islam dat de Belgische maatschappij nodig heeft’, zegt de Gentse imam Brahim Laytouss. Als voorvechter van een gematigde interpretatie vreest Laytouss dat het extreme gedachtegoed de Belgische moslimgemeenschap van de samenleving kan isoleren. ‘Qua financiële slagkracht kunnen gematigde imams gewoon niet concurreren. Als deze druk blijft aanhouden, vrees ik dat veel van ons deradicaliseringsbeleid een maat voor niets wordt.’

DOOR JEROEN ZUALLAERT

Sinds vorig jaar organiseert de Liga van Belgische Moslims ook het nationaal kampioenschap Koranrecitatie, waarbij jongeren uit het hoofd Koranverzen moeten zingen.

Naast de politieke ambitie heeft de Moslimbroederschap een onmiskenbare netwerkfunctie. Lidmaatschap kan deuren openen naar interessante jobs.

‘Dit is niet het soort islam dat de Belgische maatschappij nodig heeft.’ Brahim Laytouss

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content