Tussen 2012 en 2017 vloeiden interesten ter waarde van zo’n 2 miljard euro weg uit de bevroren Libische tegoeden bij de Brusselse bank Euroclear. Op die manier heeft België de sancties van de VN-Veiligheidsraad van 2011 overtreden, zo oordeelde een expertenpanel van de VN in 2018.

Parlementaire hoorzittingen met hoofdrolspelers in 2019 leverden meer vragen dan antwoorden op. Ook de Brusselse onderzoeksrechter Michel Claise houdt zich met de zaak bezig. Eind 2018 viel het parket de diensten van de schatkist en de FOD Financiën binnen om hun rol te onderzoeken.

Maar is het dreigement van de Libische VN-ambassadeur om België voor de rechter te dagen dan ergens op gestoeld? Professor internationaal recht Jan Wouters (KU Leuven) denkt van wel. ‘De ambassadeur heeft een punt. Het is pijnlijk dat er miljarden zijn weggevloeid. We weten dat er betalingen zijn gebeurd aan banken in onder meer Luxemburg, maar we weten niet wie de uiteindelijke begunstigden waren. We hebben wel de aanwijzing dat dat niet het Libische volk was, en dat is schandalig.’

Volgens Wouters zou Libië ons theoretisch gezien kunnen dagvaarden bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Dat is de belangrijkste gerechtelijke poot van de VN. ‘In ieder geval zou het een blamage zijn als België door een land als Libië voor het hof wordt gedaagd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content