In maart 1943 bevalt de zigeunerin Theresia Winterstein van de tweeling Rita en Rolanda. Meteen na de geboorte worden de baby’s meegenomen en overgeleverd aan kompanen van nazidokter Josef Mengele. Rolanda sterft na een ingreep die haar blauwe ogen had moeten geven; haar zus overleeft. In het boek Blauwe ogen tekent historicus-journalist Koenraad De Wolf het verhaal op van Rita Winterstein, de laatste overlevende van Mengeles waanzinnige medische experimenten. Een voorpublicatie.

De nazi’s maakten na hun machtsovername in 1933 onmiddellijk werk van hun politiek van rashygiëne. Omdat in het Derde Rijk voortaan alleen nog plaats was voor Duits bloed, moest elke vorm van ‘vreemd bloed’ uit de weg worden geruimd. De Joden waren de eerste slachtoffers. Maar ook het lot van 25.000 zigeuners was bezegeld. Met Duitse grondigheid werden ze eerst geinventariseerd, vervolgens gesteriliseerd, en ten slotte geëlimineerd.

Heinrich Himmler, de machtige minister van Binnenlandse Zaken en leider van de SS, richtte in 1936 een opmetingsinstituut op voor de inventarisatie van alle zigeuners. Aan het hoofd stond SS’er Robert Ritter, dokter en kinderpsycholoog. Als specialist in jeugdcriminaliteit was hij ervan overtuigd dat een asociale persoonlijkheid en zwakzinnigheid het criminele gedrag bepaalden. Hij ‘bewees’ aan de hand van familiestambomen dat de afstammelingen van criminelen, alcoholisten, verstandelijk gehandicapten, bedelaars, landlopers en asociale personen op hun beurt ‘gedegenereerden’ werden. Het was zijn ambitie om alle ‘erfelijk belaste’ personen uit de weg te ruimen. Ritter stond met die visie niet alleen. Ook het Artsenblad vroeg om ‘op alle mogelijke manieren te voorkomen dat de zigeuners hun minderwaardige erfelijke eigenschappen overdragen aan de volgende generaties’.

Categorie Z

Op 8 april 1938 wordt in het ziekenhuis van Stuttgart Gabriel Reinhardt, de toekomstige echtgenoot van Theresia Winterstein, opgemeten door Robert Ritter.

‘Stilzitten!’ beveelt Ritter, een gezette dertiger met kalend hoofd, wanneer Gabriel voor de fotograaf poseert. ‘Een halve draai naar rechts. Vul nu deze vragenlijst in.’

Gabriel zucht. De lijst beslaat twintig bladzijden. ‘Ik ben zeven jaar naar school geweest’, schrijft hij. En wat verder: ‘In mijn jeugd heb ik een nierontsteking en mazelen gehad.’

‘Nu volgt de observatie van uw hoofd’, zegt Ritter. ‘Haarkleur?’ vraagt zijn assistente. Ritter neemt zijn stalenkaart. ‘W22.’

‘Niet W23?’ merkt Gabriel op met een glimlach. Ritter wordt razend. ‘Denkt u de grapjas uit te kunnen hangen? Het gaat hier om wetenschappelijk onderzoek. Stoor me niet meer, begrepen?’

‘Vorm van het haar?’ vraagt de assistente aarzelend. ‘Golvend en zacht’, antwoordt Ritter gedecideerd. ‘Wenk-brauwen?’ ‘Vlak met boven de neus enkele haren.’ ‘Kleur van de ogen?’ Ritter kijkt aandachtig. ‘Groenachtig met aan de binnenkant een bruine ring.’ ‘Wimpers?’ ‘Opvallend lang.’ ‘Oogspleet?’ ‘Recht.’ ‘Voorhoofd?’ ‘Hellend.’ ‘Kin?’ ‘Teruggetrokken.’ ‘Neuswortel?’ ‘Dun, hard en hoog.’ ‘Neusrug?’ ‘Recht.’ ‘Oren?’ ‘Aanliggend.’ ‘Huidskleur?’ ‘Bruin getint.’ ‘Gebit?’ ‘Open uw mond’, beveelt Ritter. Hij pakt een lamp. ‘Nog verder.’ Hij kijkt aandachtig. ‘Tanden goed verzorgd. Geen gebreken.’

Tot op de millimeter worden de grootste breedte van Gabriels hoofd en de afstand tussen zijn oren gemeten, de breedte, de hoogte en de diepte van zijn neus, de lengte en de breedte van zijn oren en de lengte van zijn oorlel. Daarna neemt Ritter geheel volgens de instructies bloedstalen, vingerafdrukken, voetafdrukken en afdrukken in gips van Gabriels lichaam.

‘Wat een onzin’, vloekt Gabriel wanneer hij ’s avonds hoofdschuddend het ziekenhuis verlaat. Op dat moment beseft hij niet dat Ritters verslag beslist over leven of dood.

Gabriel Reinhardt heeft geluk. Hij krijgt de categorie Z van volbloedzigeuner en een bruine identiteitskaart. Hij hoeft niets te vrezen. Wie niet tot de categorie Z behoorde, werd als ‘zigeunermengeling’ geclassificeerd: ZM+ betekende overwegend zigeunerbloed, ZM betekende evenveel zigeuner- als Duits bloed en ZM- met overwegend Duits bloed. Duitsers die leefden volgens de zigeunerwijze kregen het label NZ. Zij kregen een bruine identiteitskaart met dwars erdoorheen een blauwe streep. Officieel moest een volbloedzigeuner minstens drie rasechte zigeuners als grootouder hebben. Dat gold voor de meesten, want tot diep in de twintigste eeuw trouwden ze alleen onder elkaar.

Theresia Winterstein, die in 1940 werd opgemeten in de universiteitskliniek van Würzburg, werd ondanks haar volledige zigeunerstamboom als zigeunermengeling met overwegend zigeunerbloed (ZM+) geclassificeerd. Ze had groene ogen, een bleke huid, bruinblond haar en zag er niet uit als een zigeuner. Ze kreeg meteen een beroepsverbod, en ook de toekomst van haar hele familie, allemaal zigeunermengelingen, zag er somber uit.

Arisch bloed

Wie kon er een touw vastknopen aan de rassenpolitiek van de nazi’s? Want de aanpak van de zigeuners was tegengesteld aan die van de Joden. De raszuivere Joden werden als de ‘verzinnebeelding van het kwaad’ en als de ‘erfvijanden van de mensheid’ geëlimineerd. Wie slechts een klein aandeel Joods bloed in de aderen had, werd minder negatief beoordeeld.

Voor de zigeuners was de redenering net omgekeerd. De volbloedzigeuners waren vanwege hun vermeende verwantschap met het arische volk, dat eveneens uit India afkomstig was, de ‘goeden’. Vanuit zijn fascinatie voor die groep liet Heinrich Himmler in 1942 zelfs hun manier van leven bestuderen. De minister van Binnenlandse Zaken zag in hen een mogelijke aanvulling van het reservoir arisch bloed. Daartegenover waren de zigeunermengelingen de ‘slechte’ elementen. Universiteitsprofessoren en hun hoogopgeleide medewerkers propageerden dergelijke onzin niet alleen, ze brachten ze ook in praktijk.

Bij Robert Ritters beoordelingen regeerde de willekeur. Alleen om Himmler te plezieren, kende hij 1100 zigeuners het etiket Z toe. Die 5 procent was het schaamlapje. Bij alle anderen stond de uitkomst al bij voorbaat vast.

Blauwe ogen

Maart 1943. Theresia Winterstein bevalt in Würzburg van Rolanda en Rita. Meteen na de bevalling neemt de Kriminalpolizei (Kripo) de tweeling mee naar het universitair ziekenhuis voor medische experimenten. Rolanda overleeft ze niet. Rita wordt terug naar haar moeder gebracht, maar wordt een paar weken later opnieuw door de Kripo meegenomen naar het ziekenhuis. Officieel vanwege haar ondervoeding, maar vermoedelijk omdat professor Werner Heyde nog proeven op haar wil doen. Welke experimenten zijn uitgevoerd, valt niet te achterhalen. Bij het geallieerde bombardement van 16 maart 1945, dat ook het kinderziekenhuis in de as legde, is Rita’s medisch dossier verloren gegaan. Bij het ruimen van het puin na de oorlog is alleen het geboorteregister teruggevonden, dat bewijst dat Rita en Rolanda daar op 3 maart 1943 zijn geboren. Later belandt Rita in het ziekenhuis van het Rode Kruis in de Zeppelinstrasse, waar dokter Kellner, een voormalig communistisch gemeenteraadslid, haar verzorgt. Het staat vast dat de tweeling Winterstein medische experimenten heeft ondergaan. Op 11 april 1943, de dag van Rolanda’s dood, heeft ook Rita een verband om haar hoofd. Boven haar linkeroog bevindt zich een litteken van 1,4 centimeter. Vermoedelijk wilde Heyde, naar analogie met de experimenten van Josef Mengele in Auschwitz, de iris van haar ogen blauw kleuren. De ingreep had niet het beoogde resultaat. Rita Winterstein heeft nog altijd groene ogen.

Doodshoofdfederatie

Werner Heyde dankte zijn carrière aan de SS, de organisatie die hij hondstrouw diende. Vanaf 1935 zag hij als hoofd van het Raspolitiek Bureau in Mainfranken toe op de naleving van de Rassenwetten. Een jaar later werd hij hoofdman van de SS en leidde hij de ziekenhuisafdeling van de Doodshoofdfederatie. Die stond in voor de bewaking van de concentratiekampen. In de kampen voerde Heyde erfbiologisch onderzoek uit. In de zomer van 1940 promoveerde hij tot eerste medisch hoofdadviseur van de Actie T4. Die door Adolf Hitler bevolen geheime operatie bereidde de euthanasie voor van alle gehandicapten en psychiatrische patiënten. Voor elke patiënt vulden de instellingen een vragenlijst in over zijn algemene toestand en de prognose van zijn evolutie. Bij het eindoordeel door de psychiaters van het hoofdbureau in de Tiergartenstrasse 4 – Actie T4 ontleende haar naam aan het adres van de organisatie – gaf de arbeidsgeschiktheid de doorslag. Een blauw minteken betekende ‘leven’, een rood plusteken ‘het vergunnen van de genadedood’.

Minstens 100.000 ‘nutteloze eters’ viel in een van de zes vernietigingsinstellingen de Speciale Behandeling 14f 13 te beurt. 14f was de SS-code voor de administratie van de concentratiekampen, het cijfer 13 stond voor vergassing. Naarmate de uitroeiing vorderde, verminderde de overheidssteun aan de instellingen voor gehandicapten.

Na zijn vertrek bij Actie T4 in december 1941 bezocht Heyde geregeld de kantoren van Adolf Hitler in Berlijn en leidde hij de SS-afdeling van het militair hospitaal van Würzburg. In februari 1944 kende Heinrich Himmler hem de Doodshoofdring toe, de hoogste SS-onderscheiding.

Ogen aan de muur

Medische experimenten waren een normale zaak in nazi-Duitsland. Minstens 350 artsen waren daarbij betrokken. Het Keizer Wilhelm Instituut voor Antropologie, Menselijke Erfelijkheidsleer en Eugenetica in Berlijn, kortweg het Antropologisch Instituut, zorgde voor de wetenschappelijke omkadering. De experimenten van Josef Mengele en zijn team, die in opdracht van het Antropologisch Instituut plaatsvonden in Auschwitz, behoren tot de gruwelijkste uit de geschiedenis van de mensheid. Gevangenen werden besmet met malaria, en er vonden proeven plaats met de gevreesde ziekte noma of waterkanker. Door het gedeeltelijk wegrotten of krimpen van de mond en de wangen ontstonden openingen in het aangezicht.

Op grote schaal vonden er experimenten op tweelingen plaats. Mengele bestudeerde hun reactie na de toediening van ziektekiemen. Verder ondergingen ze mergpuncties en bloedonderzoeken. Regelmatig werd onderling bloed verwisseld. Om een Siamese tweeling te construeren, naaide Mengele, zonder verdoving, een tweeling aan elkaar. Voortdurend werd iedereen van kop tot teen gemeten en werden er radiografieën gemaakt.

Mengele was geobsedeerd door ogen. Hij zond oogbollen als tentoonstellingsstukken naar het Antropologisch Instituut en kisten met uitgestoken ogen voor de studie van de heterochromie, het fenomeen van mensen met twee verschillend gekleurde ogen. Aan de muur van zijn onderzoeksruimte hingen honderden mensenogen. Vaak werden injecties gegeven of oogdruppels toegediend met methyleenblauw om de iris van de ogen blauw te kleuren. Meestal begonnen de ogen te etteren, sommige patiënten konden daardoor niet meer zien. Wanneer een helft van een tweeling stierf, doodde Mengele de andere eigenhandig met een dosis fenol in het hart. Daarna plaatste hij het kenmerk ZS op de borst. Dit betekende dat de lijken niet werden verbrand, maar naar het laboratorium verhuisden voor dissectie. Mengele, die alles nauwgezet registreerde, had maar één doel: het kweken van een zo sterk mogelijk arisch ras.

‘Meelopers’

Na de oorlog en de processen van Nürnberg heerste er een harde repressie. Zo veroordeelde een Britse militaire rechtbank de arts Fritz Klein ter dood. Samen met Josef Mengele had hij de leiding over het zigeunerkamp in Auschwitz. Klein werd opgeknoopt. In Beieren interneerden de Amerikanen 60.000 voormalige leden van de nazipartij NSDAP. Maar vanaf de herfst van 1945 werd de aanpak milder. Door laksheid, gebrekkige communicatie tussen de geallieerden, en het circuleren van valse paspoorten kwam maar een klein aantal oorlogsmisdadigers voor de rechter. Het geheime netwerk ODESSA hielp honderden ex-nazi’s, onder wie Josef Mengele en Adolf Eichmann, ontsnappen naar Zuid-Amerika. Alleen wie effectieve misdaden had begaan, werd gestraft.

Het hoofd van de Zigeunercentrale, Christian Blüm, kreeg een jaar cel voor de ruwe manier waarop hij gevangenen had behandeld, waarna hij opnieuw in dienst trad bij de politie. In 1949 veroordeelde een rechtbank hem als Hauptschuldiger tot vijf jaar opsluiting. Maar de uitspraak in beroep zwakte die beschuldiging af tot Mitläufer, waardoor hij niet langer verantwoordelijk werd gesteld voor de dwangsterilisaties en deportaties. Die uitspraak was geen toeval. De behandeling in beroep gebeurde niet langer door leken maar door beroepsrechters. Die waren nog door de nazi’s benoemd en ze velden veel mildere straffen. De rechtspraak in de Duitse Bondsrepubliek had dan ook weinig van doen met gerechtigheid. Bovendien bleven de theoretici van de rassenwetten buiten schot. ‘Rassenpaus’ Hans Günther, de meest gelezen auteur in nazi-Duitsland, kwam in 1948 als Mitläufer op vrije voeten. En geen enkele wetenschappelijk medewerker van het Antropologisch Instituut in Berlijn, de bakermat van de medische experimenten op mensen, werd vervolgd. Alleen Eugen Fischer, de stichter en eerste voorzitter, kreeg zeven jaar cel, maar kwam nooit voor een internationaal oorlogstribunaal. Otmar Freiherr von Verschuer, onder wiens leiding Josef Mengele werkte in Auschwitz, betaalde als Mitläufer een boete van 600 mark. Hij promoveerde tot professor genetica aan de universiteit van Münster en werd later decaan van de medische faculteit.

Ook Robert Ritter, wiens opmetingsdossiers leidden tot de sterilisatie en dood van zo’n 20.000 zigeuners, kwam vrij. ‘Ik heb alleen maar wetenschappelijk werk gedaan. Ik was niet op de hoogte van het lot van de zigeuners en heb niemand gedood’, argumenteerde hij.

Carl Joseph Gauss van de universitaire Vrouwenkliniek in Würzburg, kreeg als Mitläufer een geldboete van 2000 mark. Hoewel in zijn kliniek duizend sterilisaties onder dwang werden uitgevoerd, omschreef het vonnis hem als een ’tegenstander van sterilisatie’. Nadat de regering van Beieren zijn emeritaat geweigerd had, vestigde Gauss zich als vrouwenarts in Bad Kissingen.

Van de minstens 350 artsen die medische experimenten op mensen hadden uitgevoerd, gingen er naar schatting 330 vrijuit. Een aantal bleef verder werken onder een valse naam. Een van hen was Werner Heyde, de hoofdarts van het T4-programma die ook de dood van Rolanda Winterstein op zijn geweten had. Na de oorlog werd een arrestatiebevel voor hem uitgevaardigd, maar hij ontsnapte door de lakse bewaking van Amerikaanse militairen tijdens zijn vervoer naar het Artsenproces in Nürnberg. Onder de valse naam Fritz Sawade vestigde Heyde zich vervolgens als arts in Flensburg, in het noorden van Duitsland.

De afkondiging van een nagenoeg volledige amnestie door de Duitse regering op Kerstmis 1950 bezegelde de verplaatsing van het vijandsbeeld van de ex-nazi’s naar de communisten. Want op dat moment kwam de Koude Oorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tot een hoogtepunt. Professor Gauss werd gerehabiliteerd en kreeg zijn emeritaat. Christian Blüm trad na zijn vrijlating voor de derde maal in dienst bij de politie van Würzburg, waar hij promoveerde tot inspecteur.

Na de ontmaskering van de eveneens onder een valse naam ondergedoken Otto Hellmuth, onder het nazibewind de fanatieke gouwleider van Mainfranken, veroordeelden de Amerikanen hem tot de doodstraf vanwege het lynchen van neergeschoten geallieerde piloten. Zijn straf werd eerst omgezet in levenslange opsluiting, en na zijn vrijlating in 1955 ontving Hellmuth als voormalig krijgsgevangene van de stad Kassel zelfs een schadevergoeding van 5160 mark.

Na 1945 maakten de meeste ex-nazi’s carrière. Hans Günther, Eugen Fischer, Otmar Freiherr von Verschuer, Josef Mengele, Robert Ritter, Carl Joseph Gauss, Christan Blüm en Otto Hellmuth bleven allemaal onverminderd vasthouden aan hun vroegere overtuiging. Hellmuth pleegde zelfmoord op 20 april 1968, de geboortedag van de Führer. Met zijn eigen bloed schreef hij op de muur van zijn woning: Heil Hitler.

Rita Winterstein en Koenraad De Wolf, Blauwe ogen, Lannoo, 232 blz., 17,99 euro.

Boven haar linkeroog had de baby een litteken van 1,4 centimeter. Vermoedelijk wilde de dokter de iris van haar ogen blauw kleuren.

Om een Siamese tweeling te construeren, naaide Mengele, zonder verdoving, een tweeling aan elkaar.

Van de minstens 350 artsen die medische experimenten op mensen hadden uitgevoerd, gingen er naar schatting 330 vrijuit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content