Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mevrouw Van Paemel, de reconstructie van de ontsnapping van Marc Dutroux is uitgegroeid tot een vreemd spektakel.

MONIKA VAN PAEMEL: Die staat van beleg gaf vooral de indruk van paniek, terwijl men het tegengestelde effect beoogde. Alles wat met de ontsnapping van Dutroux te maken heeft, wordt uitvergroot. Op zich was het een fait divers, maar de symboolwaarde ervan zal de overheid lang achtervolgen. De geloofwaardigheid van onze instellingen krijgt door dit soort incidenten telkens een nieuwe knauw, en dat is niet meer te herstellen door een paar snelle regeringsbeslissingen. Politici hebben dat gevoel te lang onderschat.

Meerderheid en enkele oppositiepartijen buigen zich gezamenlijk over de hervorming van politie en justitie.

VAN PAEMEL: Ik zie op de foto acht heren in donkere pakken rond de premier geschaard. Het valt op dat daar geen enkele vrouw bij is. Een goede maand geleden boden de partijen tegen elkaar op voor minstens een derde vrouwen op de lijsten of in het parlement. Nu men begint aan een van de belangrijkste politieke discussies van de jongste jaren, wordt die intentie meteen verloochend.

Ik hoop dat deze gespreksronde niet beperkt blijft tot het wisselen van baantjes. Belgische politiek is te vaak een synoniem van ruilhandel: als ik dit krijg, mag jij dat hebben. Al te zelden gaat men uit van een ernstige analyse van een probleem. Ik volg de onderhandelingen dus met de nodige scepsis, te meer omdat de magistratuur een harde noot om kraken is. Het gaat niet om één paus, het gaat om een conclaaf van pausen dat van mentaliteit moet veranderen.

De politiek is versneld aan het werk geschoten. Als dat plotseling kan, waarom heeft men er dan twee jaar geleden geen vaart achter gezet?

VAN PAEMEL: Het had nog veel vroeger moeten gebeuren. Er zijn genoeg wantoestanden gesignaleerd. Dit moet een braaf volk zijn, dat zijn politici altijd maar weer krediet geeft. Ofwel heeft het afgehaakt, en besloten om zijn eigen boontjes te doppen. Waar het economisch slecht gaat, krijg je automatisch een parallelle, zwarte economie. Zo kan je ook een parallelle maatschappij ontwikkelen, waarvan de achterliggende gedachte is: met de politiek willen we niets meer te maken hebben. En iedereen loopt er op zijn terrein de kantjes af. Het is gevaarlijk als de bevolking het opgeeft.

Rijkswacht en magistratuur hebben hun rapport over de ontsnapping van Dutroux ingediend. De rijkswacht erkent fouten te hebben gemaakt, justitie niet.

VAN PAEMEL: De magistratuur is het laatste bolwerk dat denkt op zichzelf te mogen bestaan. Met mensen die voor het leven benoemd zijn. Dat heeft historisch zijn verdienste gehad, omdat het een garantie was voor onafhankelijkheid. Maar de democratische samenleving van vandaag eist dat men nagaat of wie een ambt uitoefent, dat ook op de goede manier doet. Zoniet moet hij worden omgeschoold of van dat ambt afgehaald. Dat geldt ook voor magistraten. Een raad van deskundigen, met een ruime externe vertegenwoordiging, zou regelmatig een beoordeling moeten maken van de kwaliteit van het gerechtelijk werk: aanklachten, vervolgingen, vonnissen, motiveringen en zo meer. Zolang de politiek er niet in slaagt deze evaluatie op te leggen, is elke hervorming onvoldoende. Het gaat om meer dan om het kopje van mevrouw Thily, dat niet zo sympathiek oogt. Het gaat om de arrogantie van het ambt, en van het instituut dat daarachter schuilt.

In Vlaamse hoek wordt erop gewezen dat de drie die tot nu toe zijn teruggetreden, drie Vlamingen waren.

VAN PAEMEL: Ik sta huiverachtig tegen dat communautaire discours, maar je kan niet om die vaststelling heen. De economische situatie van Wallonië toont aan dat de geesten daar zich maar traag aanpassen aan moderne evoluties. Vlaanderen doet dat makkelijker, en zo is er een goed opgeleide middenklasse ontstaan, die de mond niet houdt bij wat politiek of justitie uitrichten. In Wallonië ontbreekt dat. Je hebt de boer uit de Ardennen die zijn eigen leven leidt, er is het uitzichtloze proletariaat van Charleroi, in Luik heerst de maffia en het moreel verval. Geen van die drie is begaan met, of weegt op, de overheid. Ik karikaturiseer het, maar in het Zuiden is een klimaat ontstaan waarin gezagsdragers zich, bij gebrek aan tegenwicht, onaantastbaar wanen. Dat geldt voor politici, en zeker voor magistraten.

Ondertussen vraagt zowat iedereen het aftreden van Wathelet. Zelfs de meerderheidspartijen, hoe voorzichtig hun terminologie ook is.

VAN PAEMEL: Die resolutie is een staaltje van zwakke politiek, en grote hypocrisie. Want nu is het te laat, het kwaad is geschied. Het Belgische parlement heeft niets te vertellen aan een Europees rechter. En het Europese parlement ligt niet wakker van Wathelet. Waarom zou het ook, als de Belgische regering hem zelf heeft voorgedragen? Premier Dehaene moet maar eens antwoord geven op de simpele vraag: op basis van welke criteria is Wathelet voor die functie aangewezen? Omdat hij een onberispelijk minister was, met hoge morele en ethische kwaliteiten? Omdat hij een specialist is in Europees recht? Als men dat antwoord niet wil of kan geven, moet ik besluiten dat die benoeming een cadeau was voor bewezen diensten. En dan denk ik niet aan diensten aan het vaderland, maar aan diensten die achter de schermen worden verleend.

Het Franse Axa verwerft de volledige controle over Royale Belge, door de aandelen van Albert Frère over te kopen.

VAN PAEMEL: België wordt in sneltreinvaart uitverkocht. Veel overnames zijn een poging om voor de start van de euro het gewicht op de Europese markt te vergroten. Niet alleen uit economische, maar ook uit politieke overwegingen. De positie van Duitsland is verzekerd, want de standaard van de euro is en blijft de mark. Frankrijk voelt zich wat in de hoek gedrumd, en wil tegendruk geven door zijn invloed in Brussel te vergroten. Want tegen Frankfurt als financieel centrum van Europa, staat Brussel als politiek centrum. Verder treft het mij dat een Waalse financier er niet het minste probleem mee heeft om strategische belangen naar het buitenland te verpatsen. Ook deze houding ondermijnt het vertrouwen van de bevolking in de staat.

Het krijgshof heeft een van de para’s die zich in Somalië misdragen hebben, tot een jaar cel veroordeeld, onder meer wegens racisme.

VAN PAEMEL: Eindelijk gaat men in tegen de mentaliteit dat wie een uniform aantrekt boven de wet staat, en gedekt wordt door zijn korps. Het wangedrag in Somalië was des te erger, omdat het niet ging om een leger in oorlog, waarvan misdragingen bijna te verwachten zijn. Het was een VN-vredesmacht, die als een Rode-Kruisbrigade werd uitgestuurd om de plaatselijke bevolking te helpen. Als men ook tijdens zo een operatie meent dat het uniform het recht geeft mensen te kwetsen in hun fysieke integriteit of hun religieuze overtuiging, is een strenge straf op haar plaats.

In de internationale actualiteit stond de mislukking van het Israëlisch-Palestijns overleg in Londen voorop.

VAN PAEMEL: Het imago van Tony Blair heeft een deuk gekregen. Hij maakt zijn huiswerk niet goed en overspeelt zijn hand. Dat hij de lont voorlopig uit het Noord-Ierse kruitvat heeft gehaald, is een verdienste, maar tenslotte kennen de Engelsen dat dossier al sinds de zestiende eeuw. Nu hij twee keer buitengaats optreedt, valt hij door de mand. Eerst met de koehandel rond het voorzitterschap van de Europese Centrale Bank, daarna met de mislukte diplomatie tussen Netanyahu en Arafat.

Behalve de overwinning van Dana International op het Songfestival, valt er niet veel te vieren op de vijftigste verjaardag van Israël.

VAN PAEMEL: Dat is tragisch, voor een land dat werd opgebouwd volgens de idealen van de kibboetsen. De staat Israël was een uniek project. Voor het eerst in de geschiedenis beschikten de joden over een eigen stuk land. Sinds de oudheid hebben ze permanent moeten leven in maatschappijen waarin ze, om religieuze en andere redenen, nooit thuishoorden. Israël had het einde kunnen zijn van het probleem van de joden. Maar religieuze fundamentalisten hebben die kans verbrod. Ze gingen steeds nieuwe verplichtingen verbinden aan het begrip “jood zijn”, en toverden elke steen in Palestina om tot een heilige steen. Netanyahu is een te zwakke leider om aan die rechtse druk weerstand te bieden.

Meer dan tegen de Palestijnen, wordt in Israël op dit moment een interne oorlog gevoerd. De overwinning van Dana International op het Eurosongfestival zet, duidelijker dan wat ook, de spot op de tweespalt in Israël. Aan de ene kant de verkrampte reactionairen, die een echte Midden-Oostenstaat willen. Aan de andere kant de Europese strekking die zich daartegen afzet. Vandaar ook de uitbundige vreugdetaferelen zaterdagnacht. Voor de fundamentalisten is deze tot mevrouw omgebouwde mijnheer de duivel in persoon. Voor de anderen een uiting van het soms verrukkelijk decadente Westen, en de gedroomde figuur om de tegenstanders mee op stang te jagen. Het al dan niet samenleven van die twee stromingen zal de toekomst van Israël bepalen.

Is vrede tussen Israël en de Palestijnen een utopie?

VAN PAEMEL: De wereldgemeenschap heeft zich in ’48 uitgesproken voor een Israëlische èn een Palestijnse staat. Maar er zijn enkel garanties gegeven aan Israël, mede door schuldgevoelens over de holocaust. Toen de joodse staat agressief werd en Palestijns gebied ging bezetten, is niet gereageerd. Daarvan draagt men nu de gevolgen. Ik zie de komende jaren geen oplossing mogelijk. En veel jonge intellectuelen verlaten Israël, door het gebrek aan perspectieven. Die emigratie holt het land uit, en levert het over aan de rechtse extremisten voor wie het afstaan van de Westelijke Jordaanoever, met Judea en Samaria, ondenkbaar is.

In Nederland heeft het paarse kabinet met groot vertoon de verkiezingen gewonnen.

VAN PAEMEL: Het pleit voor de politieke volwassenheid van onze Nederlandse buren. Ten eerste dat ze massaal zijn gaan kiezen, ten tweede dat ze rationeel over hun stemgedrag nadenken. Nederland heeft op de economische achteruitgang van begin jaren negentig gereageerd met de opmars van D66, terwijl in veel andere landen uiterst rechts politiek voordeel haalt uit een slechte gang van zaken. D66 is de band geweest tussen de PvdA, die voor sociale vangnetten zorgde, en de VVD, die instond voor het overleven van de zakenwereld. Dat heeft geleid tot een verstandig beheer van het staatshuishouden. En dat is niet alleen te danken aan het aardgas. Het bewijst dat als een regering de zaken eerlijk en verstandig aanpakt, ultrarechts mag inpakken. Ik denk dat D66 daarvoor de verdienste mag opeisen.

Maar uitgerekend D66 is de grote verliezer. Waarmee Louis Tobback een uitweg vindt voor zijn oneliner dat paars eindigt in bont en blauw.

VAN PAEMEL: De typische redenering van een machtspoliticus: wie is baas? Je kan ook denken: wie krijgt zijn zin? Ik ben er niet zo zeker van dat D66 bont en blauw uit de vorige coalitie komt. Ik ken de oprichters van die partij, zij zijn niet in de politiek gestapt om zoveel mogelijk macht te veroveren. Wel om bepaalde programmapunten te verwezenlijken, en dat hebben ze gedaan. In principe zou D66 mogen verdwijnen. Ze zijn erin geslaagd om de stem van de middenklasse van denkende burgers daadwerkelijk in het beleid te laten meetellen. Iets wat bij ons vooralsnog niet lukt. Het zag er heel even naar uit dat de Witte Beweging een soortgelijke rol zou kunnen spelen, maar die is intussen aan te veel onderlinge verscheidenheid ten onder gegaan.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content