Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mijnheer Vermeersch, de korte ontsnapping van Marc Dutroux houdt de Wetstraat bezig. Voorlopig zijn twee ministers en de rijkswachtcommandant opgestapt.

ETIENNE VERMEERSCH: Het spreekkoor rond de ontslagen irriteert mij. Als elke keer dat een ondergeschikte een vergissing begaat, de hoogste in bevel eruit moet, is een land of een organisatie niet bestuurbaar. Leidinggevende mensen zijn verantwoordelijk voor fouten indien blijkt dat ze onvoldoende instructies hebben gegeven, of niet gezorgd hebben voor voldoende controle. Maar het is niet omdat twee gendarmes een gangster laten lopen, dat de minister moet opstappen. Wel is het zo dat het huidige klimaat in ons land, het ontslag van De Clerck en Vande Lanotte onvermijdelijk maakte. Gelukkig is de regering in haar geheel niet gevallen. Dat zou een drama zijn geweest, net op het moment dat voor de ogen van de hele wereld in Brussel de EMU van start ging.

Men had beter het ontslag van De Clerck en Vande Lanotte geëist voor het uitblijven van sancties, na de fouten in het onderzoek naar Dutroux.

VERMEERSCH: Dat er tot nu toe geen sancties zijn genomen na fatale missers in het onderzoek, kan er bij mij niet in. Wachtmeester René Michaux, die verantwoordelijk was voor de slordige huiszoeking bij Dutroux, de officier die had moeten weten dat deze man niet bekwaam was, en de verantwoordelijke onderzoeksrechter zijn blijkbaar nog altijd in functie. De mensen nemen zoiets niet. Al moet ik toegeven dat allerlei procedureregels het optreden van de ministers hebben bemoeilijkt.

Naast de twee ministers, heeft ook luitenant-generaal Deridder een stap opzij gezet.

VERMEERSCH: Die beslissing is logischer. Hij is verantwoordelijk voor de werking van zijn korps, dat in de hele zaak Dutroux meer dan één zware fout heeft gemaakt. Deridder heeft, samen met generaal Van Belle, de grote verdienste van het demilitariseren en reorganiseren van de rijkswacht. Hij wilde zijn personeel, ook op lagere niveaus, meer responsabiliseren. Het mocht zich niet langer verschuilen achter een blinde militaire discipline. Dat was een positieve kentering, maar die had gepaard moeten gaan met een versterking van het aspect “integrale kwaliteitszorg”. Politiediensten moeten functioneren aan de hand van een aantal altijd geldende voorschriften. Neem het bewaken van misdadigers. Er zouden minstens drie grendels moeten zijn om een gevangene het ontsnappen te beletten. Bijvoorbeeld: als hij zijn handen vrij heeft, moet men zijn voeten boeien, het lokaal waar hij zich bevindt moet afgesloten zijn, en het pistool van de begeleidende politieman mag niet zomaar weg te grissen zijn. Onder meer de ontsnapping van Dutroux toont aan dat er onvoldoende van dit soort procedures zijn, of dat er te weinig controle is op de toepassing ervan. En daarvoor zijn de hiërarchische oversten wel degelijk verantwoordelijk.

Ook de roep om ontslagen in de magistratuur blijft luid klinken.

VERMEERSCH: Dat men er dan bij zegt welke. Gaat het om de ontsnapping, dan lijkt de procureur-generaal van Luik de hoogste gerechtelijke verantwoordelijke. Gaat het om de hele zaak-Dutroux, dan kunnen heel velen zich geroepen voelen. Maar die zeggen waarschijnlijk beleefd tegen elkaar: “Na u collega.” Eventueel zouden de procureurs-generaal akkoord kunnen gaan om hun ambt ter beschikking te stellen, en hun kandidatuur opnieuw ter beoordeling voor te leggen. Maar procureur-generaal Liekendael mag dat dan weer niet doen, want dat zou haar ambt destabiliseren in de komende cassatieprocessen tegen politici.

Wat met procureur Bourlet?

VERMEERSCH: Bourlet heeft toegegeven dat de ontsnapping van Dutroux mede onder zijn verantwoordelijkheid valt. Ook hij zou zijn ambt ter beschikking kunnen stellen, waarna men hem opnieuw kan benoemen vanwege zijn grote verdiensten. Men moet het gedrag van een persoon in zijn totaliteit bekijken. In de zaak-Dutroux zijn Bourlet en Connerotte tot nu toe de meest verdienstelijke personen. Het zou een grote fout zijn om na Connerotte, nu ook Bourlet van deze zaak af te halen.

Het parlement buigt zich over een resolutie die de regering vraagt Melchior Wathelet tot ontslag te dwingen.

VERMEERSCH: Ik heb eerder gezegd dat de regering Wathelet niet had mogen herbenoemen als Europees rechter. Niet om hem te straffen, ik moet dat met klem herhalen, maar om hem niet opnieuw een uitzonderlijke gunst toe te kennen. Nu hij benoemd is, kan je hem die functie niet zomaar weer afnemen. Het heeft dus weinig zin om te gaan roepen om zijn ontslag, daar beslist hij zelf over. Ik vind wel dat zowel premier Dehaene als Louis Tobback openlijk zouden kunnen toegeven dat ze zich vergist hebben. Zij beiden hebben de kritiek op de herbenoeming van Wathelet, die nochtans tijdig en duidelijk is geformuleerd, naast zich neergelegd. Ze zijn verstandig genoeg om nu in te zien dat dit fout was.

Het heet dat na de ontsnapping van Dutroux, het vertrouwen in onze instellingen weg is.

VERMEERSCH: Flaters als deze leiden zowel tot woede als tot spot, maar de bevolking heeft genoeg gezond verstand om te beseffen dat dit niet de normale gang van zaken is. De normale justitie functioneert wel, zij het met vertraging en tekorten. Idem voor de politie. Ook onze regering functioneert, anders hadden we de Maastrichtnormen nooit gehaald. Wetende vanwaar we komen, is dat een grootse prestatie. Het is dus fel overdreven om te stellen dat alle vertrouwen in onze instellingen weg is, en dat België het slechtst georganiseerde land van Europa is. In Rotterdam loopt een jongetje onder het oog van de politie aan de hand van zijn ontvoerder over straat, en de agenten grijpen niet in. Dat is erger dan Dutroux die een paar uurtjes ontsnapt. Engeland heeft de familie West veel te lang ongemoeid gelaten, in de Verenigde Staten zitten onschuldigen levenslang opgesloten op basis van getuigenissen van zwaar gestoorden. Kom me niet vertellen dat alleen in België iets mis loopt.

De hervorming van justitie en politie lijkt plotseling als een raket door het parlement te worden gejaagd.

VERMEERSCH: Ik waardeer sterk het eerste rapport-Verwilghen, maar niet de aanbevelingen voor de politiehervorming. De commissie heeft niet de tijd gehad om dat onderwerp grondig te bestuderen. De zaak-Dutroux heeft bewezen dat er bij politie en justitie fundamentele fouten worden gemaakt bij het opsporen en aanhouden van zware criminelen. Maar dat behelst slechts twee tot drie procent van het politie- en justitiewerk. Het is onzin daarvoor halsoverkop de hele structuur ondersteboven te keren. Het is niet omdat men inadequaat is opgetreden tegen Dutroux, dat de politie tekortschiet in andere taken.

De oppositie pleit voor één federale politiedienst, en op plaatselijk niveau voor een fusie tussen politie en rijkswacht.

VERMEERSCH: Zou Michaux de kinderen wel gevonden hebben als hij tot de gemeentepolitie behoorde? Neen. Die man en zijn ploeg waren onvoldoende opgeleid voor een huiszoeking. Dat is een gebrek aan wat ik net noemde: integrale kwaliteitszorg. Zou Dutroux niet ontsnapt zijn als die twee gendarmes onder het bevel van de burgemeester hadden gestaan? Welnee. De fout ligt bij gebrekkige of niet nageleefde voorschriften.

Wat men moet doen is zo snel mogelijk álle politiekorpsen doorlichten, een analyse maken van de taken die zij vervullen, en waar nodig de manier van werken en de controlesystemen aanpassen. Daarvoor is een centrale dienst nodig, die zijn licht gaat opsteken in het buitenland. De meest efficiënte politiemacht ter wereld is die van Japan. Wel, ga aan de Japanners vragen hoe zij werken, en leid met die wetenschap het personeel in alle korpsen op. Een hoofdkwaal was de gebrekkige informatiedoorstroming. Centraliseer dat onmiddellijk, onder toezicht van magistraten. En stel dan een tienjarenplan op met een nauwkeurige omschrijving van taken en middelen, met een nauwere samenwerking tussen politie en rijkswacht die later, geheel of gedeeltelijk, kan leiden tot samensmelting. Maar dat men zich hoede voor de overhaasting waarmee nu een en ander dreigt te gebeuren.

Komt de geïntegreerde politie op plaatselijk niveau de efficiëntie niet ten goede?

VERMEERSCH: Neen. Ik kan niet inzien hoe het verdelen van alle plaatselijke politiemacht over een groot aantal onafhankelijke burgemeesters, tot verhoogde deskundigheid en optimaal gebruik van middelen kan bijdragen. Want: zo veel hoofden, zo veel zinnen. Het regeringsvoorstel is niet ideaal, maar dat van de oppositie leidt tot een gepolitiseerde politie en een corporatistische justitie. Het is onverstandig de burgemeesters een zo grote macht in handen te geven. Het maakt de gehele politie schatplichtig aan de politieke meerderheid in de gemeente. Wat zou men ervan zeggen als over drie jaar Filip Dewinter burgemeester van Antwerpen wordt, en het bevel krijgt over de enige politiemacht in de stad? Ik vind een tweede, onafhankelijke, politiedienst niet slecht. Dat geeft de burger ook meer rechtszekerheid tegenover een burgemeester die mogelijk een scheve schaats zou rijden. En hoe zal men plotse problemen van ordehandhaving oplossen in kleine gemeenten? Men denkt aan opvordering van manschappen door de minister. Maar wie zal het bevel voeren, wie zal garanderen dat al die manschappen als één man gedisciplineerd optreden? Ik denk dat hier leerling-tovenaars aan het werk zijn.

Wat bedoelt u met een corporatistische justitie?

VERMEERSCH: Sommige oppositiepartijen schijnen te vergeten dat wij in een democratie leven. Als de Hoge Raad van Justitie wordt samengesteld uit magistraten, leden van de balie en van universiteiten of rechtsfaculteiten, dan hebben alleen juristen het voor het zeggen. Bovendien juristen die verkozen zijn door andere juristen, zonder enig mandaat van de bevolking. Het is ook naïef te denken dat ideologische strekkingen hierbij geen impact zouden hebben. Partijpolitieke ingrepen moet men vermijden, maar dat kan bijvoorbeeld door van het lidmaatschap van deze raad geen vetbetaalde job te maken, door voor benoemingen door deze raad een bijzondere meerderheid te vereisen, en vooraal door ervoor te zorgen dat de hele “société civile” vertegenwoordigd is. De uiteindelijke keuze moet in een democratie gebeuren door verkozenen des volks.

Om af te sluiten, nog kort iets over de grote blikvanger van de afgelopen week, de invoering van de euro.

VERMEERSCH: Ik heb daar ambivalente gevoelens bij. De eenheidsmunt biedt een enorme kans voor de economische opbloei van Europa. Aan de andere kant is het een versterking van het democratisch deficit van de Europese Unie. In een democratie moet de bevolking via verkiezingen een regering van de macht kunnen wegstemmen. Maar in de EU kan geen enkele stemming de Europese ministerraden of de Europese commissie afzetten. Zelfs op de wetten heeft het Europees parlement slechts een beperkte invloed. Dat is al erg, maar aan de nieuw opgerichte Europese Centrale Bank, heeft helemaal niemand nog iets te vertellen. Zelfs de ministerraad en de commissie niet. Dat men zich daar niet meer zorgen over maakt, is verontrustend. Een centrale bank moet uiteraard een grote autonomie hebben, maar niet een onbeperkte. De voorzitter van de bank mag niet via economische of financiële beslissingen de hele Europese politiek – bijvoorbeeld de sociale – kunnen bepalen. Op cruciale momenten moet een democratische sturing mogelijk zijn. En daarmee bedoel ik niet: een sturing door Chirac. Want de aanstelling van de ECB-voorzitter was niet bepaald een lichtend voorbeeld.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content