Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mijnheer Rogge, op enkele communautaire oprispingen na was het een rustige eerste mei, het feest van de arbeid die er steeds minder is.

JACQUES ROGGE : 1 mei is ontstaan als een strijddag voor betere werkomstandigheden en meer rechten voor de arbeiders. Nu is 1 mei een dag van : wij eisen werk. De syndicalisten en socialisten van vijftig jaar geleden hebben nooit durven dromen van de huidige leefomstandigheden. De meeste werklozen hebben het, ook relatief gezien, beter dan veel arbeiders van toen. Althans voor wat de materiële condities betreft. Maar het probleem van de werkloosheid blijft levensgroot, zowel economisch als sociaal.

Arbeidsherverdeling is het grote thema voor de komende jaren.

ROGGE : Ik sta achter het principe dat iedereen moet kunnen werken. Realistisch gezien, kan dat enkel door arbeidsduurvermindering, gekoppeld aan looninlevering. En de werkloosheidsvergoedingen kunnen worden geïnvesteerd in meer arbeid van sociaal nut. We staan voor een ingrijpende keuze : voor een duale maatschappij met een breuklijn tussen wie wel en wie geen werk heeft, ofwel voor een maatschappij waarin de beschikbare arbeid onder iedereen verdeeld wordt met een collectieve verarming tot gevolg. Ik denk dat we de tweede weg moeten inslaan, maar in België staan we daar ver af. De deeltijdse arbeid bedraagt 14 procent, in Nederland zijn ze aan 36 procent. Ik heb het al eerder gezegd : onze visie op arbeid als centrale factor in het leven zal volgende eeuw grondig veranderen.

De werkloosheid was ook in andere landen het thema van 1 mei. Een hint voor de actualisering van het Verdrag van Maastricht ?

ROGGE : De grote fout van Maastricht 1 was dat men gekozen heeft voor de ultraliberale weg, zonder sociale correctie. Dat is gevaarlijk want een maatschappij als de onze kan zich enkel ontwikkelen als er geen spanningen zijn en als er geen mensen worden uitgesloten. Zelfs al wordt het materiële leed van die uitgeslotenen verzacht. Ik hoop dat men daar bij de Intergouvernementele Conferentie voldoende aandacht zal aan besteden. Net als aan meer democratische inspraak en controle op de Europese besluitvorming trouwens.

In de Wetstraat heerst grote spanning rond het al dan niet velengen van het mandaat van Melchior Wathelet bij het Europees Hof.

ROGGE :Wathelet heeft een fout begaan, maar ik vind niet dat zijn benoeming als rechter moet worden ingetrokken. De heksenjacht waar sommigen op aandringen, heeft geen zin. De belangrijkste doelstelling van de Commissie- Dutroux mag niet zijn om hier en daar iemand te straffen. Wel dat er structurele maatregelen worden getroffen om de fouten en tekortkomingen, die aan het licht zijn gekomen, in de toekomst te vermijden. De geïntegreerde politiedienst, meer middelen voor justitie, modernisering van het strafrecht, betere opvolging van gedetineerden, externe controle op gerecht en politie, dat zijn de essentiële zaken.

Hoe dan ook, de vraag blijft wat binnen de Commissie-Dutroux de leden van de meerderheid zullen doen. De regering in problemen brengen of gezichtsverlies lijden ?

ROGGE : Het is een patstelling waar ze zich zelf hebben ingewrongen. Ze hadden hun geloofwaardigheid niet mogen verbinden aan het straffen van één of ander individu. Temeer daar de Commissie niet bevoegd is om zelf straffen uit te spreken. Haar taak is om de komende jaren een inventaris op te maken van wat gerealiseerd werd, en de uitvoering van haar structurele aanbevelingen te controleren. Het is kortzichtig om van Wathelet een strijdpunt met de regering te maken.

De vrees groeit wel dat het Rapport-Verwilghen dode letter zal blijven.

ROGGE : Voor resultaten op korte termijn ben ik vrij pessimistisch, zeker nu ik het politieke en communautaire touwtrekken weer zie. De leidende politici zijn te zeer ingebed in een politieke cultuur van jaren, die ze niet van zich kunnen afzetten. Die mentaliteit kan alleen veranderen als een totaal nieuwe generatie aan het roer komt. De druk van de maatschappij zal tot veranderingen leiden, maar het zal meer tijd vergen dan velen denken.

De magistraten en advocaten van Brussel hebben actie gevoerd en scherp uitgehaald naar de politiek.

ROGGE : Ze hebben een beetje misbruik gemaakt van een terechte klacht, om hun eigen falen en corporatisme te verdoezelen. Maar ten gronde hebben ze gelijk. Ze zijn onderbetaald, niet voldoende gevormd, politiek benoemd, ze krijgen geen middelen. Ik voeg er aan toe dat er geen externe controle en geen kwaliteitscontrole is, die je in alle andere beroepen wel hebt. Maar enkel naar de regering schieten, is te gemakkelijk. De verantwoordelijkheid is verdeeld over drie partijen : de politiek, de magistratuur, en de burgers zelf. Als die willen dat justitie beter functioneert, moeten ze begrijpen dat daar forse investeringen voor nodig zijn. Die vergen ofwel hogere belastingen, ofwel minder toelagen en uitkeringen. Ik ben benieuwd hoe de Witte Burger reageert als de regering zegt : we pompen zoveel miljard in het gerecht, maar dat gaat ten koste van de pensioenen of van de kinderbijslag.

De Sektecommissie is ook klaar met haar rapport, al wordt de aandacht vooral getrokken door de lijst met 189 sektarische bewegingen.

ROGGE : Alle respect voor het werk van deze commissieleden, maar ze hebben het mechanisme onderschat waarmee de pers een dergelijk rapport aan de publieke opinie doorgeeft. Goed bedoelde intenties en zorgvuldig afgewogen teksten, moeten nu eenmaal gereduceerd worden tot een paar kerngedachten en een paar oneliners. De commissie had moeten beseffen dat die lijst de aandacht zou afleiden van alle andere besluiten en aanbevelingen. Het is dan te laat om te roepen dat niet elke genoemde beweging of vereniging een gevaarlijke sekte is. Wat is de waarde van die lijst als de Steiner School erop staat ? Het is een tactische fout geweest, en dat is jammer want het oprichten van een observatorium dat informatie over sektarische bewegingen verzamelt en verstrekt, is een goede zaak.

In Groot-Brittannië is met de riante winst van Tony Blair een einde gekomen aan achttien jaar Thatcherisme. De balans daarvan is niet onverdeeld positief.

ROGGE : Daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat Groot-Brittannië, sinds Margaret Thatcher in ’79 het bewind heeft overgenomen, redelijk goed gepresteerd heeft. Thatcher heeft komaf gemaakt met het corporatisme van de vakbonden, dat een verlammend effect had op de economie. Het pond staat ondanks een paar inzinkingen weer sterk, de economie draait goed, de inflatie is laag en ook de werkloosheid is relatief laag. De keerzijde is de armoede, maar Engeland is altijd het land van Oliver Twist geweest, de klassenmaatschappij bij uitstek. Ik denk niet dat dat onder Thatcher en Major erger is geworden dan voordien. Thatcher heeft afgerekend met de koloniale mentaliteit. Engeland heeft te lang gedacht dat het met zijn Commonwealth over voldoende rijkdommen beschikte, en heeft te weinig geïnvesteerd in nieuwe infrastructuur. Het was een verouderd land, waar de vooruitgang geblokkeerd werd door een steriele strijd tussen de Trade Unions en de werkgevers, bijvoorbeeld met de grote mijnstakingen. Thatcher heeft dat land en die economie nieuw leven ingeblazen.

Tony Blair legt de nadruk op het onderwijs en de Public Health. Dat zijn twee zorgenkinderen gebleven.

ROGGE : Ja, maar de National Health Service is na de oorlog opgericht door Clement Attlee van Labour. Met goede bedoelingen, maar helaas is het wel het meest geldverslindende en het minst efficiënte medische systeem ter wereld. Het heeft geleid tot enorme wachtlijsten, en tot uitsluiting van bepaalde pathologieën en patiënten. Het heeft de dualiteit in de samenleving versterkt, want naast die nationale dienst ontwikkelde zich een veel betere privé-geneeskunde voor mensen die het zich konden veroorloven. De National Health Service is een groot fiasco, maar is een erfenis van Labour. De Conservatieven hebben er nooit aan durven raken. Labour zal het zelf moeten doen, dat is de ironie van de geschiedenis. Dat het openbaar onderwijs drastisch verbeterd moet worden, staat als een paal boven water. Ook daar is de kloof met het privé-initiatief veel te groot.

Er is tijdens de kiesstrijd vooral gewezen op het kleine verschil tussen de programma’s van Blair en Major.

ROGGE : Het Thatcherisme was dus niet zo slecht als soms wordt beweerd, want Blair bouwt er openlijk op voort. Ik vrees voor Blair dat zijn linkse aanhang, die tijdens de campagne gezwegen heeft om eindelijk weer aan het bewind te kunnen komen, het hem heel moeilijk zal maken. Blair zal verplicht zijn om een ruk naar links te doen en zijn eigen electoraal programma af te zweren. Anders dreigt er in Labour een breuk tussen echt links en centrum-links.

Op het moment van dit gesprek weten we niet wat het resultaat is van de ontmoeting tussen Kabila en Mobutu. Wat we wel weten is dat tienduizenden Rwandese vluchtelingen in gruwelijke omstandigheden verkeren.

ROGGE : Ze vormen de pasmunt die Kabila moet betalen voor de steun die hij krijgt vanuit Uganda en Rwanda. De grote massa Hutuvluchtelingen net over de grens, en de Interahamwe-milities die zich daarbij bevinden, zijn een zwaard van Damocles boven het hoofd van het minderheidsregime van de Tutsi’s in Kigali. Het Patriottisch Front heeft zelf jarenlang oppositie gevoerd vanuit het buitenland, en begrijpt beter dan wie ook het gevaar daarvan. Ze hebben Kabila gesteund bij het realiseren van een groot Tutsiland rond de Grote Meren, maar hij is veel verder gegaan dan iemand ooit gedacht had.

Ook de Amerikanen hebben niet verwacht dat Kabila heel Zaïre zou veroveren. Zij hebben hem laten doen, misschien ook gesteund, omdat op die manier Frankrijk zijn invloed verloor en de Amerikaanse bedrijven hun grondstoffenconcessies konden veilig stellen of uitbreiden. Maar Kabila, niet vergeten, een oud-communist die nog met CheGuevara gevochten heeft, dreigt plotseling wat al te machtig te worden. Vandaar de diplomatieke initiatieven van de VS om hem met Mobutu aan de onderhandelingstafel te krijgen. De Amerikanen sturen aan op een machtsdeling, met Tshisekedi of Monsengwo of wie dan ook, om te zorgen voor een tegenwicht.

In Turkije komt de Refah-partij van premier Erbakan onder steeds grotere druk van het leger. Moet hij de leiding van de regering vroeger dan voorzien aan Tansu Çiller overdragen ?

ROGGE : Dat is mogelijk, maar dat zou zijn positie niet verzwakken. Erbakan kan als premier en als coalitiepartner te allen tijde een regeringscrisis uitlokken die naar verkiezingen leidt. En daarin zal Refah alleen maar machtiger worden. Hij moet wel opletten voor het leger, dat waakt over de secularisatie die door Atatürk is ingesteld en dat best in staat is om voor de vierde keer in te grijpen. Het Westen is cynisch genoeg om een tussenkomst van de militairen oogluikend toe te staan. Europa kijkt met angst naar de ontwikkeling van het fundamentalisme en de islam in Turkije, dat de grendel van de Navo naar het Oosten is en mogelijk een toekomstig lid van de Europese Unie. Al denk ik niet dat de Turken zeer ver zullen gaan in de richting van het fundamentalisme. Ze zijn van nature uit niet zo fanatiek in hun religie als bijvoorbeeld Iran. De invloed van Atatürk blijft groot.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content