Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mijnheer Vermeersch, in Zaïre maken de rebellen van Kabila een einde aan 35 jaar Mobutu.

ETIENNE VERMEERSCH : Wat mij de voorbije weken weer verbaasd heeft, is de houding van de oppositie in Zaïre. We weten nu al zeker twintig jaar dat Mobutu niet alleen een schoft is, maar ook een sluwe vos die er altijd in geslaagd is om zijn tegenstanders één na één in zijn span te doen lopen. Noem ze maar op : Nguza Karl I Bond, Mungul Diaka, Etienne Tshisekedi ondanks alle lessen in het verleden ook nu weer. Ofwel zijn die oppositieleiders naïef en dom. Ofwel laten ze zich beïnvloeden door slechte westerse raadgevers, die al te lang samenwerking met Mobutu hebben gepredikt hoewel ze moesten weten dat met zo iemand niet te onderhandelen valt. De hele Nationale Conferentie is op die manier mislukt, terwijl ze net een ideale gelegenheid was om Mobutu af te zetten. Eventueel met buitenlandse hulp tegen de Division Spéciale Présidentielle, want het is dankzij die militie dat Mobutu zijn macht heeft kunnen uitbouwen en bewaren. Kabila getuigt van meer doorzicht, als hij weigert met Mobutu over iets anders dan zijn aftreden te onderhandelen. Een ommekeer in Zaïre is enkel mogelijk na het verdwijnen van Mobutu en zijn DSP.

Ook de DSP lijkt niet bestand tegen de overmacht van de Kabila-rebellen.

VERMEERSCH : De opmars van de rebellen is merkwaardig. Zaïre is een immens land, waar de infrastructuur totaal verwoest is. Toch veroveren de troepen van Kabila in een paar weken tijd Kisangani en Lubumbashi, die meer dan vijftienhonderd kilometer uit elkaar liggen en duizend kilometer verwijderd zijn van de uitvalsbasis in Goma. In een streek waar nauwelijks wegen zijn en waar uitgestrekte oerwouden tussen de steden in liggen, is dat volgens de regels van de militaire logistiek een onmogelijke krachttoer. Bij zo een veroveringstocht verbleekt de inval van Hitler in de Sovjetunie. Ik sta er van te kijken dat Lubumbashi is gevallen. Het Zaïrese leger mag dan al gedemotiveerd zijn, Lubumbashi is voor hen toch een garnizoenstad waar veel materieel ter beschikking is en waar het vliegveld voor een aanvoerlijn zorgt. Dat alles wordt bijna zonder slag of stoot overgegeven aan kereltjes die met een geweer door de brousse komen, out of nowhere. Laat het dan nog zijn dat ze steun krijgen van Katangese gendarmes, het blijft vreemd.

Misschien is de controle van de rebellen over dat gebied niet zo stevig als wij denken.

VERMEERSCH : Ze hebben in elk geval de grote steden in handen. Wat daar tussenin ligt, hebben ze niet nodig. Hoe stabiel die heerschappij is, valt niet te voorspellen. Kabila krijgt steun van de bevolking die absoluut van Mobutu wil verlost worden. En de militaire operatie wordt kennelijk geleid door een beperkte maar goed opgeleide kern, die onderweg rekruteert bij vrijwilligers en bij overlopers uit het Zaïrese leger. In de roes van de overwinning groeit zo een beweging makkelijk aan, zeker als er nog wat magisch bijgeloof bij komt kijken.

In het Westen wordt gezegd : de ene dictator wordt vervangen door de andere.

VERMEERSCH : Laten we afwachten, het is te vroeg om dat nu al te beweren. Er wordt ook gezegd : Kabila moet onmiddellijk verkiezingen uitschrijven. Wel, dat zou het domste zijn dat hij kan doen. De MPR is in het huidige Zaïre nog altijd voldoende uitgebouwd om via verkiezingen de macht te veroveren. De Nationale Conferentie heeft zes jaar geleden al vastgesteld dat verkiezingen niet onmiddellijk mogelijk waren, hoe zou dat nu wel kunnen ? Kabila moet de macht in handen nemen, en als hij verstandig is, betrekt hij de groep rond Tshisekedi daarbij. Dan slaan twee grote oppositiebewegingen de handen in elkaar : de UDPS die geprobeerd heeft om via de burgerlijke weg Mobutu aan de kant te zetten, en de AFDL van Kabila die het militair heeft gedaan. Samen kunnen ze bouwen aan een structuur waarin over een jaar of drie, vier wel verkiezingen mogelijk zijn. Dat is geen geringe opgave, en ze zouden best te rade gaan bij Nelson Mandela om te leren hoe dat kan zonder het buitenlandse kapitaal af te schrikken. Kabila moet bewijzen dat hij orde en rust kan vestigen, en zo het vertrouwen in Zaïre herstellen.

In Israël blijft het de verkeerde kant uitgaan. Premier Netanyahu heeft in Washington de nadruk gelegd op het gevaar van het terrorisme, en heeft zich niet laten afbrengen van een nieuwe Joodse wijk in Jeruzalem.

VERMEERSCH :Netanyahu is een zeer gevaarlijk man, die Israël naar de ondergang leidt. In de plaats van met Iran, zou het Westen de diplomatieke betrekkingen met deze Israëlische regering moeten verbreken. De bouwpolitiek van Netanyahu is de bron van alle kwaad. Hij moet niet klagen over het terrorisme, hij lokt het doelbewust uit met provocaties als het openstellen van de tunnel onder de Tempelberg, en met zijn nederzettingen in bezet gebied. Hij mag dan wel vinden dat Jeruzalem een onverdeelde stad is, dat strookt niet met de werkelijkheid en met de geschiedenis. Ikzelf ben altijd gematigd voorstander geweest van een bestaansrecht binnen veilige grenzen voor Israël. Ik heb ook altijd gevonden dat de Palestijnen recht hebben op een eigen staat in Palestina. Maar als Israël voortdoet met wat het nu bezig is, verliest het voor mij dat bestaansrecht.

Is niet elke terroristische aanslag een versteviging van de positie van Netanyahu ? Zo heeft hij ook de verkiezingen gewonnen.

VERMEERSCH : Netanyahu en Hamas spelen elkaar in de kaart. Dat is het schandelijke van de rol van Hamas. Netanyahu heeft de verkiezingen gewonnen omdat er ondanks het vredesproces aanslagen waren, en Hamas is daarmee doorgegaan om Yasser Arafat klein te krijgen. Maar mocht ik op dit moment een twintigjarige Palestijn van Al Fatah zijn en zien hoe mijn toekomst onmogelijk wordt gemaakt, dan werd ik misschien ook een terrorist. De minister van Defensie dreigt al met het heroveren van de pas afgestane autonome Palestijnse steden. De Israëliërs moeten beseffen dat ze zo het laatste greintje sympathie dat ze in de wereld genieten, zullen verliezen.

De EU-landen roepen hun ambassadeurs terug uit Iran, nadat een Duitse rechter de Iraanse overheid mede-schuldig heeft genoemd aan de moord op vier Iraanse opposanten in een Duits restaurant. Eindelijk een eensgezind EU-standpunt.

VERMEERSCH : Ja, maar wat is de waarde ervan ? Eén week vroeger kwam er geen eensgezinde eis aan China om de mensenrechten na te leven. Onder meer omdat de Fransen de verkoop van hun Airbussen niet op de helling willen zetten, een betreurenswaardige houding voor een land dat zogezegd de mensenrechten propageert. Voorzitter Nederland streeft naar een sterkere principiële stellingname van de EU in buitenlandse kwesties, een moedige poging van Hans van Mierlo. Maar ik twijfel aan de opportuniteit van deze actie tegen Iran. In Teheran liggen ze van die rechterlijke uitspraak in elk geval niet wakker. President Rafsanjani heeft gelijk als hij stelt dat de Iraanse overheid in deze zaak geen gedaagde partij was, en zichzelf dus ook niet heeft kunnen of moeten verdedigen.

Europa had wèl moeten optreden tegen Iran naar aanleiding van de fatwa tegen Salman Rushdie. Daarmee heeft de hoogste Iraanse autoriteit de islamieten opgeroepen en heeft dat nadien bevestigd om iemand te vermoorden. Om het even in welk land die zich bevond en dus manifest in strijd met de rechtsregels ervan. Dat was een reden om niet alleen de diplomatieke, maar ineens alle betrekkingen met Iran te verbreken. Wat nu gebeurt, is behoorlijk laat en een beetje naast de kwestie. De opwinding zal trouwens wel koelen zonder blazen, want onder meer de Duitsers zelf hebben te grote economische belangen in Iran.

In eigen land heeft tweederde van het personeel bij Renault-Vilvoorde voor werkhervatting gestemd.

VERMEERSCH : Ik begrijp dat volkomen. Je kan niet anders dan meevoelen met mensen die het werk verliezen waar ze zich vele jaren voor hebben ingezet en waar ze op rekenden om te kunnen leven. Maar aan de andere kant is er in onze structuur geen politieke instantie die gezag kan uitoefenen over de economische machten, zeker niet als die multinationaal zijn. Men kan een beetje reguleren, maar tegen de economische beslissingsmacht van een groot bedrijf is geen enkele regering of geen enkele rechter opgewassen. Ook de vakbonden staan machteloos. Ze kunnen een sympathiebeweging opwekken en gedurende een paar dagen of weken solidariteitsacties organiseren, maar dat stopt als mensen in andere vestigingen of bedrijven voor hun eigen job moeten gaan vrezen.

De werknemers van Renault-Vilvoorde en de Forges strijden helaas een verloren strijd. Ik vind het verstandig om in die omstandigheden te zeggen : we hebben ons ongenoegen getoond maar voor de resterende maanden proberen we er uit te halen wat er in zit. Je kan, zoals Roberto D’Orazio, met grote speeches blijven uitschreeuwen dat je zal winnen, maar dat is jezelf iets wijsmaken. Ze kunnen betogen, fabrieken in brand steken, al wat je wil, maar ze kunnen er niet voor zorgen dat Forges de Clabecq opnieuw een rendabele onderneming wordt met concurrentievermogen. In het allerbeste geval duikt er een overnemer op, maar wat gebeurt er dan met het bedrijf en het personeel ?

Ondertussen volgen sluitingen en afslankingen elkaar op. Telkens een paar honderden of duizenden werklozen bij. Is het niet de taak van de vakbond om die massa op sleeptouw te nemen ?

VERMEERSCH : Om wat te doen ? Ze kunnen een paar nationale betogingen houden, maar die lossen niets op. De Chinezen zullen er niet trager door gaan werken. Als ze in het Oosten een auto op de markt brengen die even goed is als een Renault maar slechts de helft kost, dan kopen de mensen geen Renault. Tegen die simpele wetmatigheid is niets in te brengen. De vakbeweging vermag niets tegen de internationalisering van het ongebreideld kapitalisme. Er is enkel regulering mogelijk vanuit de politiek. En dan liefst in Europees verband of in het kader van de Gatt.

De werklozen worden stil gehouden door de sociale uitkeringen, maar die bron zal ooit droogvallen.

VERMEERSCH : Dat is evident. Wij prijzen onszelf van de internationale markt door een hoogstaande sociale zekerheid te financieren met een belasting op arbeid. Ik heb het hier eerder al gezegd : we moeten de sociale zekerheid betalen met de BTW-opbrengsten. We moeten in Europees verband overgaan tot een substantiële verhoging van de BTW, en een substantiële verlaging van de sociale lasten voor werkgever en werknemer. Dat maakt de inwendige productie goedkoper, en de buitenlandse producten duurder. Die buitenlandse producten dragen dan ook bij tot de financiering van de SZ, en het concurrentievoordeel van het buitenland inzake arbeidskosten valt weg. Het is geen echt protectionistische maatregel, want men verbiedt geen buitenlandse producten en de BTW zal voor iedereen even hoog zijn.

Hoe lang kan Europa de werkloosheid dragen ?

VERMEERSCH : Dat hangt af van de ontwikkeling van China. Niet iedereen beseft welke dreiging daarvan uitgaat. Er wonen 1,3 miljard mensen die vanuit diepe armoede komen en enorm gemotiveerd zijn om lang en hard te werken, ook al is hun loon niet hoog. Bovendien zijn ze leergierig en kunnen ze zich snel ontwikkelen. Ze zijn in staat de hele wereldmarkt in te palmen. Tot nu toe waren de concurrenten Taiwan, Singapore, Zuid-Korea. Relatief kleine landen, beperkt in omvang en populatie. Die twee factoren zijn in China grenzenloos.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content