De kracht van herhaling

'Vrouwenkop, 1911' © Kunstsammlungen Chemnitz Museum Gunzenhauser/ Particuliere collectie /Gemeentemuseum Den Haag

De Rus Alexej von Jawlensky (1864-1941) maakte deze indringende Vrouwenkop in 1911, het jaar waarin de Duitse kunstcriticus Herwarth Walden de term ‘expressionisme’ lanceerde in het tijdschrift Der Sturm. Jawlensky, die Duitsland ontvluchtte tijdens WO I, werkte alsmaar abstracter met het verstrijken van de tijd. In het neutrale Zwitserland schilderde hij telkens opnieuw het uitzicht door zijn raam. Die Variationen, landschappen in heldere kleurvlakken op klein formaat, noemde hij ’theosofisch verhulde vensterkunstwerken’. Een lijn die hij doortrok toen hij, gekweld door zware artritis, verlamd raakte aan vingers en ellebogen. Met gestrekte armen en zijn penseel vastgeklemd tussen zijn handen schilderde hij van 1934 tot 1937 liefst duizend Meditationen, met dikke horizontale en verticale penseelstrepen. Zijn queeste naar het mystieke kwam erin tot een climax.

Variation: 'Zomernacht ca. 1918'
Variation: ‘Zomernacht ca. 1918’© Kunstsammlungen Chemnitz Museum Gunzenhauser/ Particuliere collectie /Gemeentemuseum Den Haag

Alexej von Jawlensky, Expressionisme en devotie, tot 27/01, Gemeentemuseum Den Haag.

Meditation  'Einsam in blauer  Nacht, 1936'
Meditation ‘Einsam in blauer Nacht, 1936’© Kunstsammlungen Chemnitz Museum Gunzenhauser/ Particuliere collectie /Gemeentemuseum Den Haag
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content