Hubert van Humbeeck

Op 3 oktober beginnen de omstreden toetredings-gesprekken tussen Turkije en de Europese Unie.

Kan het nog fout gaan? Volgende maandag begint het overleg dat ertoe kan leiden dat Turkije lid wordt van de Europese Unie. Dat zal in ieder geval niet vroeger dan over tien, vijftien jaar gebeuren. De gesprekken hebben, zoals bekend, een ‘open einde’. Dat wil zeggen: niets is zeker, Turkije heeft nog een lange weg te gaan.

De start van de gesprekken is op zich al zeer omstreden. De Unie is er namelijk zelf ook nog lang niet uit of het wel een goed idee is om het grote, arme, eigenzinnige moslimland een lidkaartje te geven voor de rijke, christelijke en tot voor kort uitsluitend West-Europese club. De kloof tussen voor- en tegenstanders van het Turkse lidmaatschap loopt dwars door politieke families en traditionele Europese bondgenootschappen.

Turkije toonde zich de voorbije weken en maanden ook niet altijd zo meegaand als normaal gesproken van een kandidaat-lidstaat wordt verwacht. Er is de kwestie van het verdeelde eiland Cyprus, waarvan in de praktijk alleen het Griekse deel lid is van de Europese Unie. Zolang Turken en Grieken elkaar daar niet vinden, zal Cyprus op de gesprekken tussen Ankara en Brussel blijven wegen.

De voorbije weken gooiden ook Turkse nationalisten roet in het eten. Eerst kreeg de wereldberoemde schrijver Orhan Pamuk een proces aan zijn been omdat hij de Turkse identiteit zou hebben beledigd met uitspraken over de Armeense genocide in het begin van de 20e eeuw. Turkije erkent dat honderdduizenden Armeniërs om het leven kwamen, maar het wordt heel erg boos als in verband daarmee het woord genocide wordt gebruikt. Vorige week werd een academische conferentie over het onderwerp eerst verboden en daarna onder zware politieke druk toch toegelaten. Brussel is doorgaans zeer op respect voor de vrije meningsuiting gesteld, maar het wou premier Recep Tayyip Erdogan het leven in deze ook niet moeilijker maken dan nodig. Het mag alleen niet uit het oog verliezen dat de nationalisten voor hun provocatie gebruik konden maken van een artikel, dat door de islamistische partij van Erdogan in de strafwet werd ingeschreven.

Het probleem met Turkije, zegt Orhan Pamuk in een gesprek met Knack (cf. pag. 18), is niet van culturele orde. Meisjes met sluiers kunnen het EU-lidmaatschap uiteindelijk niet in de weg staan. Wat hem bezighoudt, is de vraag of de Unie de diepe kloof tussen arm en rijk in zijn land kan helpen dempen. Die kloof kan voor de Europese onderhandelaars ook een reden zijn om de gesprekken rustig aan te vatten. Als Turkije graag bij de Unie wil, moet het ermee beginnen de Turken dichter bij elkaar te brengen. Daar is nog niet veel van te merken. Maar de vraag stond ook in Brussel tot nu toe niet bijzonder hoog op de agenda.

Hubert van Humbeeck

Meisjes met sluiers kunnen het Turkse EU-lidmaatschap niet in de weg staan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content