Turkije is een land van taboes. Van sneuvelende taboes ook, met dank aan de krant Taraf. Sinds ze eind 2007 voor het eerst verscheen, slaagde Taraf erin de Turkse agenda te bepalen. Dat geldt zeker voor de agenda van de militairen, voor wie Taraf meer dan een luis in de pels is.

Iedereen in Turkije wist wie opperbevelhebber van het leger generaal Basbug bedoelde toen hij in januari op een door hem bijeengeroepen persconferentie met zijn vuist op tafel sloeg en de journalisten toesprak dat ‘het geduld van de strijdkrachten niet oneindig is’. Niemand in Turkije heeft ooit de militairen consequent aangepakt zoals Taraf dat doet. In oktober 2008 publiceerde de krant een voorpagina met de titel ‘Stop met dreigen, en leg rekenschap af’. Overigens blijkt ook het krediet van het Turkse leger niet oneindig, want uit onderzoek blijkt dat het imago van dat schijnbaar onaantastbare bolwerk de laatste twee jaar zware schade opliep.

Yasemin Congar (43) is vicehoofdredactrice van Taraf en een favoriete schietschijf van diegenen die de krant liever vandaag nog dan morgen uit de kiosk zien verdwijnen. Volgens Yasemin Congar is het ontstaan van Taraf een verhaal van de juiste mensen op de juiste plaats op het perfecte moment.

yasemin congar: ‘Ik was in 2007 correspondent in Washington D.C. voor de krant Milliyet toen ik de vraag kreeg om naar Istanbul terug te keren om Taraf op te starten. 2007 was een erg donker jaar voor Turkije. Er was de moord op Hrant Dink (Turks-Armeense journalist-uitgever, nvdr). Onze meest bekende schrijvers, zoals Orhan Pamuk en Elif Safak, en intellectuelen werden op last van belediging van ‘de Turkse identiteit’ met de dood bedreigd en voor de rechter gedaagd. Het leger sprak openlijk zijn afkeer uit voor het aanstaande presidentschap van Abdullah Gül, en bewees daarmee dat het nog steeds rechtstreeks wilde ingrijpen in de Turkse politiek. In de stad Malatya werden drie christenen vermoord, in Trabzon een priester, en alles wees erop dat de autoriteiten zo niet actief, dan toch passief betrokken waren bij die incidenten. Het tijdschrift NOKTA werd opgedoekt omdat het insinueerde dat in militaire kringen plannen bestonden om de regering ten val te brengen. Maar tegelijk was er verandering merkbaar bij een deel van de publieke opinie. De begrafenis van Hrant Dink werd massaal bijgewoond, en de AK-partij won voor de tweede maal de parlementsverkiezingen, dit keer met 47 procent. Turkije was erkend als kandidaat- lidstaat van de EU. Wij vonden op dat moment dat de tijd rijp was om een strijdbare krant te maken die eindelijk eens de juiste vragen zou stellen.’

Zelfcensuur

Een onafhankelijke krant maken is een grote uitdaging in een land waarin het medialandschap gekleurd wordt door grote commerciële groepen of exponenten zijn van streng afgebakende levensbeschouwelijke of ideologische overtuigingen. De meeste Turkse dagbladen voeren op hun voorpagina een ondertitel als een soort van missionstatement. Veruit de meeste daarvan hebben een nationalistisch referentiekader. Hürriyet bijvoorbeeld kopt: ‘ Türkiye Türklerindir’, ‘Turkije is van de Turken’. Andere printen een profiel van Atatürk in hun titel, of een Turkse vlag. Uitzondering op de regel is Taraf. Dat voert als ondertitel ‘ Düsünmek Taraf olmaktadir’. Dat betekent zoveel als ‘nadenken is kant kiezen’.

congar: ‘Ik werk al 25 jaar in de Turkse media. Er heerst een ongelofelijke zelfcensuur in dat wereldje. En als zoiets van generatie op generatie doorgegeven wordt, dan vormt dat niet alleen de lijn van een krant of tv-zender, maar ook de persoonlijkheid van de mensen die voor die media werken. Ik heb bijvoorbeeld altijd gevonden dat datgene wat de Ottomaanse autoriteiten de Armeniërs aandeden in 1915 met recht en rede ‘genocide’ kan worden genoemd. Maar dat heb ik nooit zo kunnen schrijven. Zelfcensuur was er ook als het berichtgeving over de militairen betrof, of over Atatürk. Eigenlijk moest je opletten zo gauw het ging over dingen die zogenaamd de identiteit van de Turk bepaalden. Je moest je woorden altijd zorgvuldig kiezen. Niemand zit naast je om je pen vast te houden, maar het is een klimaat waar je in opgroeit, in opgevoed wordt, en waar je ten slotte ook op de werkvloer mee te maken krijgt. Alle Turkse media, ook diegene die we hier links van het centrum situeren, zitten op een nationalistische lijn. Kijk naar nationale feestdagen, of de sterfdatum van Atatürk, ze wijden er telkens hun volledige voorpagina aan, in de bovenhoek van je televisiescherm wappert de hele dag door de vlag. Als je daar vragen bij stelt, voel je je daar op de duur erg ongemakkelijk bij.

‘Je hoort mij niet zeggen dat er in het verleden geen kritische journalistiek geweest is in Turkije, want er zijn voldoende collega’s die in de gevangenis gezeten hebben, en enkele journalisten zijn om die reden zelfs vermoord. Maar net zo goed waren er columnisten die door hun uitgever teruggefloten of gemarginaliseerd werden. Wij hebben van meet af aan die verhalen gebracht waarvan we wisten dat de anderen zich daar niet aan durfden te wagen. Er wordt in Turkije al zo lang gepraat over democratisering en verandering. Wij willen met Taraf dat proces versnellen. Maar dat we daarin zo succesvol zouden zijn, hadden we in 2007 niet durven dromen. Ik weet zeker dat we de andere media in hun berichtgeving ondertussen ook sterk beïnvloed hebben, in die zin dat ze ook kritischer berichten, meer moed tonen, in hun columns veel verder gaan dan pakweg twee jaar geleden.

CIA

Maar Turkije zou Turkije niet zijn mocht de krant niet polariseren. De lezers van Taraf zien in haar een breekijzer voor een Turkije dat snakt naar meer vrijheid van meningsuiting, een spreekbuis van mondige burgers. De tegenstanders van Taraf noemen haar een marionet in handen van de regering van Tayip Erdogan, die met haar hervormingen een bedreiging vormt voor het status-quo dat Turkije zo lang kenmerkte. Die tegenstanders zijn terug te vinden in het kemalistische establishment, diep verankerd in het militaire apparaat, de bureaucratie, de magistratuur en de media. Het is vanuit die hoek dat de beschuldigingen klinken dat Taraf gefinancierd wordt door de AK-partij of sympathisanten zoals de Fethulla Gülenbeweging. Ook Georges Soros, de interna- tionale zakenman en filantroop die in democratiserende landen media ondersteunt, en de CIA worden genoemd in pogingen om Taraf te discrediteren. Die geruchten zijn ergens begrijpelijk als de krant geheimzinnig doet over haar oplage, en doet uitschijnen dat de redactie bevolkt wordt door idealisten die voor een appel en een ei werken. Hoe groot is de kans dat de redactie van Taraf nuttige idioten zijn, vooruitgestuurd om in Turkije de kastanjes uit het vuur te halen?

congar: ‘De geruchten dat we gefinan- cierd worden door de AKP, of door CIA of door Soros ken ik. Maar waarom moeten we dan zo knokken om de eindjes aan elkaar te knopen? Als dat zo zou zijn, dan nog denk ik dat wat Taraf brengt goed is voor Turkije. Ik begrijp dat mensen zich afvragen hoe we aan vertrouwelijke informatie van het leger komen. Natuurlijk hebben we daar onze bronnen, en uiteraard lekken die alleen de documenten waarvan zij willen dat ze aan het licht komen. Mij interesseert alleen maar of die documenten authentiek zijn, of ze nieuwswaarde hebben. Is dat zo, dan publiceren we. Basbug roept dan wel hard, maar hij slaagt er niet in de beweringen van de krant te ontkrachten. Tot nu toe zijn al onze publicaties stuk voor stuk authentiek en bewezen. Ik ben ervan overtuigd dat de aanhoudingen eind februari van topmilitairen in het onderzoek naar de plannen voor de staatsgreep ‘Voorhamer’ er zonder de Taraf-berichtgeving niet gekomen zouden zijn.’

Outsider

Taraf koos dus voor de rol van de outsider in Turkije, en dat is niet zonder risico. De uitgever en de redacteurs van de krant ontvingen sinds 2007 tal van bedreigingen, inclusief doodsbedreigingen. In Turkije bestaat de hardnekkige gewoonte om op de pianist te schieten. Niet geheel onverwacht in een gepolariseerde samenleving als de Turkse.

congar: ‘Op een bepaald moment kwam de politie ons vertellen dat we een raid mochten verwachten. Ook ontvingen we een brief van het leger dat als we onze bronnen niet bekend zouden maken, ze onze documenten zouden komen confisceren. Dat recht hadden ze niet, en dat hebben we ook geantwoord. En we weten met zekerheid dat adverteerders onder druk staan om geen advertenties te plaatsen in onze krant. Wij veranderen Turkije niet, maar we zijn misschien wel een symbool van een veranderend Turkije. En de medewerkers van deze krant merken zelfs in hun directe omgeving dat niet iedereen daar op dit moment klaar voor is. Een groot deel van de publieke opinie vindt zich volledig terug in het geloof dat de soldaten er zijn om de politiek te controleren. Wat leert ons dit over Turkije? Vooral dat kemalisme in de genen van de mensen zit, dat het een religie geworden is. Kritiek op Atatürk is heiligschennis. Ook al vertel je de waarheid zo groot als een koe, dan nog is er dat deel van de publieke opinie dat zich zal afkeren. Net zozeer geldt dat als je de strijdkrachten bekritiseert, je meteen als aanhanger van Erdogan afgeschilderd wordt.’

Wie koopt Taraf? Ook dat is het verhaal van de outsider.

congar: ‘We zijn de meest verkochte krant bij de Koerden, in het zuidoosten van het land. In Centraal-Turkije is het de islamitische middenklasse die ons koopt. De minderheden in Turkije, de niet-moslims, zijn ook trouwe afnemers. En in de grootsteden vinden we aftrek bij wat je het links-liberale segment kan noemen. Erg verscheiden dus, en ook dat is nieuw voor het sterk verzuilde Turkije. Het zijn allemaal vertegenwoordigers van groepen die traditioneel problemen hadden of hebben met de staat. Hun levensstijl, hun culturele achtergrond is onderling erg verschillend, maar ze staan voor verandering.’

Taraf krijgt kritiek omdat het zich mild zou tonen tegenover de regering-Erdogan. Steeds meer commentatoren wijzen op het gevaar dat Turkije afstevent op een eenpartijdictatuur, met een premier die alsmaar meer autoritaire trekjes krijgt. Voor een man die beweert te staan voor democratisering en vrije meningsuiting spreekt Tayip Erdogan inderdaad geregeld dreigende taal richting media die hem niet genegen zijn, en hij schrikt er ook niet voor terug om de accreditaties van oppositie-journalisten in te trekken. Yasemin Congar weerlegt die aantijgingen, en zegt dat ze beseft dat de democratisering van Turkije niet alleen kan afhangen van het terugdringen van de rol van het leger.

congar: ‘Het is erg vermoeiend om de krant te maken zoals we die nu maken. Elke dag over staatsgrepen, huurmoorden, geplande aanslagen en complotten schrijven, en de druk die dat meebrengt, dat gaat je niet in je koude kleren zitten. Bovendien willen we geen kleine, marginale krant zijn. Het Spaanse El Pais is misschien wel een voorbeeld. Die is begonnen als een oppositiekrant tegen het regime van Franco en is nu een volwassen kwaliteitskrant met een volledig aanbod. Mijn droom is dat Taraf ooit een mainstreamkrant wordt voor een mainstreamland.’

door dirk vermeiren

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content